terug
Uit: India Nu 152 (nov-dec 2004)



Maoïstische rebellengroep PWG

Dialoog in Andhra Pradesh


Verkiezingen en wisselingen van de wacht eerder dit jaar op landelijk en deelstaatniveau in New Delhi en in Andhra Pradesh hebben positieve gevolgen voor het al jaren voortslepende gewapende conflict tussen de maoïstische People's War Group (PWG) en de overheid. Voor het eerst in lange tijd is er serieus kans op een constructieve dialoog. Grote voorzichtigheid is echter geboden.

De maoïstisch georiënteerde People's War Group (PWG) is opgericht in 1980 door Kondapally Seetharamaiah in Andhra Pradesh. Hij gaf zijn baan in het onderwijs op om een linkse activist te worden. Hij liet zich inspireren door de gewapende en succesvolle opstand van
" De guerrilla is de vis,
en het volk is de zee "


Mao Zedong
landloze boeren tegen grootgrondbezitters bij Naxalbari (West-Bengalen) in de jaren zestig.
Ook Seetharamaiah richtte zich aanvankelijk tegen grootgrondbezitters en steunde landloze boeren en armen. Zijn beweging is het sterkst in gebieden waar economische ontwikkeling is achtergebleven, zoals het platteland van Andhra Pradesh. Daar pleegden de afgelopen jaren honderden boeren zelfmoord, daartoe gedreven door een uitzichtloos bestaan met schulden en onophoudelijke droogtes, terwijl de stedelijke gebieden van Andhra Pradesh zich economisch sterk ontwikkelden. Behalve bij armen en boeren, vindt de groep veel steun onder mensen van lage kasten of kastelozen. Na verloop van tijd begon de PWG zich ook steeds meer tegen de staat en de veiligheidstroepen te richten. Dat werd in 1987 definitief duidelijk toen de groep een aantal politici en bestuurders ontvoerde.


  Een gedeelde strijd

Door de samenwerking en uitwisseling van strategieën en middelen tussen verschillende maoïstische groeperingen binnen en buiten India werden deze groeperingen als geheel sterker - ondanks ook onderlinge verdeeldheid. De PWG legde bijvoorbeeld contacten met gelijksoortige groeperingen in andere delen van het land, onder meer in 1998 met de Communist Party of India (Marxist Leninist Party Unity) in Bihar, die ook al jaren een gewapende strijd voert van landloze boeren tegen grootgrondbezitters. Ook bestaan er banden met het Maoist Communist Centre of Bihar en met de maoïstische opstandelingen in Nepal. Daarnaast is er de Confederation of Maoist Parties of South Asia (Composa), een samenwerkingsverband van maoïstische groeperingen in India, Nepal, Sri lanka en Bangladesh. In oktober dit jaar kondigde de PWG aan dat de groep samen met het Maoist Communist Centre een nieuwe groep vormt: de Communist Party of India - Maoist. De Indiase regering beschuldigt de PWG er ook van contacten met de Pakistaanse geheime dienst te onderhouden. De PWG ontkent dit ten stelligste.
Seetharamaiah raakte in conflict met medeleiders van de PWG en moest uiteindelijk het onderspit delven. Hij verliet de groep en vestigde zich in zijn geboortedorp, waar de politie hem in 1992 arresteerde. Hij werd vrijgesproken van alle hem ten laste gelegde feiten. In 2002 overleed hij op 87-jarige leeftijd.

De PWG is het sterkst vertegenwoordigd in Andhra Pradesh, Chhattisgarh, Orissa en Maharashtra. Maar het ultieme doel van de PWG is om een 'revolutionaire zone', een soort nieuwe deelstaat, te stichten van Andhra Pradesh helemaal tot aan Nepal. Nu al is sprake van een soort maoïstische corridor van Zuid-India tot in Nepal. Maar een officiële aparte maoïstische deelstaat is er nog lang niet en het is zeer de vraag of het ooit zover zal komen.

