|
Taal der TonenDe klassieke muzikale traditie van IndiaKlassieke Indiase muziek zal in ons land wel nooit echt populair worden, maar de laatste jaren neemt het aantal concerten dat Indiase musici geven op podia als Soeterijn, de Doelen, Muziekcentrum Vredenburg en Rasa gestaag toe. Vooral in Amsterdam en Utrecht groeit de belangstelling bij het publiek, zo constateerde John Eylers van de Stichting India Muziek onlangs in het Utrechts Nieuwsblad. Satish Sewraj, zelf tablaspeler, geeft een kort overzicht van de De Indiase klassieke muziek kent twee grote tradities, namelijk de Noord-Indiase of Hindustani en de Zuid-Indiase of Karnatische. Beide tradities hebben een gezamenlijke oorsprong. Tussen de dertiende en de zestiende eeuw raken ze echter steeds meer van elkaar vervreemd, met name door de inbreng van uitheemse tradities in Noord-India. De tradities leggen een sterke nadruk op melodie, metriek en ritmiek, maar verschillen van elkaar in de uitvoering ervan. Dit stuk gaat alleen in op de Noordindiase traditie [die meestal op de Nederlandse podia te horen is, red], uitgezonderd die van dans. Men onderscheidt vier onderdelen in de klassieke traditie: zang, melodische instrumentale muziek, ritmische instrumentale muziek en dans. Alle onderdelen hebben hun oorsprong in de religie en kregen een sterke stimulans door de praktijk van het musiceren in tempels en aan vorstenhoven. De geschiedenis van de Indiase klassieke traditie kent drie perioden. Ten eerste de oude tijd (tot de dertiende eeuw), waarvan slechts teksten en iconografische resten zijn overgebleven. Daarna volgden de middeleeuwen (dertiende tot zestiende eeuw) waarin de basis werd gelegd voor de twee grote tradities, welke in de nieuwe tijd (vanaf de zestiende eeuw) definitief uit elkaar zouden groeien door het ontstaan van nieuwe muziektheorieën. In deze periode ontstonden ook de muziekscholen.
De eerste slag in de cyclus heeft bijna altijd de nadruk en is daarmee de belangrijkste slag. Sommige Indiase standaardcompositieszijn te herkennen als drie- en vierkwartsmaten. Er zijn echter ook vijfkwarts-, zevenkwarts-, negenkwarts-, elfkwartsmaten, etcetera. De Indiase instrumenten zijn in te delen in vier groepen: de snaarinstrumenten, waaronder de Sitar en Sarod, de blaasinstrumenten, zoals bamboefluit en Shehnai, de slaginstrumenten, bijvoorbeeld Tabla en Phakhavaj en de ideofonen, o.m. cymbalen en gongen.
Satish Sewraj
|
begin document | tijdschrift India Nu | HOME Landelijke India Werkgroep |