terug
Uit: India Nu 68 (sep-okt 1990)



Vrouwen zetten eigen bank op



Het is al weer vijf jaar geleden dat in Nairobi, de hoofdstad van Kenya, een grote vrouwenconferentie werd georganiseerd om het decennium van de vrouw af te sluiten. Duizenden vrouwen kwamen daar bij elkaar om te praten over wat er in dat decennium nu allemaal was gebeurd voor vrouwen en vooral om met elkaar te bespreken wat er allemaal nog zou moeten gebeuren om de positie van vrouwen in de samenleving te verbeteren. Een van de dingen waar de vrouwen uit de Derde Wereld zich hard voor maakten, is dat vrouwen meer toegang krijgen tot banken en andere instellingen waar ze een lening kunnen afsluiten. Bankieren met de kleinste ondernemers van het land.


zelfstandige onderneemsters

Dag in dag uit leveren miljoenen vrouwen in de Derde Wereld een strijd om hun bestaan. Geld verdienen is voor de vrouwen van groot belang. Hun man verdient bijvoorbeeld niet genoeg en toch moet er 's avonds wat te eten zijn. In heel veel gevallen is de vrouw de enige in het huishouden die een inkomen binnen brengt. In Afrika is bijvoorbeeld in één op de vier gezinnen, de vrouw de enige kostwinner. Erg veel mogelijkheden om een inkomen te verdienen hebben de arme vrouwen niet. Ze hebben bijvoorbeeld geen opleiding gehad en maken daarom weinig kans op de wat betere baantjes. Een groter probleem is dat de vrouwen niet de hele dag van huis kunnen zijn omdat ze nu eenmaal ook voor de kinderen moeten zorgen. Een baantje in de stad, in de fabriek, is er voor vrouwen op het platteland dan ook niet bij. Het enige wat voor de meeste vrouwen overblijft, is zelf iets op poten zetten wat misschien wat geld in het laatje brengt. Godavori is zo'n vrouw. Ze woont op het Indiase platteland en is naast huisvrouw en moeder ook groenteverkoopster. Ze koopt in een nabijgelegen stadje groenten en aardappelen en probeert die huis aan huis te verkopen.
Okhiben is een andere Indiase kleine zelfstandige. Zij koopt hout in, maakt daar thuis puzzels en speeldozen van en probeert deze dan weer op de markt te verkopen. Godavori en Okhiben verdienen niet veel. Omdat ze zo weinig geld hebben kunnen ze niet efficiënt te werk gaan. Ze kunnen bijvoorbeeld maar kleine voorraden inkopen en moeten steeds opnieuw terug naar de handelaar voor nieuwe voorraden. Ook kunnen ze geen gebruik maken van de kortingen bij het inkopen van grote voorraden. Geld lenen bij een bank zou een oplossing zijn, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.


geen méédenkbank

Vrouwen, zoals Godavori en Okhiben die naar een bank gaan voor een lening, lopen tegen verschillende problemen aan. In de eerste plaats kost het de vrouwen enorm veel tijd; wachten, formulieren invullen (die ze vaak niet kunnen lezen), onderhandelen, teruggaan naar de bank om de lening op te halen en steeds weer terug om de lening af te betalen. Gezien hun zware dagtaak kunnen de vrouwen die tijd niet missen. Daarnaast vinden de banken het helemaal niet interessant om zaken met de onderneemsters te doen. Het bedrag dat de vrouwen willen lenen vinden ze veel te klein. Het kost de banken nog meer aan administratie- en personeelskosten dan dat de rente op de lening ze oplevert. Een ander probleem is dat vrouwen een onderpand voor de lening moeten hebben, een stuk land of een huis bijvoorbeeld. Dit soort onderpand hebben de vrouwen vaak niet en als ze het al hebben, staat het meestal op naam van de echtgenoot. Hij moet dan altijd mee als mede-ondertekenaar van de lening. In sommige landen is het een probleem dat vrouwen een openbaar gebouw als een bank niet eens mogen betreden of dat het verboden is dat ze met een andere man dan hun echtgenoot praten. Kortom naar een bank gaan om een lening af te sluiten is zo eenvoudig niet. Wat dan?


abnormale rentes

De meeste vrouwen die geld nodig hebben om hun zaakje op poten te zetten of uit te breiden, gaan naar de zogenaamde informele kredietverleners. Dat is bijvoorbeeld de geldschieter op de markt, een pandjesbaas of de handelaar waar de vrouwen hun voorraden en spullen kopen. Informeel lenen gaat veel sneller. Er komt geen papieren rompslomp aan te pas, alles kan dienen als onderpand, en de geldschieter is altijd in de buurt. Toch zien de vrouwen het informele lenen als een noodzakelijk kwaad. Okhiben vertelt dat ze vroeger met haar man houten stoelen en theetafels maakte. "Om het hout te kunnen kopen", zegt ze, "leenden we geld bij een geldschieter. Ik moest mijn gouden sieraden als onderpand geven. We moesten ook veel rente betalen: 36% per maand. Daardoor hielden we maar weinig over. Onze schulden werden steeds groter". Naast de hoge rentes en de grote schulden vinden vrouwen het ook een probleem dat ze erg afhankelijk worden. De leidster van een groep groenteverkoopsters in India vertelt over een vrouw die zwaar in de schulden raakte bij een groenteleverancier. "De groenteleverancier zei tegen de vrouw: 'Je schuld is zo groot, ik zie geen manier waarop je die kunt terugbetalen. Ik kan je dus niets meer leveren. Maar ik weet wel een andere manier om mij terug te betalen...' De vrouw gaf in het begin niet toe", zegt de leidster, "maar begon later toch een relatie met hem. Pas toen ze een banklening kreeg kon ze zich van de man losmaken."


