terug
Uit: India Nu 114/115 (jul-okt 1998)


Reportage

De loopriksja's van Calcutta



(foto: Peter Mosimann)
De straten van Indiase metropool Calcutta zijn volledig verstopt. Al jaren circuleren er binnen de regering van de deelstaat West-Bengalen, waarvan Calcutta de hoofdstad is, met regelmaat plannen om korte metten te maken met de loopriksja's. Calcutta is de enige stad in de wereld waar nog steeds riksja's met de hand worden voortgetrokken. Deze archaïsche toestand draagt naar de mening van de bestuurders sterk bij aan de verkeersproblemen omdat de loopriksja's het moderne verkeer ophouden. Bijkomend voordeel van een verbod, vinden de bestuurders, is dat Calcutta verlost wordt van het gewraakte symbool van haar armoede. De riksja-eigenaren en de lopers zelf denken er anders over. Net als veel burgers. Het verzet is dan ook groot. Een voor 1 januari 1997 aangekondigd verbod ging toch weer niet door. De regering wilde niet al te veel kiezers voor het hoofd stoten en dat telt, zeker nu India een periode van politieke instabiliteit doormaakt. De riksjalopers hebben dus weer even respijt. De vraag is echter voor hoe lang.

Voor Harish is de werkdag eindelijk voorbij en hij rust uit met een bidi (goedkope sigaret gerold in een tabaksblad). Vandaag heeft hij zo'n vijftig roepies (ƒ 2,50) verdiend en dat is niet slecht, vindt hij, al kan het beter. Bijvoorbeeld als hij het geluk heeft buitenlandse passagiers te vervoeren. Helaas voor Harish voelen die zich te vaak opgelaten om zich door een zwetende magere man te laten voorttrekken in de klamme hitte van Calcutta's straten. Dat geldt in toenemende mate ook voor Indiërs.
   Harish komt uit de aangrenzende deelstaat Bihar en hij is in zijn eentje naar Calcutta gekomen. Zijn gezin woont nog steeds in zijn geboortedorp. Tweemaal per jaar zoekt hij hen op. Door zeer zuinig te leven weet hij nog het één en ander te sparen. Ontbijten doet hij niet en soms slaat hij ook de lunch over. 's Avonds is het meestal chapati's en dal. Samen met een aantal collega's slaapt hij bij de riksjastalling van de eigenaar van wie hij de riksja huurt. Net als Harish komen de meeste riksjalopers van Calcutta uit Bihar, uit districten als Muzzaffarpur, Samastipur en Monghyr.


Vergunningen

De riksja is een van oorsprong Japanse vinding uit 1871, in het Japans 'Jini Riki Shaw' geheten, wat door menskracht aangedreven voertuig betekent. Negen jaar later introduceerden de Britten de loopriksja in Simla (een hill resort ten noorden van Delhi) en in 1900 gaven de koloniale autoriteiten de Chinese inwoners van Calcutta toestemming om riksja's te gaan gebruiken voor goederenvervoer. Vanaf 1914 mochten de Chinese riksjalopers ook personen gaan vervoeren. Om de daaropvolgende wildgroei te reguleren vaardigden de Brits-Indische autoriteiten in 1919 de 'Hackney Carriage Act' uit. De riksja's moesten voortaan een vergunning hebben. In 1930 werd dit ook van toepassing op de nieuwe fietsriksja's. Door deze wetgeving werden de centrale wijken van Calcutta het domein van de loopriksja's, terwijl in de buitenwijken de fietsriksja's reden. Die situatie bestaat nog altijd, zij het dat in de loop der jaren het beroep van riksjaloper is overgegaan van de Chinese gemeenschap naar immigranten uit Bihar zoals Harish.

riksjalopers wachten op klanten (foto: Arjen Zwart)
   In 1949 besloten de autoriteiten het aantal licenties voor loopriksja's aan een maximum van 6000 te binden en in 1993 werden daar nog eens 55 licenties van afgetrokken. Calcutta telt officieel dus nog maar 5945 loopriksja's. In werkelijkheid zijn het er meer, maar hoeveel precies is onduidelijk. In 1980 schatte de Indiase organisatie en Novib-partner Unnayan het aantal loopriksja's in Calcutta op basis van uitgebreid veldonderzoek op zo'n 35.000 en het aantal lopers op meer dan het dubbele. Sindsdien is de concurrentie van gemotoriseerd transport verder toegenomen en zijn meer grote wegen voor loopriksja's afgesloten. Maar Calcutta telt nog altijd veel illegale loopriksja's, aldus Deeptosh Majundar, journalist van het plaatselijke dagblad The Telegraph.


