terug

LIW-activiteiten krijgen veel aandacht in speech staatssecretaris Wijn

In onderstaande speech over MVO verwees staatssecretaris Wijn drie maal naar activiteiten waarbij de LIW, in twee gevallen samen met anderen, nauw is betrokken:


Speech van de staatssecretaris van Economische Zaken, Joop Wijn

European Business Marathon, Utrecht, 12 december 2002


Intro

Ik begin met een boodschap van de Minister President. Die is momenteel op de EU-Top in Kopenhagen. Hij laat u weten met een groot aantal bedrijven van gedachten te willen wisselen over MVO. En daarbij zeker de link te willen leggen naar de bredere discussie over waarden en normen.

Weet u hoeveel hits je krijgt als je op het internet zoekt op de term 'corporate social responsibility'? Eén miljoen honderdveertigduizend hits. Als je het met 'maatschappelijk verantwoord ondernemen' probeert, dan levert dat 5000 hits op. Word je specifieker, bijvoorbeeld 'studeren en MVO', dan krijg je 350 hits. 'Bedrijf, beleid en MVO' geeft 300 hits en 'scriptie en MVO' 150.

Je kunt natuurlijk heel wat afdingen op de methode. Toch geeft het aan dat er verschrikkelijk veel mensen bezig zijn met het onderwerp: ondernemers, studenten, beleidsmakers, adviseurs.

In pakweg tien jaar tijd zijn steeds meer mensen gaan inzien dat het succes van een onderneming onlosmakelijk verbonden is met het welvaren en de stabiliteit van de gemeenschap. Dat naast 'profit'ook 'people'en 'planet' een rol spelen. En dat inzicht roept om een nieuwe bedrijfslogica.

Een logica waarbij het zorgdragen voor werknemers, voor gemeenschappen en voor de omgeving niet alleen gezien wordt als het moreel juiste. Maar ook vanuit het streven naar continuïteit en winstgevendheid, de beste aanpak is.

Recessie en MVO

Het lastige is om vanuit dat inzicht, vanuit die overtuiging dat MVO de continuïteit en winstgevendheid ten goede komt, de werkvloer op te gaan en te bedenken wat maatschappelijk verantwoord ondernemen dan concreet betekent. Je moet, zoals de Amerikanen dat zo mooi zeggen, 'put your policy where your principles are'. Maar hoe doe je dat? Hoe kun je, om met Peter Drucker te spreken, sociale problemen omvormen tot business opportunities?

De 'how to'-vraag staat centraal op deze bijeenkomst. En die is dan ook goed gekozen. Bedrijven snakken naar praktische tips, voorbeelden en adviezen.

Statusrapport

Dat blijkt ook uit het statusrapport over MVO. Dat is vandaag verschenen.

Het rapport geeft een overzicht van de bevestigt mijn beeld dat de 'waarom'-vraag niet langer op één staat. Maar dat we al aan het doorpakken zijn naar de 'hoe'-vraag. Met goede resultaten. Ik noem u een aantal voorbeelden.

  • Bijna alle financiële instellingen in Nederland verkopen inmiddels duurzame producten. En men begint nu met het aanboren van de markt voor duurzaam beleggen in kleinere en middelgrote ondernemingen.
  • Het midden- en kleinbedrijf houdt bij het inkopen steeds vaker rekening met de integriteit en duurzaamheid van toeleveranciers. Het gaat dan om uiteenlopende zaken als: milieu, kinderarbeid, corruptie en de bijdrage aan een betere samenleving.
  • Er is een toename van het aantal bedrijven dat een gedragscode opstelt.
  • De verslaglegging over maatschappelijk verantwoorde activiteiten is in opkomst.
  • En steeds meer universiteiten nemen bedrijfsethiek en MVO op in hun onderwijsprogramma's.
Zo'n statusrapport geeft ook een beeld van wat de volgende stap zou kunnen, of zou moeten zijn. Welk extra zetje nodig is om ervoor te zorgen dat MVO uit de nog verder van de grond komt. Wat we moeten doen om ervoor te zorgen dat MVO straks heel normaal is. Dat het de norm wordt. Net als het HRM-beleid. Of kwaliteitszorg.

Nieuwe rolverdeling

Ik zeg heel bewust 'we'. En doel daarmee op een joint effort van overheid, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven. Daarbij heb ik ook een duidelijke rolverdeling in gedachten.

Ik vind MVO primair een zaak van de onderneming zelf. Want aan het eind van het rit zijn het de bedrijven die de kansen moeten zien. En moeten pakken. Het zijn de bedrijven die MVO van binnenuit moeten verankeren.

