terug
Uit: India Nu 187 (sep-okt 2010)






Ruim 25 jaar na de giframp

Uitspraak Bhopal wekt verbijstering



Verbijstering en ongeloof. Dat waren de eerste reacties in India na de uitspraak van de rechtbank in Bhopal over de giframp van 1984. Bij de ramp kwamen naar schatting vijftienduizend mensen om het leven. De zeven voormalige werknemers van Union Carbide die terecht stonden, werden ieder veroordeeld tot twee jaar cel en een boete van slechts honderdduizend roepies (ongeveer zestienhonderd euro). De Indiase opvolger van Union Carbide werd veroordeeld tot een boete van vijfhonderdduizend roepies, terwijl de toenmalige CEO van Union Carbide, Warren Anderson, volledig buiten beeld bleef. Twee uur na de uitspraak werden de veroordeelden op borgtocht vrijgelaten.


Dat het Indiase rechtsstelsel traag en onberekenbaar is, was bekend (zie ook India Nu 167-168), maar dat de straffen zo laag zouden uitvallen, heeft de publieke opinie geschokt. Volgens activisten en vele anderen zijn de straffen veel te laag en komen zij veel te laat. De rechter, Mohan Tiwari, verdedigde zich door de stellen dat de wet nou eenmaal niets anders toeliet en dat hij de maximale straffen had toegekend. Ook de media in India reageerden verbijsterd op het besluit. Geschrokken van alle commotie beloofde de Indiase regering beterschap. Er werd meer compensatie toegezegd aan de slachtoffers en er zou eindelijk werk gemaakt worden van het schoonmaken van de locatie.


  1984

Het is alweer meer dan 25 jaar geleden toen op 3 december 1984 een gifwolk ontsnapte bij de Union Carbide fabriek in Bhopal. Ruim veertig ton methylisocyanaat, dat wordt gebruikt bij de fabricage van insecten- en onkruidverdelgers, ontsnapte uit een defecte tank en kwam in de lucht terecht. Kort na de lekkage kwamen vierduizend mensen om. In de jaren die volgeden stierven nog eens elfduizend mensen aan de gevolgen van het ontsnappen van het gif. Volgens verschillende belangenorganisaties voor de slachtoffers gaat het in werkelijkheid om misschien wel dertigduizend gedupeerden. Daarnaast zijn er nog zo’n 120 duizend mensen die chronische gezondheidsklachten hebben overgehouden aan de ramp. Na sluiting van de fabriek in 1986 is de locatie nooit goed schoongemaakt. Een BBC-documentaire uit 2004 onthulde dat het grondwater in een straal van drie kilometer rond de fabriek verontreinigd is met chemicaliën en zware metalen en nog steeds een gevaar vormt.

Ooggetuigenverslag

‘Het voelde alsof iemand onze lichamen had gevuld met rode pepers. Onze ogen traanden, er liep water uit onze neuzen en onze monden waren gevuld met schuim. Het hoesten deed ongelofelijke pijn. We stonden op en renden al dan niet gekleed weg in alle richtingen. De mensen waren wanhopig en probeerden hun eigen leven te redden door maar te blijven rennen. Degenen die vielen werden onder de voet gelopen door andere mensen. Zelfs de koeien zetten het op een lopen en verpletterden rennende mensen.
Terwijl ze naar lucht snakten werden de gasdampen nog meer verstikkend. Het brandde in hun ogen en longen en sloeg direct op het zenuwstelsel. Mensen verloren de controle over hun lichaam. Urine en uitwerpselen liepen langs hun benen. Een vrouw verloor haar ongeboren kind toen ze wegrende. Sommigen begonnen over te geven, werden getroffen door aanvallen en vielen dood neer. Anderen begonnen te stikken toen de dodelijke gassen hun longen vernietigden. Ze verdronken in hun eigen lichaamsvocht.’