Blamage

De verantwoordelijke autoriteiten hebben een heel ander verhaal. Volgens P. Surajit Kar, commissaris van de verkeerspolitie, zijn er in Calcutta nog maar "zeer weinig loopriksja's zonder vergunning". De afdeling die verantwoordelijk is voor controle en verlenging van de vergunningen en die illegale riksja's moet zien te pakken, heet de Hackney Carriage Branch, gevestigd in het oostelijk deel van de binnenstad. Een lange rij met papieren gewapende riksjarijders wacht geduldig op zijn beurt, in de schaduw in hun voertuigen hangend. Binnen bevestigt commissaris S.C. Majumdar het oordeel van zijn collega. "Er zijn nauwelijks illegale riksja's meer." In de periode 1992-1995 werden volgens de officiële cijfers zo'n 2500 illegale riksja's gepakt en vernietigd.
   Een eventueel verbod zal weinig gevolgen hebben voor het vervoer in Calcutta, vindt A.K. Bandopadhyaya, beleidsmedewerker verkeer & transport van het West-Bengaalse ministerie van transport. De loopriksja's maken slechts een fractie van de vervoerscapaciteit uit. "We hebben hier tien miljoen passagiers per dag en maar een heel klein gedeelte daarvan reist per loopriksja. Het is een inefficiënte wijze van transport. De riksja's vervoeren weinig passagiers, maar slokken wel veel ruimte op en verstoppen het verkeer." Daarnaast hameren de autoriteiten erop dat een onmenselijk vervoermiddel als de loopriksja haaks staat op de moderne tijd en een blamage is voor Calcutta. Een verbod op loopriksja's zou naar hun mening een belangrijk onderdeel kunnen zijn van een strategie om Calcutta's straten te ontstoppen.

riksjaloper op de Howrah-brug (foto: Arjen Zwart)
   Critici van zo'n verbod, zoals Deeptosh Majundar, wijzen op onderzoek waaruit zou blijken dat het beroep van riksjafietser (waarvan India er vele miljoenen telt) nog ongezonder is dan riksjaloper omdat de krachten bij het fietser ongunstiger uitwerken op het lichaam. Bovendien is het volgens hem ook onmenselijk om mensen zomaar van hun broodwinning te beroven. "Alsof een riksjaloper ineens kan overstappen op een gemotoriseerde riksja, hij heeft de middelen niet." Ook de All Bengal Rickshaw Union, waarvan zowel lopers als eigenaren van legale riksja's lid zijn, is fel tegen een verbod. "Een verbod is irreëel zolang de regering niet in staat is om alternatieve werkgelegenheid voor de riksjalopers te bieden," vertelt vakbondsleider Sanat Kumar Banerjee in het kleine sobere kantoortje van de bond aan de drukke Chittaranjan Avenue. Daarnaast zouden ook de eigenaren van de riksja's gecompenseerd moeten worden voor het kapitaalverlies dat een verbod van loopriksja's met zich mee zou brengen. De opvatting van Banerjee wordt gedeeld door Pramathes Sen, secretaris van de aan de Congrespartij gelieerde Intuc (Indian National Trade Union Congress), een bond die "in principe" wel voor een verbod is.


Heet hangijzer

Maar de bestuurders hebben niet alleen te maken met weerstand van lopers en eigenaren, ook veel inwoners zijn weinig geporteerd van een mogelijk verbod. Van het totale personen- en goederenvervoer mag slechts een klein deel voor rekening van loopriksja's komen, voor het vervoer over korte afstand binnen de wijken zijn de kleine en relatief wendbare voertuigen wel van belang. Veel van Calcutta's uitpuilende smalle straatjes zijn onbegaanbaar voor gemotoriseerd verkeer. Vervoer tot voor de deur is vaak slechts mogelijk per riksja, wat van belang is voor bijvoorbeeld bejaarde, gehandicapte of zieke passagiers. Daarnaast hebben vele families in Calcutta een 'vaste' riksjaloper die hun kinderen 's ochtends naar school brengt en ze 's middags ophaalt. Loopriksja's zijn (net als taxi's) relatief duur en de klanten komen doorgaans uit gegoede milieus met meer dan evenredige politieke invloed.
   Tijdens de moesson, als het water in Calcutta's straten soms tot aan het middel reikt, vormen de loopriksja's vaak de enige vorm van vervoer en stijgen de lopers plotseling op de sociale ladder. En verdrievoudigen de tarieven. Al in 1982 werden deze voordelen in een artikel in The Sunday Statesman breed uitgemeten. Want, zo benadrukt Deeptosh Majundar: "Een eventueel verbod op loopriksja's is al jaren een heet hangijzer, het blijft hoog op de politieke agenda staan." Telkens bleek een verbod politiek (net) niet haalbaar. Er was te veel oppositie onder vakbonden, riksjalopers, eigenaren en passagiers (en via hen onder parlementsleden) om een verbod door het deelstaatparlement te slepen. Maar zolang de plannen om de riksja's te verbieden niet definitief de ijskast ingaan, blijft de toekomst van de lopers onzeker.

xxx




terug

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 27 augustus 2002