Bij de deelstaatverkiezingen in West-Bengalen
van afgelopen mei is ‘s werelds langstzittende
democratisch gekozen communistische
regering overtuigend verslagen door
het Trinamool Congres van Mamata Banerjee.
De Marxistisch-Communistische Partij van
India, vanaf 1977 in zeven termijnen onafgebroken
in het pluche, verloor eerder al bij
gemeenteraads- en parlementsverkiezingen
in 2009 en 2010.
Al vaker stond de Marxistisch-Communistische Partij van India,
CPI(M), onder druk in het eigen bolwerk West-Bengalen,
maar telkens wist de partij bij deelstaatverkiezingen de overwinning
te behalen. Ook bij de vorige deelstaatverkiezingen in 2006 won de
CPI(M) nog op overtuigende wijze met een driekwart meerderheid.
Het verlies bij de deelstaatverkiezingen van afgelopen mei kan daarom
worden bestempeld als een historische nederlaag voor de partij.
Stakingen
De CPI(M) werd groot in de jaren zestig van de vorige eeuw door
boeren te steunen die werden uitgebuit door grootgrondbezitters.
Vanuit die basis groeide de CPI(M) uit tot een volkspartij die keer
op keer verkiezingen won als vertegenwoordiger van de gewone
man. De partij was heer en meester in heel West-Bengalen en had
het bedrijfsleven en de industrie in een ijzeren greep met haar vaste
machtsmiddel: stakingen.
De economische hervormingen in India die in de jaren tachtig
begonnen en in de jaren negentig verder vorm kregen, maakten
dat het economische, en daarmee ook het politieke klimaat, begon
te veranderen. De staatsmonopolies op productie van goederen
werden een voor een opgeheven en de vrije markteconomie deed
haar intrede in het hele land. Ook in West-Bengalen. Stakingen,
waarmee de CPI(M) voorheen bedrijven in toom kon houden en
kiezers aan zich wist te binden, hadden steeds minder effect omdat
bedrijven dreigden te vertrekken uit West-Bengalen naar andere
deelstaten met een gunstiger investeringsklimaat. Vele deden dat
ook. De financieringstekorten en armoede die daardoor steeds meer
grip kregen op de deelstaat, terwijl andere regio’s in het land juist
opbloeiden, dwongen de CPI(M) om de politieke koers te wijzigen.
Maar dat bleek ingewikkeld.
Hip imago door hervormingen
De oude garde van de CPI(M) die de partij groot had gemaakt, was nog
altijd machtig en gaf zijn principes en dogma’s niet op. Maar de
jongere generatie stond te popelen om het roer over te nemen en
de partij van een moderner elan te voorzien, bijvoorbeeld door de
invoering van een gunstiger investeringsklimaat in West-Bengalen.
Dat leidde tot interne conflicten binnen de partij. In 2000 trad de
86-jarige partijleider Jyoti Basu af en maakte plaats voor de dertig
jaar jongere Buddhadeb Bhattacharya. Hij stond voor de opgave
om West-Bengalen en de CPI(M) te moderniseren zonder de trouwe achterban van zich te vervreemden.
In eerste instantie slaagde Bhattacharya daar heel knap in. Er
kwamen naar Chinees voorbeeld Speciale Economische Zones (SEZ)
waar niet de oude marxistische economische principes leidend waren,
maar de kapitalistische markteconomie. West-Bengalen kreeg
flair, een modern en hip imago en een opbloeiende IT-sector. Zowel
voor de jongere generaties als voor de oude garde was plaats in de
partij. Kort voor de deelstaatverkiezingen van afgelopen mei verving
de CPI(M) nog de helft van de zittende eigen parlementsleden.
Nieuwe gezichten moesten de partij een fris imago geven. De CPI(M)
gebruikte naast de bekende muurschilderingen, pamfletten en massabijeenkomsten
ook moderne communicatiemiddelen zoals sms en
internet om kiezers te bereiken.
Spagaat
De economische hervormingen verliepen niet vlekkeloos. Bij de aanleg
van terreinen waar bedrijven en industrieën zich konden vestigen
in het nieuwe gunstige investeringsklimaat, kwam het tot conflicten.
Boeren klaagden dat zij van hun land waren verdreven of onacceptabel
lage compensatie kregen voor verlies van hun landbouwgrond.