Uit: Union Carbide Corporation’s factory in Bhopal, a brief and deadly history (www.bhopal.net)



  Veiligheidsmaatregelen buiten werking

Union Carbide heeft altijd volgehouden dat het ongeluk het gevolg is van sabotage door een ontevreden medewerker. Het bedrijf ontkende dat het ongeluk het gevolg was van lakse veiligheidsmaatregelen, maar de Indiase autoriteiten denken hier duidelijk anders over. Zo bleek dat van de in totaal zes verschillende veiligheidsmaatregelen om een lek te voorkomen er niet een goed werkte. Zo was de koelinstallatie in de tank met het giftige methylisocyanaat uitgezet om kosten te besparen. Ook waren de voorzieningen om te voorkomen dat water in de tanks terecht kwam en de zuiveringsinstallaties die het gas hadden moeten zuiveren buiten gebruik wegens onderhoud. De fakkelinstallatie waarin het vrijkomende gas verbrand hadden kunnen worden, was eveneens buiten bedrijf. Ook de sirene, die de lokale bevolking had moeten waarschuwen in geval van een ramp, was buiten werking gesteld.
In 1982 is er een interne bedrijfscontrole geweest van de veiligheidsprocedures in de fabriek. Er werden dertig grote tekortkomingen geïdentificeerd. Helaas voor de inwoners van Bhopal koos Union Carbide ervoor om slechts de identieke fabriek in de Verenigde Staten (VS) te voorzien van de nodige veiligheidsmaatregelen. In India werd niets gedaan om de veiligheidsrisico’s te beperken. Zelfs vóór de ramp in 1984 zijn er verscheidende incidenten geweest waarbij medewerkers overleden of ernstige gezondheidsschade opliepen. De leiding van Union Carbide was dus wel degelijk op de hoogte van de misstanden in de fabriek, maar koos ervoor om deze ondergeschikt te maken aan het winstbejag.


  Juridisch steekspel

Ook na de ramp kan Union Carbide nalatigheid worden verweten. Zo heeft het bedrijf nooit de samenstelling van het gasmengsel willen onthullen, omdat dit een bedrijfsgeheim zou zijn. De weigering van Union Carbide om de samenstelling openbaar te maken heeft er ongetwijfeld aan bijgedragen dat meer mensen overleden aan de ramp dan nodig was. Tot op de dag van vandaag zijn artsen in het ongewisse als het gaat om behandeling van de 120 duizend slachtoffers die blijvend letsel hebben opgelopen als gevolg van de gaslek.

Warren Anderson

De toenmalig CEO van Union Carbide heeft nooit terecht moeten staan voor zijn handelen rondom de giframp. Direct na de ramp vloog Warren Anderson naar India om de gevolgen van de ramp met eigen ogen te zien. Tot zijn grote verrassing werd hij toen gearresteerd door de politie van Madhya Pradesh. Nadat hij op borgtocht werd vrijgelaten, heeft hij onmiddellijk India verlaten om nooit meer terug te keren. Al twintig jaar wordt Warren Anderson gezocht, zodat hij terecht kan staan als verantwoordelijke, maar noch de Indiase regering noch de Amerikaanse overheid lijken hier serieus werk van te maken. Ondertussen hebben verschillende verslaggevers hem weten te vinden. De inmiddels 89-jarige voormalige topman woont in de kleine stad Bridgehampton in de staat New York. Daarnaast heeft hij ook huizen in Florida en Connecticut. Zijn leven na zijn pensionering in 1986 staat in schril contrast tot die van de slachtoffers in Bhopal. Zo kost zijn jaarlijkse lidmaatschap van de plaatselijke golfclub vier keer zo veel als de compensatie die uitgekeerd is aan de slachtoffers van de ramp.

Zie ook www.greenpeace.org.