De PWG is echter een hardnekkige en niet te onderschatten groepering. Het is, zoals bij elke guerrilla, voor strijders eenvoudig zich te verbergen in bergen en bossen, terwijl hun doelwitten - leger en overheidsinstanties - altijd goed zichtbaar zijn. Daarnaast heeft de groep vanuit zijn ideologie veel draagvlak bij de arme bevolking op het platteland. Die profiteert niet mee van de economische vooruitgang van de stedelijke gebieden en is daarmee ontvankelijk voor de PWG die ijvert voor verbetering van hun levensstandaarden.
Waar de PWG geen concreet draagvlak heeft, wordt die steun bovendien actief afgedwongen. In de loop van de jaren heeft de groep namelijk veel criminelen aangetrokken die voor de PWG geld binnenhalen door overvallen te plegen op banken, winkels en particulieren, en ook door de voor de lokale bevolking verplichte financiële bijdragen te innen. Dit is geld dat de arme bevolking niet heeft, maar toch moet afstaan om de strijd die zogezegd in hun belang gevoerd wordt, te kunnen financieren. De inkomsten bedragen naar verluidt tussen de vijf en tien miljoen dollar per jaar. Strijders die eenmaal deel zijn van de PWG, hebben nauwelijks nog kans om er uit te geraken. Met regelmaat vermoorden PWG-strijders 'deserteurs'. De PWG weet echter goed dat de groep krediet zal verliezen bij de burgerbevolking, als zij zich te hard opstelt naar hen, en dat de guerrilla dan ten dode is opgeschreven. Daarom zal de groep blijven ijveren voor verbetering van levensstandaarden van de plattelandsbevolking.


  Overheid: van strijd naar diplomatie

De strategie van de overheid was er in eerste instantie een van hard optreden en verder inhoudelijk negeren. In de loop van de jaren is hier echter een kentering in gekomen. Hoe langer de opstand voortduurde, hoe meer draagvlak de PWG kreeg dan wel afdwong in de regio. En hoe sterker de groepering hierdoor werd, hoe meer de overheid besefte dat alleen geweld reageren geen oplossing is.
In het begin was de PWG ook een kleine groepering waar de deelstaatregeringen niet veel rekening mee hoefden te houden. De eenzijdige interesse in economische ontwikkeling van de steden en het stelselmatige onderschatten en negeren van de onvrede over de armoede op het platteland - de reden voor de oprichting van de PWG in 1980 was echter een voedingsbodem voor het verder uitgroeien van de groepering. Hard optreden tegen aanhangers van de PWG, in plaats van luisteren naar de problemen op het platteland, heeft die voedingsbodem alleen maar vergroot. De PWG heeft al herhaaldelijk aangegeven een dialoog te willen met de overheid, maar met het uitgroeien van de groepering begon de PWG ook steeds hardere voorwaarden te stellen aan een dialoog. Onder andere het terugtrekken van politie en leger uit afgelegen gebieden, en daarmee in feite het bestuur van deze gebieden overdragen aan de PWG, is voor de deelstaatregering van Andhra Pradesh altijd onbespreekbaar geweest. Op deze manier heeft het zo