CPI(M)’s grootste tegenstander, het Trinamool Congres (TMC), geleid
door de 56-jarige didi (‘grote zus’) Mamata Banerjee, greep zijn
kans en steunde deze boeren. Het TMC wees er onophoudelijk op
hoe de CPI(M), die het altijd voor de boeren had opgenomen, hen nu
van zich vervreemdde en zelfs geweld tegen hen inzette. Demonstraties
en blokkades van de bouwterreinen liepen diverse keren uit de
hand, vooral bij het stadje Singur, waar het Indiase bedrijf Tata de
nieuwe auto Nano wilde produceren, en het stadje Nandigram, waar
chemische industrie zou komen. Bij acties van politie en veiligheidstroepen
om de orde te herstellen, vielen tientallen doden. De interne
verdeeldheid tussen de oude garde en jongere generaties binnen de
CPI(M) groeide en de partij raakte steeds meer in zichzelf verstrikt.
Een weg terug naar de oude marxistische bestuursvorm was onmogelijk,
omdat daarmee het investeringsklimaat onacceptabel zou
worden voor bedrijven. Globalisering had een onuitwisbare invloed
gekregen op het Indiase economische klimaat en West-Bengalen
kon zich daar niet meer aan onttrekken. Ernstige financieringstekorten
lagen op de loer als bedrijven massaal zouden vertrekken naar
andere deelstaten. De CPI(M) had daar zeker de schuld van gekregen.
Maar een wijziging van de partijkoers naar een meer marktgeleide
-a.jpg) Mamata Banerjee (foto: Pravasitoday)
|
|
economie gaf ook grote problemen, zowel binnen de partij als
binnen de deelstaat. Het lukte de CPI(M) niet meer om zelf uit deze
spagaat te komen. Het enige wat nog nodig leek, was een duw in de
rug om te vallen. Die duw kwam. Van het TMC, die geen kans onbenut
liet om de CPI(M) in diskrediet te brengen. En de CPI(M) viel.
Straatvechter
Tegenover de morele en electorale neergang van de CPI(M) in de
laatste jaren stond de opkomst van Mamata Banerjee’s TMC. Zij
richtte de partij in 1998 op als een afsplitsing van de Congrespartij in
West-Bengalen. In eerste instantie lukte het haar niet de partij goed
van de grond te krijgen, maar ze liet zich niet ontmoedigen zoals anderen
die voor haar de Congrespartij hadden verlaten en een eigen
partij probeerden op te richten. Banerjee keerde niet terug naar haar
oude partij, maar ging door.
Ze stond al vroeg bekend als straatvechter en harde onderhandelaar
die haar huid duur verkocht. Haar lange adem, charisma en felle
oppositie tegen de CPI(M) maakten haar tenslotte succesvol in haar
streven een grote partij te worden. Haar strijd tegen de speciale
economische zones of SEZ’s, en de onrechtvaardige behandeling van
lokale boeren leverde haar veel steun op het platteland op. Daarnaast
wekte zij met haar eenvoudige levensstijl sympathie op van de
arme bevolking. Haar directe, populistische retoriek maakte haar
toegankelijk voor het grote publiek.
Voortkomend uit de Congrespartij was Banerjee behalve in West-Bengalen
ook actief in de landelijke politiek. Maar zij raakte gedesillusioneerd
door de wijdverbreide corruptie en vriendjespolitiek, zowel in
de landelijke Congrespartij als binnen de CPI(M). Toch keerde zij haar
moederpartij niet helemaal de rug toe. Banerjee ging diverse keren
samenwerking aan met de Congrespartij en werd in de landelijke coalitieregering
van Manmohan Singh zelfs minister van Spoorwegen. Die
samenwerking verliep moeizaam door het belaste verleden dat beide
partijen met elkaar deelden. Maar steeds meer werd duidelijk dat zij
een noodzakelijk kwaad waren voor elkaar: de partijen hadden elkaar
nodig om in West-Bengalen de CPI(M) te verslaan.
Toekomst
De recente overwinning van het TMC moet eerder gezien worden als een stem tegen de CPI(M), dan als een stem voor Banerjee. Zij zal
zich nog moeten bewijzen als leider van West-Bengalen, met alle
complexe vraagstukken die er spelen op economisch en politiek
gebied. De samenwerking met de landelijke Congrespartij is ook
niet vanzelfsprekend vanwege de wederzijdse gevoeligheden vanuit
het verleden.
Daarnaast is de groeiende macht van de maoïstische rebellen in
West-Bengalen een grote uitdaging voor de jonge deelstaatregering.
Wat moet het TMC doen? Hard de strijd aangaan? Onderhandelen
met de rebellen? Zal het TMC daarin overeenstemming bereiken met
de Congrespartij?
Een solide machtsbasis heeft Banerjee nog niet. Zij zal de arme
boeren, die nu een belangrijk deel van haar kiezers zijn, moeten
aantonen dat zij ook concreet iets voor hen kan doen, zonder de
binnenlandse en buitenlandse bedrijven van zich te vervreemden. De
CPI(M) is over deze uitdaging gestruikeld. De vraag is of het Banerjee
wel zal lukken.