‘We hebben naar anderen gekeken. Laat ons
nu kijken naar onszelf. Wat is er geworden
van onze fantastische organisatie? In plaats
van een partij die tot de verbeelding van
de massa spreekt gedurende heel India’s bestaan,
zijn we gekrompen en hebben we het
contact verloren met de miljoenen die met
moeite overleven. Het is geen kwestie van
winst en verlies bij verkiezingen. Voor een
democratische partij hoort winst en verlies
bij het politieke bestaan. Waar het om gaat is
of we ons al dan niet onder het volk begeven
en of we in ons werk beantwoorden aan hun
worstelingen, hun hoop en hun ambities.
Wij zijn een partij van sociale transformatie,
maar omdat we volledig in beslag worden
genomen door besturen, wordt de kloof
tussen ons en de mensen steeds groter.
Daarmee hebben we onszelf verzwakt en
zijn we ten prooi gevallen aan de zwakheden
die horen bij het verlies van contact met de
sterkende massa.
Miljoenen gewone leden van de Congrespartij
zijn vol enthousiasme over haar politiek en
partijprogramma’s. Maar zij zijn gehandicapt,
omdat handelaren in macht en invloed op hun
ruggen meerijden en naar eigen goeddunken
gunsten verlenen, om zo een massabeweging
te transformeren in een feodale oligarchie. Het
zijn groepen mensen die zichzelf eindeloos in
stand weten te houden door zich te bedienen
van slogans over kaste en religie, en door de
Congrespartij in hun netten van onstilbare
hebzucht te verweven. Voor zulke personen
doet de massa er niet toe. Hun levensstijl, hun
zienswijze, of het gebrek daaraan, hun zelfverrijking,
hun corrupte manieren, hun banden
hun de gevestigde belangen in de maatschappij, hun schijnheilige houdingen - ze stroken
op geen enkele manier met werken te midden
van het volk. Zij brengen de beweging van de
Congrespartij terug tot een omhulsel waar de
ziel van dienstbaarheid en opoffering uit is
weggenomen.
|


|
Terwijl we afstand namen van de massa, zijn
de grondbeginselen van nationale eenheid en
integriteit, sociale verandering en economische
ontwikkeling op de achtergrond geraakt.
Daarvoor in de plaats zijn onwezenlijke zaken,
verhuld in middeleeuws obscurantisme,
centraal komen te staan. Onze partijleden, die de kogels van het Brits imperialisme hebben
geďncasseerd, vluchten nu voor de minste of
geringste manifestatie van het kastensysteem
of spanningen tussen bevolkingsgroepen. Is dit
het pad dat onze lieve Gandhi, Pandit en Indira
voor ons seculiere, democratische India hadden
uitgestippeld?
We praten over hoogstaande principes en verheven
idealen. Maar we tonen geen discipline,
houden ons niet aan de regels en hebben geen
oog voor het algemeen welzijn van het volk. Corruptie
wordt niet alleen getolereerd, het wordt
zelfs gezien als het belangrijkste kenmerk van
leiderschap. Een schandelijke tegenstrijdigheid
tussen wat we zeggen en wat we doen is normaal
voor onze manier van leven geworden. Bij elke
stap spreken onze doelen en ons handelen elkaar
tegen. Op elke gebied vernietigen onze privébeslommeringen
onze toewijding aan het volk.
Nu ons handelen steeds verder af is komen te
staan van onze grondbeginselen, is de ideologie
van de Congrespartij slechts een erfenis
geworden, die opgepoetst en geventileerd wordt
bij speciale gebeurtenissen. Het moet weer een
levende kracht worden die onze leden inspiratie
geeft in hun dagelijkse werk. Onze ideologie
van nationalisme, secularisme, democratie en
socialisme is de enige relevante ideologie voor
ons fantastische land. Maar we vergeten dat we
het onder het volk moeten brengen, de inhoud
moeten aanpassen aan de veranderende omstandigheden
en dat we het moeten verdedigen
tegen aanvallen van onze tegenstanders.’
Rajiv Gandhi, 1985, bij het eeuwfeest van Congrespartij in
Mumbai. Zie ook het artikel 125-jarige Congrespartij verliest
grip: Kansen voor de oppositie.
xxx
|