Dat het initiatief bij de onderneming ligt, betekent echter niet dat ze er alleen voor staan.
Ik vind dat de overheid bedrijven moet ondersteunen. En moet stimuleren. Vanuit die rolopvatting moet de overheid ophouden met vermanen en het opgeheven vingertje. In plaats daarvan moeten we bekijken waar we bedrijven kunnen helpen en kunnen prikkelen. Bij die faciliterende en stimulerende rol past het beeld van de uitgestoken hand.

Die uitgestoken hand staat symbool voor een nieuwe opstelling. Een nieuwe, moderne houding die gericht is op creativiteit en samenwerking. En waarbij we afscheid nemen van klassieke reflexen. Zoals de reflex dat de overheid de wereld moet veranderen met wetten en subsidies. Dat werkt niet. De reflex dat ondernemingen zich louter en alleen richten op productie. Dat is niet langer het geval. En de reflex dat maatschappelijke organisaties alleen maar 'boe' roepen. Ook dat wordt verleden tijd. Nog altijd prikkelen NGOs het bedrijfsleven. Maar doen dat nu in dialoog.

Ik merk zie die eigentijdse opstelling ook echt in de praktijk. Zo heb ik gisteren het MVO-referentiekader in ontvangst mogen nemen uit handen van het MVO-platform. Dat MVO-platform is een unieke vorm van samenwerking van NGOs.

Nog zo'n voorbeeld. De MVO-index van de Consumentenbond. Daarmee krijgen straks 3 miljoen leden een beeld van de MVO-aspecten van een product of producent. Prachtig. EZ ondersteunt dit initiatief, samen met collega-departementen.

De zeven MVO-punten

De nieuwe opstelling en die nieuwe rolopvatting voor de overheid, heb ik vertaald in een MVO-actieplan.

Het zijn zeven actiepunten waarop u mij kunt aanspreken. En afrekenen. Ik loop ze met u langs.

1. De overheid als change-agent
Geen opgeheven vinger. Geen wetten en regels. En geen zakken geld. Geen oude reflexen. Maar nieuwe en andere vormen van samenwerking zoeken en bevorderen. Kortom; de overheid die zich als één van de change-agents opstelt, partijen bij elkaar brengt en uitnodigt tot innovatieve samenwerking. We hebben daar in Nederland al enige ervaring mee.

Er worden steeds meer partnerships gevormd. Tussen gemeentes en bedrijven. Bijvoorbeeld het Steeds Beter Programma. Over dit programma wordt vandaag een workshop gehouden.

Ook in internationaal verband is de figuur van partnership een hot topic.

Vorige maand was ik in India op een handelsmissie. Ik heb partnerships hoog op mijn gespreksagenda gezet.

Het gaat erom het Nederlandse bedrijfsleven te stimuleren samen te gaan werken met Indiase counterparts. En dat die samenwerking het vertrekpunt wordt voor initiatieven op het vlak van MVO en ondernemen tegen armoede.

We zetten die lijn door bij andere handelsmissies. Zo staat er voor 2003 een missie gepland naar Oost-Afrika. Ook daar ligt de nadruk op het zoeken naar mogelijkheden voor partnerships tussen Nederlandse bedrijven en hun counterparts.

2. OESO richtlijnen promoten
Steeds meer ondernemingen zijn actief in het buitenland. En steeds vaker stuiten ondernemingen daarbij op de mogelijkheid sociale problemen om te zetten in business opportunities. Dat is prachtig.

Maar ondernemen in landen met hun eigen problemen en hun eigen mores kan ook moeilijkheden opleveren. Ik vind het belangrijk ondernemers te helpen ook dan het juiste pad te vinden. De OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen spelen daarbij een belangrijke rol.

Ik promoot daarom de richtlijnen voor multinationale ondernemingen die de OESO heeft vastgesteld. Daarbij maak ik graag gebruik van organisaties die dichtbij de ondernemer staan. De Kamers van Koophandel bijvoorbeeld.
Recentelijk heb ik een initiatief van de Utrechtse Kamer van Koophandel financieel ondersteund. En dit is het resultaat.

Een toegankelijke cd-rom over de OESO-richtlijnen. Met een toelichting. Alle leden van de Utrechtse Kamer van Koophandel kunnen er één krijgen. U krijgt straks ook een exemplaar.

Daarnaast ontvangt ieder bedrijf dat een exportsubsidie aanvraagt een EZ-brochure over de OESO-richtlijnen. En eisen we dat aanvragen voor een exportkredietverzekering vergezeld gaan van een verklaring dat de aanvrager kennis heeft genomen van de OESO-richtlijnen.

