terug
Uit: India Nu 149/150 (mei-aug 2004)



Verrassende uitslag verkiezingen

Congrespartij wacht zware taak


De Indiase landelijke verkiezingen zijn onverwacht spectaculair geworden, omdat de BJP fors heeft verloren ten gunste van de Congrespartij. Kort na de uitslag kelderen de koersen op de beurs van Mumbai met 15%, waarmee beleggers aangaven weinig vertrouwen te hebben in het economische beleid van de beoogde nieuwe premier Sonia Gandhi. Leden van de Congrespartij zeggen dat de handel bewust is verstoord door tegenstanders om haar als persoon in diskrediet

op 22 mei legde Manmohan Singh (rechts) de eed af voor het premierschap in het bijzijn van president Abdul Kalam
te brengen. Tegen de verwachtingen in liet zij echter weten af te zien van het premierschap, en schoof ze econoom Manmohan Singh naar voren. Zelf blijft ze fractieleider in het parlement. Al snel bleek dat de politiek onervaren Sonia Gandhi een slimme zet heeft gedaan. Alle ophef van kort na de verkiezingsuitslag is voorbij. Het is de Congrespartij gelukt een kabinet te vormen, dat het echter nog zwaar zal krijgen.

Na het bekend worden van de verkiezingsuitslag trok Sonia Gandhi zich onverwacht terug als kandidaat voor het premierschap. Kortdurend was er grote verontwaardiging onder aanhangers van de Congrespartij - zij spraken van kiezersbedrog. Nog altijd is niet helemaal duidelijk waarom Gandhi heeft afgezien van het premierschap. Het lijkt erop dat zij de populariteit van de naam Gandhi heeft willen gebruiken om voor de Congrespartij stemmen te trekken bij de verkiezingen. Tegelijk heeft zij de nieuwe regering niet willen benadelen door de controverse rond haar niet-Indiase achtergrond. Oud-premier Vajpayee kondigde namelijk grootscheepse demonstraties aan als Sonia Gandhi premier van India zou worden. Het is ook niet zeker of zij grondwettelijk wel gerechtigd is om als van oorsprong niet-Indiase premier van het land te worden. Die slechte start heeft zij zichzelf en haar partij willen besparen. Daarnaast speelt altijd de angst voor aanslagen mee, omdat haar schoonmoeder Indira Gandhi en echtgenoot Rajiv Gandhi allebei vermoord zijn tijdens hun premierschap. Onduidelijk blijft dan waarom zij wel de verkiezingen is ingegaan.

De keuze voor Manmohan Singh is niet toevallig. Hij is loyaal aan de Gandhi's en heeft eerder voor de Congrespartij politieke functies bekleed. Hij is van oorsprong econoom, academicus. Hij geniet breeduit vertrouwen in de samenleving en gaat door voor een politicus met schone handen. Hij heeft geen uitgesproken standpunten die de belangen van de Gandhi's kunnen schaden. Dat is van belang voor het geval in een later stadium Sonia's kinderen Rahul en Priyanka een grotere

Sonia Gandhi toont de inkt op haar vinger, nadat ze op 10 mei in Delhi gestemd heeft
rol willen gaan spelen in de landelijke politiek. De grootste uitdagingen voor Singh zijn het bijeenhouden van de coalitie en het economische beleid.


  Een stabiele regering

Manmohan Singh is geen raspoliticus. Hij is op latere leeftijd uit de academische wereld overgestapt naar de politiek. Zijn betrekkelijke onervarenheid op dit gebied kan het bijeenhouden van de centrumlinkse door de Congrespartij geleide coalitie, United Progressive Alliance (UPA), bemoeilijken. De basis is wankel omdat de communisten verklaard hebben geen regeringsverantwoordelijkheid te willen nemen, maar het kabinet wel van buitenaf te steunen bij stemmingen in het parlement. Vooral op het gebied van economisch beleid lopen de standpunten uiteen tussen communisten en Congrespartij, maar ook ten aanzien van buitenlandse politiek. Behalve premier Singh is ook de Congrespartij zelf betrekkelijk onervaren in het leiden van een coalitieregering. Afgezien van twee avonturen met minderheidsregeringen in de jaren '90, heeft de Congrespartij ofwel alleen geregeerd, ofwel in de oppositie gezeten.

