terug
Uit: India Nu 119 (mei-juni 1999)


Bezoek Dalits aan Nederland

Geen gunsten, maar rechten


Voor discriminatie en 'onaanraakbaarbeid' is er in de democratische rechtstaat India geen plaats. Dit is verankerd in de Indiase grondwet die verder spreekt van gelijkheid. Het papier van de grondwet blijft voor de meesten van de 240 miljoen Dalits (kastelozen) van India echter mijlenver verwijderd van de dagelijkse realiteit. Hetzelfde geldt voor een speciale wet uit 1989 die hen moet beschermen tegen kastengeweld, aldus Mahendra Pratap Rana. "Het aantal misdaden tegen Dalits neemt juist toe." Samen met Jyothi Raj was hij van 12 tot 14 april in ons land als vertegenwoordiger van de Campaign on Dalit Human Rights.

Kasteloosheid, 'onaanraakbaarheid', Dalits: het zijn begrippen die zeer ver liggen van de dagelijkse werkelijkheid van de 'gemiddelde' Nederlander. Niettemin zijn hier sinds het begin van de actie op 10 december 1998 ruim twaalfduizend handtekeningen gezet tegen de schending van rechten van Dalits en nog altijd komen handtekeningen binnen. "Ik ben jullie zuster, wij zijn broeders en zusters. Het Dalit-probleem is niet alleen ons eigen probleem, het is een menselijk probleem." Jyothi Raj had duidelijk geen moeite om haar boodschap over te brengen tijdens de manifestatie 'Doe recht aan de Dalits' op 13 april in Utrecht. De bezoekers hingen aan haar lippen toen ze in heldere formuleringen de situatie schetste waarin de Dalits moeten leven: als tweede- of misschien wel derderangsburgers, sociaal uitgesloten en voorbestemd om het onreine en zware werk te doen.
  De manifestatie was georganiseerd in het kader van het 'Nederlandse deel' van de grote internationale Campaign on Dalit Human Rights. Hiermee willen de Dalits druk uitoefenen op de Indiase regering om hun rechten te respecteren. De VN vragen ze om discriminatie van Dalits op te nemen in het internationale verdrag tegen rassendiscriminatie en een speciale rapporteur te benoemen voor kastendiscriminatie. De Nederlandse regering zou moeten helpen de kwestie op de internationale agenda te krijgen, vinden de Dalits.


Jyothi Raj en Mahendra Pratap Rana


Bewustzijn

Op de vraag waarom de rechten van Dalits niet worden gerespecteerd en de overheid er kennelijk niet in slaagt de naleving van de eigen wetten af te dwingen is Raj kort: "De regering is eenvoudigweg niet geïnteresseerd, omdat het hele systeem gecontroleerd wordt door de hogere kasten." De verkiezingen bieden de Dalits weinig soelaas omdat hun stemmen volgens Rana steevast worden gekocht. "Dat geldt voor bijna alle Dalits, zowel de gewone mensen zelf als de leiders", zegt Rana stellig. De laatste jaren constateert hij echter een groeiend sociaal en politiek bewustzijn onder de Dalits. "Wat dat betreft is de deelstaat Uttar Pradesh (UP) een voorbeeld voor toekomstige politieke actie geworden." De activist, die tevens als historicus en politicoloog is verbonden aan het 'Indian Social Institute' in New Delhi, refereert daarbij aan de opkomst van politieke partijen 'voor en (geleid) door Dalits' zoals de BSP, die het in UP goed doet.
  Ook Raj constateert een groeiend bewustzijn. De keerzijde is dat dit leidt tot groeiend geweld tegen Dalits. "We claimen steeds meer onze politieke, sociale en economische rechten en dat levert wrijvingen op." Uit heel India komen regelmatig berichten over geweld tegen Dalits. Volgens de Indiase misdaadstatistieken werden er 1997 alleen al 8500 misdaden tegen Dalits officieel gerapporteerd.
  Bihar spant de kroon. Daar controleren zo'n dertig families uit hoge kasten vrijwel al het land, legt Rana uit. Deze deelstaat is dan ook het schouwspel van het ergste kastengeweld in India. Sommige Dalits kiezen voor tegengeweld en dat geldt met name voor Bihar waar ze reageren op massamoorden op Dalits door de privé-legers van rijke grootgrondbezitters. Complete kastenoorlogen zijn het gevolg.
  De Campaign on Dalit Human Rights kiest voor de vreedzame weg. Niet geweld, maar het mobiliseren van de internationale publieke opinie en juridische stappen vormen dan ook de weg om eerbiediging van hun rechten af te dwingen, vinden Raj en Rana. "Wij vragen geen gunsten, maar eisen onze rechten op."