Bedrijven die actief zijn in het buitenland doen er ook goed aan de hand te leggen op het Amerikaanse blad Time, van vorig week. Waarom? Vanwege de 'Must Lunch List'.

Dat is een lijst van invloedrijke mensen bij wie je - als je het wilt maken in het internationale bedrijfsleven - in het balboekje moet komen te staan. Eén van de mensen met wie je een vorkje moet zien te prikken, is Rien Sikkel. 'Wie is dat?', zie ik u denken.

Rien Sikkel is voorzitter van het OESO-Comittee on International Investment and Multinational Enterprises, kortweg CIME. En voorzitter van het Nationaal Contactpunt OESO-richtlijnen. Dat NCP zit bij EZ.

Het NCP is het platform waar iedereen vragen kan stellen over de omgang van bedrijven met de OESO-richtlijnen. Sikkel is ook ambtenaar bij mijn ministerie. En daarmee is de cirkel van het promoten van de OESO-richtlijnen weer rond. Want EZ is de drijvende kracht achter beide organisaties.

Het NCP heeft de eerste kwestie inmiddels tot een goed einde gebracht. De Landelijke India Werkgroep heeft - via het NCP - de dialoog geopend met Adidas. Over de manier waarop Adidas omgaat met verantwoord produceren in India. De gezamenlijke verklaring over hoe beide partijen elkaar hebben weten te vinden, ligt voor u klaar. Een mooi voorbeeld van hoe het NCP in praktijk bijdraagt aan de MVO-discussie.

3. Onderzoeksprogramma MVO
MVO is niet alleen een kwestie van willen, maar ook van kunnen. En om je beleid in lijn te kunnen brengen met je principes, is er praktische kennis nodig.

Het universitaire onderzoeksprogramma MVO gaat daarvoor zorgen. Het is een initiatief van het NIDO. Dat EZ heeft omarmd. Over 19 dagen gaat het onderzoeksprogramma van start. En natuurlijk zorgen we ervoor dat de banden tussen het onderzoeksprogramma MVO en het Kenniscentrum MVO hecht zijn en de lijnen kort.

In de workshop van professor Jacqueline Cramer van het NIDO, komt het onderzoeksprogramma MVO uitgebreid aan bod.

4. Bewustwordingscampagne MVO
EZ start in 2003 met een bewustwordingscampagne over MVO. De campagne heeft drie doelen. Bedrijven prikkelen om met MVO aan de slag te gaan. Een breder maatschappelijke debat aanzwengelen over het thema. En het Kenniscentrum op de kaart zetten te als dé kennisbron op het gebied van MVO.

Daarnaast gaan we ook voorlichtingsbijeenkomsten organiseren. Regionaal. Samen met het MKB. En speciaal bedoeld voor het midden- en kleinbedrijf.

We gaan ook van start met workshops over best-practices. Daarmee bieden we de mogelijkheid ervaringen uit te wisselen. En we stellen een MVO-prijs in; speciaal voor het MKB.

5. Krachtenbundeling
Bij de nieuwe rolverdeling hoort ook samen optrekken. Krachten bundelen in plaats van versnipperen. Dat gaan we op verschillende manier doen.

We gaan de CEO's van bedrijven die we tot de MVO-voorhoede mogen rekenen, vragen hun kennis en inspiratie te delen. Met een ieder die er maar oren naar heeft. Inclusief de mensen die nog moeten wennen aan het hele MVO-concept.

Ik noem dit initiatief de 'CEO-missie'. Ook voor deze CEO-missie hanteren we een modern model. Het gaat niet om zenden. Maar ook om ontvangen. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de CEO-missie een dialoog start tussen alle betrokken partijen.

Ik wil ook het contact met de NGO's en intermediairs intensiveren. En nog meer open staan voor initiatieven van maatschappelijke organisaties. Twee weten immers altijd meer dan één. Concreet: ik ga een multistakeholdersplatform starten. Daarin is plaats voor bedrijven, vakbonden, intermediaire organisaties, de pensioenfondsen en NGO's. De samenstelling kan natuurlijk wisselen. Net zoals de thema's dat zullen doen.

6. Maatschappelijke verslaggeving
Door de belangstelling voor het product 'duurzaam beleggen', worden bedrijven - als het ware via de achterdeur - aangespoord om informatie te verstrekken over de duurzaamheid van hun doen en laten.

Dit voorjaar komt de Raad voor de Jaarverslaggeving met een advies over maatschappelijke jaarverslaggeving.
In combinatie met de activiteiten van het Global Reporting Initiative, geeft het advies een belangrijke kwaliteitsimpuls aan de verslaggeving in Nederland.

