naar hoofdartikel


Sport Goods Foundation of India:

Sportgoederenindustrie Jalandhar in 2005 kinderarbeidvrij


De sportgoederenindustrie in Jalandhar is er veel aan gelegen om kinderarbeid in deze sector te weren. Dat stelt althans Satish Wasan, zelf exporteur en secretaris van de Sports Goods Manufacturers & Exporters Association (SGMEA) en Sports Goods Foundation of India (SGFI). Wasan was onlangs in Nederland. India Nu sprak met hem over het NLI-onderzoek, waarvan we de belangrijkste resultaten in het vorige nummer (124, mrt-apr 2000) presenteerden. Ook vroegen we hem naar de stappen die de SGFI wil zetten om kinderarbeid tegen te gaan en de kinderen te rehabiliteren.

Het probleem van kinderarbeid in de sportgoederenindustrie - en in het bijzonder de voetbalproductie - kwam door toedoen van Christian Aid in 1998 volop in de internationale belangstelling. Er werken zeker kinderen in de sector, geeft Wasan meteen toe. Maar de beschuldigingen van Christian Aid waren volgens hem "uit de lucht gegrepen" en de "cijfers nergens op gebaseerd". Om die reden was er in 1998 dan ook alle aanleiding voor een neutrale studie door een onafhankelijk instituut.

  De keuze viel op het National Labour Institute (NLI), dat Wasan omschrijft als "gerenommeerd en betrouwbaar". De conclusies wat betreft het aantal werkende kinderen wil hij dan ook niet in twijfel trekken. Volgens het NLI werken er naar schatting zo'n tienduizend kinderen. "De meesten daarvan verrichten echter 'kinderwerk': ze kunnen daarnaast gewoon naar school. Ze zijn te beschouwen als leerlingen die een vak leren. De 1350 kinderen die wel fulltime werken, is eigenlijk helemaal niet veel als je het vergelijkt met andere sectoren in India. Maar we vinden als sportgoederenindustrie dat er in onze sector helemaal geen plaats moet zijn voor kinderarbeid, waardoor kinderen niet naar school gaan." Op de vraag of er kinderen in deze sector in iets verder van Jalandhar gelegen districten werken, biedt het onderzoek geen zicht, maar Wasan acht dat "best mogelijk".

  Kritischer is Wasan over de gegevens die het NLI-rapport presenteert over de lonen. "Het onderzoek heeft gemiddelden getrokken van een beperkt aantal waarnemingen." Dat heeft volgens de SGFI-secretaris te maken met de korte tijd waarin het onderzoek is uitgevoerd. "In slechts twee maanden zijn de gegevens verzameld door 25 onderzoekers." De exporteurs betalen het werkelijke tarief voor voetballen, verzekert Wasan, en voor de stikkers komt dat neer op een inkomen boven het minimumloon. Dat contractors (bemiddelaars) trucs gebruiken om een fors deel van het stukloon 'binnen te halen', bijvoorbeeld doordat ze vijftig procent krijgen voor het aan elkaar (laten) stikken van de twee helften van voetballen, is volgens Wasan een verkeerde voorstelling van zaken. "Die eindbewerking vergt bovendien technische vaardigheden die niet alle stikkers in huis hebben."

  Ook wijst Wasan erop dat het rapport bijna twee jaar oud is en dat er sindsdien het nodige is gebeurd in Jalandhar. Een programma om samen met de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) werkende kinderen uit hun werk te halen en te rehabiliteren ketste uiteindelijk af. Wasan: "Er zou te veel geld gaan naar management, en dus te weinig overblijven voor de kinderen zelf. Dat was het argument van de Indiase regering, en daar waren wij als exporteurs het mee eens". Daarop werd door de industrie de SGFI opgericht, een stichting waarvan 25 grote exporteurs lid zijn (zie hoofdartikel). Samen zijn zij goed voor 83 procent van de export van voetballen. Daarnaast zijn er naar schatting nog zo'n 125 kleine exporteurs van met name goedkope ballen, die geen lid zijn van de SGFI. Maar Wasan verwacht dat de meeste zich wel bij het initiatief zullen aansluiten.

  De SGFI wil nu eerst de omvang van de problemen goed in kaart brengen, en daarvoor is uitvoeriger onderzoek dan de NLI-studie nodig. Wasan: "Om de probleem aan te kunnen pakken, moeten we precies weten hoeveel kinderen er werken, waar en om wat voor redenen." Inmiddels heeft de SGFI, aldus Wasan, alle eenheden met drie of meer stikkers geregistreerd, evenals de centra - werkplaatsen met meer dan acht stikkers. De gegevens gaan naar de bekende controle-organisatie SGS, die het onderzoek uitvoert en de externe controle doet (zie hoofdartikel).

  De eindresultaten van het SGS-onderzoek verwacht Wasan in de loop van het volgende jaar. Pas dan zullen eventuele maatregelen volgen op het gebied van scholing en rehabilitatie, waarbij Save the Children Fund (SCF) en Unicef betrokken zullen worden. Maar het is nog veel te vroeg om daar nu inhoudelijke uitspraken over te doen, vindt Wasan. "We zullen doen wat nodig is." Wel is inmiddels de non-gouvernementele organisatie Indian Council of Child Welfare (ICCW) door de SGFI geselecteerd om de publieke opinie in Punjab te mobiliseren en de mensen duidelijk maken dat kinderen geen (voet)ballen moeten stikken. De ICCW heeft volgens Wasan een goede reputatie en beschikt over veel vrijwilligers in de Punjab. De organisatie maakt gebruik van vrouwelijke studentes die in hun vakantie de dorpen ingaan. Ook vrouwen van exporteurs doen mee aan bewustwordingsactiviteiten. Zowel ICCW, SGS, Unicef als SGS maken deel uit van de stuurcommissie van de SGFI.

  Het totale programma, van het in januari gestarte onderzoek tot en met scholing en rehabilitatie, zal vijf jaren duren. Dat het wat tijd kost, vindt Wasan niet meer dan reëel: "Je kunt dit soort problemen niet van vandaag op morgen oplossen." Maar nu, aan de vooravond van Euro 2000, is de situatie door het "toegenomen bewustzijn" hoe dan ook al gunstiger dan in 1998 toen het NLI zijn onderzoek uitvoerde, denkt Wasan. "SGS zal waarschijnlijk maar heel weinig werkende kinderen aantreffen." Over de afloop van het programma is hij dan ook optimistisch. "Over vijf jaar werken er geen kinderen meer in de sportgoederenindustrie van Jalandhar", klinkt het stellig. Een uitspraak die Wasan als commitment van de SGFI omschrijft. De exporteurs hebben zich op vrijwillige basis aan deze doelstelling verplicht, maar dat neemt niet weg dat ze er op aan te spreken zijn.

Henk Boon
(tekst en foto)


naar hoofdartikel

begin document

Landelijke India Werkgroep - 7 maart 2000