Reserveringen

Een van die rechten is het reserveren door de Indiase overheid van overheidsbanen en van plaatsen op universiteiten voor Dalits. De Dalits die vallen onder de zogenaamde scheduled castes (de kastelozen met een hindoe, sikh of boeddhistische achtergond; christen- en moslimDalits vallen er niet onder, red.) hebben recht op bepaalde 'quota'. Rana beschouwt die reserveringen als essentieel en meent dat "wat we als Dalits de afgelopen vijftig jaar hebben bereikt, te danken is aan de reserveringen." Zonder de reserveringspolitiek was de maatschappelijke situatie van de Dalits naar zijn idee nog beroerder geweest dan die nu al is.
  Ook Raj hecht veel belang aan het beleid van reserveringen. Ze meent dat de Dalitgemeenschap door onder meer gebrek aan onderwijs nog niet in staat is 'volwaardig' te concurreren op de arbeidsmarkt en daarom is aangewezen op positieve discriminatie. "Maar", stelt Raj, "de reserveringen hebben de discrepantie nog lang niet kunnen wegnemen." Reserveringen zouden volgens Raj ook samen moeten gaan met veel breder sociaal beleid zoals goed en gratis universeel onderwijs. Positieve discriminatie is volgens haar slechts een van de middelen om het uiteindelijke doel te verwezenlijken, namelijk de emancipatie van en gelijke kansen voor de Dalitgemeenschap.
  Over de mate waarin het Westen daaraan kan bijdragen tonen Raj en Rana zich redelijk positief. Internationale druk kan volgens hen zeker helpen. De Indiase politiek is gevoelig voor blootstelling van de sociale werkelijkheid aan de wereldopinie, menen beiden. Het feit dat de wetten die de democratische rechtstaat India zelf in het leven heeft geroepen onvoldoende worden nageleefd ligt gevoelig. Peter van der Veer, hoogleraar godsdienstwetenschappen en maatschappij, toonde zich tijdens de manifestatie in Utrecht hierover sceptischer: "De situatie lijkt op het rassenvraagstuk in de VS. Als je invloed van buitenaf wil uitoefenen, moet je je ook afvragen: kunnen we invloed uitoefenen op de situatie in de VS?"


Lange adem

Tweede-Kamerlid J.L. van den Akker (CDA) ziet daarentegen meer mogelijkheden voor de Nederlandse regering om invloed uit te oefenen. "Nederlandse bewindslieden zouden tijdens bezoeken aan India elk punt moeten aangrijpen de Dalitkwestie bij de Indiase regering aan te kaarten", zei Van den Akker in Utrecht. Hij verwees daarbij naar bezoeken van Nederlandse bewindslieden aan China waarbij mensenrechten steevast een rol spelen, en naar de situatie zoals destijds rond Zuid-Afrika. "Ook daar konden we een behoorlijke case opbouwen", aldus de parlementariër.
  Die vergelijking met de situatie in het vroegere Zuid-Afrika maken veel Dalitorganisaties en -leiders zelf ook. Het grote verschil is dat in Zuid-Afrika het systeem van de apartheid van Mahendra Pratap Rana en Jyothi Raj overheidswege was gesanctioneerd, terwijl in India de Dalits in ieder geval wetten hebben waar ze een beroep op kunnen doen en naleving via de rechter kunnen proberen af te dwingen. Makkelijk zal dat volgens Jyothi Raj niet zijn. "Van de vierhonderd hogere rechters in India zijn er slechts 13 Dalit", liet zij in Utrecht weten. De emancipatie van de Dalits zal met andere woorden nog lange adem vergen en de Campaign on Dalit Human Rights vormt daartoe een eerste aanzet, aldus beide Dalitvertegenwoordigers, die tijdens hun bezoek aan Nederland ontvangen werden op het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Den Haag om hun standpunten toe te lichten.

xxx
(tekst en foto's)




begin document

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 5 februari 2001