De partners binnen de coalitie zijn de in 1999 van de Congrespartij afgesplitste Nationalist Congress Party (NCP), Dravida Munnettra Kazhagam (DMK) uit Tamil Nadu en de Rashtriya Janata Dal (RJD) uit Bihar. In de regering zitten 68 ministers. De grootste ministeries zijn in handen van de Congrespartij. De Congrespartij blijkt na jaren in de oppositie toch nog altijd een krachtige partij. Niet alleen is zij weer de grootste partij in de landelijke politiek, ook regionaal speelt zij in 20 van de 28 deelstaten een belangrijke rol. Vanaf haar oprichting is de Congrespartij een uitgesproken seculiere partij en daarmee een bindend element in de multireligieuze en multiculturele Indiase samenleving. De afgelopen vijftien jaar is echter sprake van een sterke groei van religieuze en regionale partijen ten koste van de Congrespartij. Dat betekent dat regionale partijen als de RJD en de DMK waarmee de Congrespartij in de landelijke coalitieregering samenwerkt, in de regionale politiek een sterke tegenstander kunnen zijn. Dat kan ingewikkelde problemen geven voor premier Singh.

Andhra Pradesh: voorproefje voor Vajpayee

In sommige deelstaten brachten kiezers twee stemmen uit: voor het landelijke parlement en voor de deelstaatverkiezingen. Ook in Andhra Pradesh, waar de Telugu Desam Partij negen jaar het bewind voerde onder leiding van Chandrababu Naidu. Deze deelstaatverkiezingen werden gezien

Chandrababu Naidu
als een opiniepeiling tijdens de verkiezingen, omdat de uitslagen bekend werden voordat er in de laatste deelstaten werd gestemd - én voordat de uitslagen van de verkiezingen voor het nationale parlement bekend werden. Vooraf was er al gespeculeerd over een nederlaag voor naidu. Maar niemand had verwacht dat de overwinning van de oppositie zo groot zou zijn. De Congrespartij won 226 van de 294 zetels in het deelstaatparlement. 'System failure: Cyber Chief Minister logged out', kopte de krant Hindustan Times na de verkiezingsuitslag. Het bleek een voorteken voor de verrassende nederlaag van de BJP in de landelijke verkiezingen.

De afgelopen jaren was de Telegu Desam Partij de grootste BJP-coalitiepartner in de regering van Atal Behari Vajpayee in Delhi. Naidu gold als een van India's meest dynamische leiders. Hij investeerde evenals Vajpayee veel geld in technologische ontwikkelingen, met name in de IT-sector. Onder Naidu ontwikkelde Hyderabad zich in korte tijd tot een toonaangevende IT-stad. Dat is een hele prestatie in de achtergestelde deelstaat die Andhra Pradesh is. Hij trok veel hooggeplaatste gasten naar de stad, onder wie Bill Clinton. Tijdens de verkiezingen zette hij hoog in op behaalde economische successen.

Miljoenen op het platteland profiteerden echter niet mee van de spectaculaire vooruitgang in de stedelijke gebieden. De afgelopen jaren pleegden honderden boeren zelfmoord, daartoe gedreven door langdurige droogtes en een te hoge schuld. Kritiek was al geruime tijd dat Naidu de grote plattelandsbevolking negeerde. Hij wilde ook in de landbouw grootschalige vernieuwingen doorvoeren om productie en winst te vergroten. Het vertrouwen dat deze ontwikkelingen ten goede zouden komen aan de arme bevolking kreeg hij niet. Zij gebruikten hun stem om hun ongenoegen te uiten over het gevoerde beleid.


  Economisch beleid

Singh was in 1991 als minister van financiën in het kabinet van Narasimha Rao de initiator van de economische hervormingen. Daarom is de keuze voor Singh een slimme zet om investeerders en handelaren het vertrouwen te geven dat de linkse coalitie van de Congrespartij voor het handelsklimaat geen negatieve koerswijzigingen zal doorvoeren. Die angst was aanleiding voor de

de nieuwe premier Manmohan Singh
spectaculaire koersval op de beurs van Mumbai (Bombay) kort na de verkiezingsuitslag. De Congrespartij meent dat daarnaast sprake was van sabotage van de beurs door tegenstanders van de partij.