Ik zal de uiteindelijke adviezen van de Raad én de GRI-richtlijnen actief onder de aandacht van bedrijven brengen. En dit onderwerp ook agenderen voor de CEO-missie waarover ik net sprak.

De overheid wil niet toe naar het verplichten van maatschappelijke jaarverslaggeving. MVO is namelijk meer dan het je houden aan de wettelijke regels. MVO gaat verder dan de wet. Het gaat bij MVO om dingen die je niet altijd in de wet kunt vastleggen. Het gaat om respect en verantwoordelijkheid. Als je jaarverslaggeving over MVO-aspecten afdwingt, schiet je je doel voorbij. Dan wordt het een kwestie van afvinken. Ik zie veel meer in een dialoog. Over wat we onder respect, fatsoen en verantwoordelijkheid verstaan. Op die manier draag je veel meer bij aan de verinnerlijking van MVO.

7. Verantwoord inkopen overheid
Ik zei u al dat de overheid een ondersteunende en stimulerende rol moet spelen in het streven MVO tot norm te verheffen.

Die rol ontslaat ons niet van de plicht ook zélf het goede voorbeeld te geven. De overheid is immers zelf ook in zaken. We kopen producten en diensten in. En besteden ook regelmatig werkzaamheden aan. Op grote schaal. En bij die activiteiten moet ook de overheid haar principes in beleid om zetten.

Een goed voorbeeld is de Max Havelaar koffie die inmiddels uit vele automaten binnen de overheid stroomt. Maar het stopt daar niet.

Neem bijvoorbeeld zoiets basaals als bedrijfskleding. Ook daar kun je op de duurzaamheidsaspecten letten.

De gemeente Amsterdam zet de toon. Men kijkt daar nu heel bewust naar de herkomst van dienstkleding. En heeft de ambitie een 'Schone Kleren'- gemeente te worden.

Het duurzaam inkopen en aanbesteden staat binnen de overheid nog in de kinderschoenen. Maar we gaan het wél serieus aanpakken. Niet alleen bij EZ. Maar op álle departementen. Als coördinerend ministerie van MVO, zorgt EZ ervoor dat er medio 2003 een concreet plan van aanpak ligt. Voor de gehele overheid.

Afsluiting

Partnerships, OESO-richtlijnen, een onderzoeksprogramma en een campagne, een CEO-missie, maatschappelijke verslaggeving, en een plan van aanpak voor duurzaam inkopen en aanbesteden door de overheid. Uit mijn zeven-punten-plan mag u afleiden dat ik MVO belangrijk vind. Oók in tijden waarin het ons economisch wat minder afgaat.

MVO Tijdlijn 2002-2005

Ik ben niet de enige die daar zó over denkt.

Ook het Kabinet hecht belang aan maatschappelijk verantwoord ondernemen. We hebben daar ook een mooie tijdlijn voor uitgezet.

2003 staat wat mij betreft in het teken van de zeven MVO-actiepunten. Die zeven punten zijn een mooie opmaat naar 2004.

In 2004 maken we de Europese MVO-balans op tijdens het Nederlandse voorzitterschap van de EU. Dat is een Europese versie van het statusrapport. En dat Europese statusrapport zal ons ook inzicht geven in wat we in Europees verband moeten nastreven. En welke acties we moeten nemen.

Die zaken bespreken we tijdens een echte CSR-Top. Die EZ zelf in Nederland zal organiseren.

En om het af te maken: die CSR-Top is de voorbereiding voor de CSR-Business Olympics. Die in 2005 worden gehouden. Bij die Olympics zetten we de Europese MVO-prestaties af tegen de MVO prestaties wereldwijd.

Ik kom wel eens mensen tegen die suggereren dat het in een economische dip wel snel afgelopen zal zijn met zo'n luxeonderwerp als MVO. Ik vertel ze graag dat ze zich vergissen. Dat MVO een onomkeerbaar proces is. Dat het een onlosmakelijk onderdeel wordt van de bedrijfsstrategie.

Om in economentermen te spreken: MVO is geen conjunctureel maar een structureel verschijnsel. Logisch ook: het MVO-denken opent je de ogen voor kansen. Kansen richting personeel, kansen richting klanten en kansen om de winstgevendheid te verbeteren.

U ziet: MVO heeft letterlijk en figuurlijk een grootse toekomst!

Ik wil nu graag het eerste exemplaar van het Statusrapport MVO overhandigen aan Tom Rodrigues.


Landelijke India Werkgroep - 13 december 2002