Na de ramp volgde een slepend juridisch steekspel. In eerste instantie wilde de Indiase regering Union Carbide aansprakelijk stellen voor een bedrag van 3,1 miljard dollar. Uiteindelijk is de overheid akkoord gegaan met een schikking buiten de rechtbank om, waarbij Union Carbide 470 miljoen dollar aan schadevergoeding zou betalen. Dit komt neer op drie- tot vijfhonderd dollar per slachtoffer. Slechts een zeer klein deel van de schadevergoeding van de schikking is daadwerkelijk bij de overlevenden terecht gekomen. In juli 2004 veroordeelde het Indiase Hooggerechtshof de regering om de resterende 330 miljoen dollar van het schadefonds uit te keren aan de slachtoffers en de families van de overledenen. Union Carbide werd in 2001 door Dow Chemical overgenomen. Dow Chemical wijst alle verantwoordelijkheid van de hand, omdat het in 1989 tot een schikking is gekomen. Daarnaast valt de fabriek tegenwoordig onder de verantwoordelijkheid van de deelstaatregering, omdat die de eigenaar van de grond is.


  Compensatie en schoonmaak

Na alle ophef bleek de Indiase regering ineens wel gevoelig te zijn voor het lot van de slachtoffers. De huidige premier Manmohan Singh, gebood de oprichting van een ministerraad die lering moest trekken uit de ramp en met voorstellen moest komen om de slachtoffers te compenseren. De ministerraad kwam met een reeks aanbevelingen, waaronder meer compensatie voor de slachtoffers, alsnog uitlevering van voormalig CEO Warren Anderson en het aansprakelijk stellen van Dow Chemical voor de vervuiling op de fabriekslocatie.
Zo zal aan de nabestaanden van de overleden slachtoffers van de ramp een miljoen roepies (zo’n zestienduizend euro) per familie worden uitgekeerd. In totaal zijn er ongeveer vijftienduizend officiële slachtoffers. Daarnaast zullen de slachtoffers die blijvend letsel opliepen 500 duizend roepies tegemoet zien. De eerder uitgekeerde compensatie zal echter op deze bedragen in mindering worden gebracht. Ook zullen er geen nieuwe gevallen in behandeling worden genomen.
Het saneren van de locatie zal ook serieus worden aangepakt. Omdat de grond eigendom is van de deelstaatregering van Madhya Pradesh bestaat er nog onenigheid over wie de sanering moet betalen. In eerste instantie zal de centrale overheid de rekening voor het schoonmaken van de locatie betalen, maar uiteindelijk wil

Het fabrieksterrein van Union Carbide
de Indiase regering dat Dow Chemical de sanering betaalt. De zaak is echter nog aanhangig en het zal nog enkele jaren duren voordat hier duidelijkheid over is. Overigens heeft de Europese Unie ook geld en expertise aangeboden om mee te helpen bij de sanering van de locatie. Geschat wordt dat de schoonmaak drie jaar zal duren en drie miljard roepies gaat kosten.
Daarnaast zal de Indiase regering de VS vragen om de uitlevering van Warren Anderson, zodat hij alsnog terecht kan staan voor zijn rol in de giframp. Of dit gaat lukken is nog maar de vraag, omdat India de VS te vriend wil houden en de economische betrekkingen niet wil verstoren.


  Schandalig

Dat het meer dan 25 jaar heeft moeten duren voordat de slachtoffers eindelijk serieus werden genomen is natuurlijk schandalig. Het geeft ook aan hoeveel India in de tussentijd is veranderd. In 1984 was er nauwelijks sprake van berichtgeving in de media, die bovendien nog sterk onder overheidscontrole stonden. Anno 2010 is het ondenkbaar dat slachtoffers van een ramp zoals die in Bhopal zo lang op enige gerechtigheid zouden moeten wachten. Maar hoezeer India ook is veranderd, het verdriet en onrecht van 25 jaar wachten blijven een wrange nasmaak geven.

xxx

Meer informatie:
- www.bhopal.net
- Bhopal, 00.05 uur, Dominique Lapierre en Javier Moro; Lemniscaat (2004), ISBN 9056375458




terug
MVO
HOME Landelijke India Werkgroep
tijdschrift INDIA NU
Landelijke India Werkgroep - 7 oktober 2010