Economisch maakt India roerige tijden mee. De buitenlandse handel en de IT-sector groeien snel. Oud-premier Vajpayee verloor de verkiezingen doordat het electoraat hem verweet zijn economisch beleid vooral te richten op technologische vernieuwingen en buitenlandse investeringen. Van de behaalde economische successen profiteerde slechts een klein deel van de bevolking. Vajpayee's boodschap was dat als hij nog een mandaat van de kiezer zou krijgen, hij de groeiende welvaart verder zou kunnen verspreiden onder de bevolking. Dat vertrouwen heeft hij niet gekregen. De Congrespartij ging de verkiezingen in met de belofte miljoenen banen te creëren en de economische vooruitgang gelijkmatiger ten goede te laten komen van de bevolking dan onder de BJP is gebeurd. De grootste uitdaging voor de UPA ligt erin die belofte waar te maken zonder macro-economische ontwikkelingen te remmen. Dat is een ingewikkelde opgave. Singh is een voorstander van het 'gedifferentieerde economische model', met een belangrijke rol voor overheidsbedrijven naast grootschalige privatisering. Hij heeft al laten weten rendabele overheidsbedrijven niet te willen verkopen. Bovendien wil hij veel meer geld dan zijn voorganger investeren in sociale voorzieningen en onderwijs. Met deze keuzes wint hij de steun van de communisten, maar tegelijk remt hij daarmee de voortgaande privatisering af vergeleken met de periode onder premier Vajpayee. Hij loopt daarmee het risico buitenlandse investeerders van zich te vervreemden, die mogelijk ervoor kunnen kiezen hun geld in andere landen te investeren, zoals China. Buitenlandse investeerders hebben alleen al in de vorige maand voor meer dan 800 miljoen dollar Indiase aandelen verkocht. Binnen deze tegengestelde belangen zal Singh zijn weg moeten vinden en hij zal daarbij veel tegenstand ondervinden van zowel linkse bondgenoten als de financiële wereld.

Na twintig jaar: verzoening sikhs en Congrespartij

De Akali Dal is in de jaren twintig opgericht als belangenbehartiger van sikhs in de politiek. Nadien heeft de partij vele splitsingen ondergaan. De grootste fractie is de Akali Dal Badal, geleid door Prakash Singh Badal. De Akali Dal heeft als speerpunt de stichting van een onafhankelijke en ongedeelde staat voor sikhs op basis van hun gemeenschappelijke taal, Khalistan. Daarnaast vindt de partij dat de deelstaat Punjab te weinig terugkrijgt van de centrale regering van de belastingen die de inwoners betalen. Punjab is een vruchtbare streek waar 80% van de in India geconsumeerde tarwe en 40% van de rijst wordt produceerd. Het gaat de inwoners van de deelstaat vergeleken met andere gebieden in het land betrekkelijk goed en daarom betalen zij meer belasting.

Gouden tempel, Amritsar

Verschillende sikh groeperingen hebben zich in meer of mindere mate militant opgesteld ten aanzien van hun doel, de stichting van een onafhankelijk en ongedeeld Khalistan. Fanatieke sikhs begonnen in 1981 een gewapende opstand tegen de landelijke regering die duizenden mensen het leven kostte. De opstand bereikte zijn hoogtepunt in 1984 toen militante sikhs zich verschansten in hun heiligdom in Amritsar, de Gouden Tempel. De toenmalige premier Indira Gandhi van de Congrespartij gelastte Operation Blue Star, de bestorming van het tempelcomplex door het Indiase leger. Na een zware strijd ten koste van vele mensenlevens en veel schade aan gebouwen van het complex, werden de sikhs inderdaad uit de Gouden Tempel verdreven. Sikhs namen kort daarop wraak. Indira Gandhi werd vermoord door haar sikh lijfwachten. In de rellen die daarop volgden, verloren bijna drieduizend sikhs het leven.
Akali Dal-leider Prakash Singh Badal, BJP-leider Vijay Kumar Maolhotra en voormalig Congresminister van defensie George Fernandes na afloop van een bijeenkomst in Delhi
Naar het oordeel van veel sikhs zijn de aanstichters van die rellen onvoldoende gestraft. Dat heeft jarenlang voor een gespannen sfeer gezorgd tussen de sikhs en de Congrespartij.