De onlangs gekozen deelstaatpremier van Andhra Pradesh, Jana Reddy, tijdens een bezoek aan minister van Binnenlandse Zaken Patil in Delhi
lang kunnen duren voordat er enige serieuze pogingen werden ondernomen in onderling overleg een constructieve oplossingte vinden voor een probleem dat sluipenderwijs steeds groter is geworden.
In 1999 stelde toenmalig deelstaatpremier van Andhra Pradesh, Chandrababu Naidu, rebellen in staat om zich over te geven aan burgerautoriteiten in plaats van aan de politie. Er zou wil zijn bij veel rebellen om de strijd te staken, maar uit angst om door politie gedood en daarna nooit meer teruggevonden te worden, zouden zij doorgaan. Het aanbod volgde op de dood van drie PWG-leiders en de daarop volgende wraakacties van de PWG. Naidu garandeerde land en geldleningen aan oud-strijders die een nieuw bestaan wilden opbouwen als boer. Desondanks was het wantrouwen te groot en de nog altijd bestaande PWG-leiding te sterk om zo gemakkelijk de groepering te kunnen oprollen.
In 2001 liet de overheid voor het eerst weten bereid te zijn te praten met de PWG. Dit gebeurde na een periode van toenemend geweld, waardoor de druk op de deelstaatregering toenam om daar wat constructiefs aan te doen. De deelstaatminister van binnenlandse zaken van Andhra Pradesh, Devender Goud, lanceerde een plan om de belangrijkste oorzaak van de rebellie aan te pakken: armoede op het platteland. Ondanks aanvankelijk optimisme over deze stappen, ging het al gauw mis. Beide partijen gaven elkaar daar de schuld van. De deelstaatregering zei dat de PWG onredelijke eisen stelde aan de onderhandelingen, waardoor de pogingen op voorhand gedoemd waren te mislukken. De PWG op zijn beurt legde de schuld bij de regering door te stellen dat die geen macht heeft, en dat leger en politie feitelijk de touwtjes in handen hebben in Andhra Pradesh, en niet bereid zijn tot een staakt-het-vuren en terugtrekking van troepen uit de landelijke gebieden waar de PWG sterk vertegenwoordigd is. Volgens de PWG had de groepering een eenzijdig staakt-het-vuren afgekondigd, maar zijn leger en politie doorgegaan met vermoorden van hun leiders. Hierop is opnieuw een geweldsspiraal ontstaan, waarin zowel PWG-leiders als diverse politici en hoge leger- en politiefunctionarissen gedood werden. In 2003 ontsnapte deelstaatpremier van Andhra Pradesh, Naidu, ter nauwer nood aan een moordaanslag die werd toegeschreven aan en opgeëist door de PWG.


  Een opening

Dit jaar namen de kansen op onderhandelingen echter onverwacht toe. In Andhra Pradesh werd de deelstaatregering van Chandrababu Naidu (Telegu Desam Partij, bondgenoot van de BJP) weggevaagd door de Congrespartij. Ook landelijk won de Congrespartij overtuigend van de BJP. De achtergrond is dezelfde: de landelijke en de deelstaatregering wordt verweten eenzijdig gericht te zijn geweest op economische vooruitgang (op zich met groot succes), en te weinig gekeken te hebben naar eerlijke verdeling van die economische vooruitgang over de bevolking. De Congrespartij ging de verkiezingen in met de belofte die vooruitgang eerlijker te verdelen dan de BJP heeft gedaan en veel meer te doen aan ondersteuning van de armen.
Kort na zijn overwinning nodigde de nieuwe deelstaatpremier Y.S. Rajshekh (Jana) Reddy van de Congrespartij de PWG uit voor onderhandelingen. De rebellen reageerden positief. In juli hief de regering het verbod op de PWG op, dat met een korte onderbreking sinds 1992 van kracht was. Ook zorgde Jana Reddy ervoor dat de politie haar acties in de bossen van Andhra Pradesh tegen de PWG staakte. Na een moeizame start kwamen de eerste contacten tussen regering en PWG op gang. Eind september organiseerden de PWG en andere linkse groeperingen in Hyderabad, de hoofdstad van Andhra Pradesh, een openbare bijeenkomst. Het was voor het eerst in vijftien jaar, en tienduizenden mensen kwamen er naartoe. De PWG wilde kort voor de daadwerkelijke onderhandelingen met de regering van Jana Reddy zijn kracht laten zien.


  Belang bij de strijd

Jana Reddy staat nu voor de uitdaging om de eerste hernieuwde contacten met de PWG uit te breiden tot een constructieve dialoog. Dat zal heel moeilijk worden, want er liggen diverse gevaren op de loer. Hij moet allereerst de PWG ervan overtuigen dat hij inderdaad wil en kan werken aan verbetering van de leefomstandigheden op het platteland van Andhra Pradesh. Aan de wil bij hem zal het niet ontbreken, maar hij heeft niet de middelen om snel drastische verbeteringen te bewerkstelligen. Daarnaast is er onderling groot wantrouwen tussen overheid als instituut, ongeacht welke partij aan de macht is in Andhra Pradesh, en de PWG. Het zal tijd kosten dat wantrouwen weg te nemen.