vrouwenbank

De laatste jaren zijn er verschillende initiatieven geweest om te proberen vrouwen los te maken van geldschieters zoals de groenteleverancier. Eén van die initiatieven is de vrouwenbank die een vakbond voor kleine zelfstandige vrouwelijke ondernemers in India heeft opgezet. SEWA, de Self Employed Women's Association, bestaat al sinds 1971.
Eerst was het de vrouwenafdeling van de grote textielvakbond. Maar toen bleek dat steeds minder vrouwen werk konden vinden in de textielbedrijven en steeds meer als zelfstandige ondernemers voor zich zelf moesten gaan beginnen, scheidde de vrouwenafdeling zich af en werd de vakbond voor onderneemsters opgericht. Toen SEWA zich had opgericht deed ze een onderzoek onder haar leden om te kijken wat de grootste problemen waren. Dat bleken de schulden te zijn die ze bij de informele geldschieters hadden. De vrouwen hadden gemiddeld een schuld twee keer zo groot als hun maandinkomen. Om de vrouwen minder afhankelijk te maken van die geldschieters probeerde SEWA de vrouwen bij de gewone banken te krijgen, waar ze speciale leningen tegen hele lage rentes konden krijgen. Dit was echter geen succes. De bankemployés waren niet gewend aan arme vrouwen in smoezelige kleren vergezeld van luidruchtige kinderen. Ook ontstonden er steeds misverstanden over bijvoorbeeld namen, de terugbetaling, en het invullen van formulieren. Omdat de banken daarnaast ook nog eens een keer op ongunstige tijden waren geopend, besloot SEWA haar eigen bank op te richten. De bank bestaat nu al 17 jaar en is een groot succes.


garant

Eén van de redenen waarom de bank een succes is geworden, is dat een onderpand voor een lening niet noodzakelijk is. In plaats daarvan moeten twee andere vrouwen garant staan voor de lening die één vrouw afsluit. Deze twee vrouwen zullen de leenster natuurlijk onder druk zetten wanneer zij de lening niet terugbetaalt, omdat ze anders zelf voor de terugbetaling opdraaien. Ook worden wanbetalers op deze manier uitgeselecteerd, omdat niemand immers garant voor hen wil staan.
Een andere succesfactor is dat de vrouwen maar één keer naar de bank hoeven; namelijk om de lening af te sluiten. Voor het terugbetalen van de lening heeft SEWA veldwerksters ingezet die naar de vrouwen toegaan om de terugbetalingen op te halen. Dit scheelt vrouwen die ver van de bank af wonen enorm veel tijd. Daarnaast is de SEWA bank soepel. Als een vrouw haar schuld niet terugbetaalt, kijkt SEWA eerst wat er aan de hand is. Dit was bijvoorbeeld het geval bij Okhiben. Ze had bij SEWA een lening afgesloten en kocht daarvan hout voor haar bedrijfje. Ze moest dit in twee jaar terugbetalen, maar kon dat niet omdat haar houtvoorraad als gevolg van een lekkend dak steeds nat werd en ze er niet mee kon werken. Toen SEWA dat wist, hebben ze de terugbetaling versoepeld.
Het sterkste punt van de SEWA-bank is dat ze naast het verschaffen van leningen nog heel veel andere dingen voor de vrouwelijke onderneemsters doet. Ze stimuleert bijvoorbeeld dat vrouwen sparen zodat ze meer controle over hun eigen inkomen hebben en reserves opbouwen. Godavori bijvoorbeeld. Zij heeft een dochtertje van vijf en is nu al aan het sparen voor de bruidsschat die betaald moet worden als haar dochtertje trouwt. "Met al mijn werk verdien ik niet genoeg, maar als ik spaar kan ik haar huwelijk betalen. Ik spaar iedere week vijf roepies bij elkaar. Dat spaargeld bewaar ik in mijn kistje." Trots: "Ik ben degene die spaart, niet mijn man." Ook traint SEWA vrouwen om ze meer kansen op de arbeidsmarkt te geven. Meestal hebben vrouwen geen geld en geen tijd om cursussen te volgen. Ze blijven dan in een kringetje ronddraaien: geen opleiding - weinig kans op een baan - laag inkomen - geen geld voor opleiding - geen kans op een baan - enzovoorts. SEWA doorbreekt dit kringetje door vrouwen een vergoeding te geven voor het volgen van een cursus. Dankzij de SEWA bank zijn veel Indiase vrouwen een heel stuk vooruitgekomen. Hun inkomen is gestegen, ze zijn niet meer afhankelijk van informele kredietverleners, ze bouwen wat reserves op en ze voelen zich zelfverzekerder. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de vrouwen op de conferentie in Nairobi pleitten voor een betere toegang van vrouwen tot officiële kredietinstellingen.
De SEWA bank is een voorbeeld dat wereldwijde navolging verdient en dat gelukkig ook steeds meer krijgt.

XXX




begin document

tijdschrift India Nu

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 4 augustus 2008