Toch is na verloop van tijd een verzoeningsproces op gang gekomen. Tijd heeft de pijn en onderlinge haat verzacht. Nadat zij in 1998 leider van de Congrespartij was geworden, bezocht Sonia Gandhi sikh heiligdommen in Delhi om zich te verontschuldigen voor de dood van vele onschuldige sikhs na de moord op Indira Gandhi in 1984. Bovendien versloeg de Congrespartij in Punjab verschillende keren de Akali Dal bij gemeenteraads- en deelstaatverkiezingen. Dit waren de eerste tekenen dat de sikh afkeer van de Congrespartij aan het slijten was. Bij de recente landelijke verkiezingen heeft de Punjab weliswaar in meerderheid voor de Akali Dal gekozen, maar de beëdiging van Manmohan Singh als premier van India in een door de Congrespartij geleide regering is een duidelijk teken van verdere verzoening.



  Buitenlands beleid

In relatie tot andere landen zal er waarschijnlijk niet veel veranderen. In beider belang zullen China en India verder gaan met de verbetering in hun wederzijdse betrekkingen. De relatie met de VS is minder stabiel, en nauw verbonden met de relatie tussen de VS en Pakistan. Die laatste relatie is onder andere afhankelijk van de situatie in Afghanistan. Maar over het algemeen zijn de contacten met de VS, evenals met Israël, de afgelopen jaren goed geweest. Singh zal geen drastische koerswijziging doorvoeren in de verhoudingen met deze landen. Probleem daarbij zal zijn dat de communisten traditiegetrouw bezwaar maken tegen goede contacten met de VS en Israël, omdat die ten koste zouden gaan van de banden met de Arabische wereld. In 1998 hield India atoomproeven. Daarmee gaf het land een duidelijke boodschap aan buurlanden Pakistan en China, aan zichzelf, en aan de hele wereld: India is een sterk en belangrijk land. Toen een dag later Pakistan hetzelfde deed, kwam de chronisch gespannen relatie op scherp te staan. Na een aanslag op het Indiase parlement eind 2001, waar India Pakistan verantwoordelijk voor hield, werd het opnieuw zeer gespannen. Maar onder Vajpayee kwam ook een serieuze dialoog op gang tussen de buurlanden. De goede persoonlijke verstandhouding tussen president Musharraf en premier Vajpayee droeg daar zeker aan bij. Het zal tijd kosten voor Singh en Musharraf om opnieuw een goed persoonlijk contact tot stand te brengen. Maar de besprekingen worden voor een groot deel achter de schermen gevoerd door vertegenwoordigers van de ministeries van binnenlandse en buitenlandse zaken en defensie, die niet zozeer partijgebonden zijn. De regeringswisseling zal daarom geen grote gevolgen hebben voor de vredesbesprekingen. De Pakistaanse minster van buitenlandse zaken Kasuri heeft kort na de verkiezingsuitslag gezegd graag verder te willen werken met de nieuwe Indiase regering aan het vredesproces. Pakistan heeft echter gemengde gevoelens ten aanzien van de Congrespartij, de partij die het bewind voerde ten tijde van de vernederende nederlaag voor Pakistan in de oorlog om wat nu Bangladesh is. Aan de andere kant stond de Congrespartij aan de wieg van het achtpuntenplan dat de basis vormt van het vredesproces dat onder Vajpayee concreet in gang is gezet.

Communisten vooral regionaal fenomeen


wachtende kiezers bij een stemlokaal in het kiesdistrict Dum Dum in de deelstaat West-Bengalen op 10 mei 2004
Na de onverwachte overwinning van de Congrespartij waren alle ogen gericht op de linkse partijen, in het bijzonder op de CPI-M, als mogelijke en meest voor de hand liggende coalitiepartners. De uitkomst van intensief overleg was dat de communisten geen zitting wensten te nemen in de nieuw te vormen regering, maar wel 'van buitenaf' hun steun zullen geven als het op stemmen aankomt.