Het belangrijkste struikelblok zou wel eens kunnen zijn dat bepaalde mensen belang hebben bij instandhouding van de strijd. Het is voor deze mensen eenvoudig de besprekingen te saboteren met aanslagen of onwrikbare standpunten, die mogelijk een nieuwe geweldsgolf zullen oproepen. Leger en politie hebben de afgelopen jaren grote bevoegdheden gekregen in de regio om de PWG in toom te houden, en het is de vraag in hoeverre zij die bevoegdheden willen inleveren in het belang van onderhandelingen die al meerdere keren tot niets hebben geleid.

Ook vanuit de PWG is het de vraag hoeveel bereidheid er daadwerkelijk bestaat om aan vrede te

Deelstaatpremier Reddy van Andhra Pradesh bracht in oktober een bezoek aan premier Manmohan Singh
werken. Hoeveel macht kan de PWG nog behouden als er daadwerkelijk een wapenstilstand komt, en de PWG een integraal onderdeel wordt van het politieke leven? Zal de groep bereid zijn macht te delen en dus deels in te leveren? De groep is groot geworden door onvrede onder de lokale bevolking over hun levensomstandigheden. Constructieve stappen van de overheid om die levensstandaarden te verbeteren, zullen die steun voor de PWG wellicht doen afnemen. Bovendien is de PWG allang geen lokaal fenomeen meer dat zich beperkt tot een aantal regio's in Andhra Pradesh. Verlichting van de druk op de PWG in Andhra Pradesh betekent dat de groep lucht krijgt om in aangrenzende deelstaten waar zij ook actief is aan invloed te winnen. Vredesbesprekingen zijn al eerder een voorwendsel gebleken van de PWG om zich te hergroeperen en te herbewapenen, en na afbreken van de dialoog de strijd met zwaardere middelen voort te zetten. Behalve de burgerbevolking, die steeds meer een onbeduidende schakel in het machtsspel van het hele conflict lijkt te worden, is de Congrespartij waarschijnlijk de grootste belanghebber bij vredesbesprekingen. Rust en stabiliteit in de regio zullen de kans op economische ontwikkeling van het platteland van Andhra Pradesh vergroten. Rust en stabiliteit in de regio zullen ook een grote zege opleveren voor Jana Reddy persoonlijk en de Congrespartij als geheel in een regio die al 25 jaar geplaagd wordt door strijd ten koste van meer dan zesduizend mensenlevens.
De PWG geldt momenteel als de grootste en gevaarlijkste maoïstische groepering ter wereld en het zal Jana Reddy en zijn partij landelijk en internationaal veel krediet geven als het conflict nu aan de onderhandelingstafel opgelost wordt. Het is te hopen dat Jana Reddy zijn geduld zal kunnen bewaren en niet te snel resultaat wil zien van deze onderhandelingen om landelijk en internationaal snel faam te verwerven.


  Wankel evenwicht

De eerste contacten zijn gelegd. Dat is positief, want in jaren is de kans op constructieve onderhandelingen in Andhra Pradesh niet zo groot geweest als nu. Het is echter afwachten hoe dit zich verder gaat ontwikkelen. Mochten verdere onderhandelingen enig succes krijgen, dan zullen zowel de PWG als regering, leger en politie om moeten schakelen van een mentaliteit van strijd naar een van samenwerking. Aan beide kanten zijn er echter mensen die er belang bij hebben dat dit niet gebeurt. Het is voor hen eenvoudig om de besprekingen te saboteren. Geduld en voorzichtigheid bij de onderhandelingen zijn dan ook van groot belang. Daarom kan op korte termijn niet veel spectaculair resultaat verwacht worden van onderhandelingen. Er bestaat zelfs een reëel risico op escalatie van het conflict als deze onderhandelingen mislukken, waarbij het scenario van een burgeroorlog zoals die in Nepal plaatsvindt, niet ondenkbaar is.

xxx



terug
HOME Landelijke India Werkgroep
tijdschrift INDIA NU
Landelijke India Werkgroep - 13 januari 2005