Al jaren beheersen de communistische partijen de politiek van de deelstaat West-Bengalen, met de Marxistisch-Communistische Partij van India (CPI-M) voorop. De belangrijkste basis voor dit succes werd gelegd tijdens de deelstaatverkiezingen van 1971. Arme boeren stemden toen massaal op de partij. De CPI-M steunde in die tijd een campagne van landhervormingen die erop gericht was land te onteigenen van grootgrondbezitters ten gunste van kleine en landloze boeren. Dat beleid werd uitgevoerd tijdens regeerperiodes waarin de CPI-M deel uitmaakte van een linkse coalitie, het Links Front. De partij wendde haar invloed aan om enerzijds kleine boeren te steunen en anderzijds de politie niet te laten ingrijpen als er conflicten ontstonden waarbij grootgrondbezitters van hun land verdreven werden. Sinds 1977 regeert de CPI-M als enige partij in West-Bengalen.

Jyoti Basu

Landelijk zijn de communisten veel minder sterk vertegenwoordigd. Nooit eerder hebben de communisten zitting genomen in een landelijke regering. In 1996 konden zij deelnemen aan een door de Congrespartij geleide coalitieregering, maar zagen daarvan af. Oud-deelstaatpremier van West-Bengalen en CPI-M-leider Jyoti Basu noemde dat achteraf een historische blunder. Desondanks ziet de CPI ook dit keer af van regeringsdeelname.

Om verschillende redenen houden de communisten zich afzijdig van landelijke politiek. Ten eerste menen zij dat zij binnen een coalitieregering te weinig invloed zullen hebben omdat zij numeriek veruit in de minderheid zijn. Dat gold in 1996, en ook dit keer speelt die overweging een rol. Zij deden slechts in 103 van de 543 kiesdistricten mee. In ruim de helft van die districten wonnen ze echter - merendeels in West-Bengalen, en verder in Tripura en Kerela. De communisten hebben dus vooral regionaal steun, en niet gelijkmatig over India verspreid.

Ten tweede lopen de politieke standpunten op bepaalde gebieden nogal uiteen. Zo is de Congrespartij binnen zekere grenzen gericht op een liberaal economisch beleid, gericht op vrijemarkt-economie. De communisten zijn echter fel gekant tegen de voortgaande privatisering, vooral waar het rendabele overheidsbedrijven betreft. Daarnaast zijn de Congrespartij en CPI-M

Somnath Chatterjee
elkaars rivalen in West-Bengalen, de voornaamste machtsbasis van de communisten. Met de deelstaatverkiezingen van 2006 in het vooruitzicht, is het ingewikkeld om samen zitting te nemen in een nationale regering.

Tenslotte speelt nog mee dat de CPI-M al bijna dertig jaar onafgebroken alleen het bestuur vormt van West-Bengalen. Dat maakt het moeilijk voor de partij om binnen een coalitieregering te functioneren zonder de grootste fractie te zijn - en compromissen te moeten sluiten. De CPI-M staat bekend als een starre partij, die nauwelijks bereid is haar standpunten aan te passen of te luisteren naar anderen. Vier jaar geleden vond de eerste aanpassing plaats van het partijprogram dat in 1964 is opgesteld.

Al met al mag het vreemd lijken dat er sprake is geweest van mogelijke deelname door de CPI-M aan de coalitieregering. Maar schijn bedriegt. Wat de partijen met elkaar delen is hun afkeer van de gemeenschappelijke aartsvijand, de hindoe-nationalistische BJP. Daarom steunen de communisten de nieuwe regering wel van buitenaf bij stemmingen in het parlement. Bovendien leveren zij voor het eerst de parlementsvoorzitter: Somnath Chatterjee.


groepsfoto na afloop van de installatie van het nieuwe kabinet op 22 mei 2004

  Onzekere toekomst

Met de overwinning van de Congrespartij kiest India voor onzekerheid. Daarom is de uitslag misschien wel meer uit te leggen als een stem tegen de BJP en haar eenzijdige economische beleid dan voor de Congrespartij. Manmohan Singh maakt een kans het te redden als hij steun van de linkse bondgenoten weet te behouden zonder daarbij een radicale koerswijziging door te voeren in het economische beleid en buitenlandse investeerders van zich te vervreemden. Maar vooral mag hij de belangrijkste boodschap van de kiezers aan de BJP niet vergeten: de economische vooruitgang mag niet alleen ten goede komen van een klein deel van de bevolking. Die belofte heeft de Congrespartij gemaakt, en die belofte zal zij moeten waarmaken.

xxx
(foto's: PIB)



terug
HOME Landelijke India Werkgroep
tijdschrift INDIA NU
Landelijke India Werkgroep - 4 januari 2005