![]() |
Onrust in AssamProtesten, buitenlandse inmenging en geweld rond het spoorReizigers uit de noordoostelijke deelstaat Assam werden eind december bedreigd toen ze met de trein Bihar passeerden. Bihari's waren op hun beurt niet veilig in Assam. De directe aanleiding voor deze vijandigheid tussen Bihar en Assam was onenigheid over sollicitatieprocedures bij de Indiase Spoorwegen. Deze strijd om banen liep uit op een grootschalig legeroffensief tegen rebellengroepen in Assam, waarbij ook buurland Bhutan betrokken raakte. Assamese rebellen leden zware verliezen in deze strijd die diepe wortels kent: het verzet in Assam tegen sterkere invloed van de Indiase overheid.
Half november 2003. Gewapende jongeren in Bihar vallen op verschillende stations Assamese passagiers aan in treinen op weg naar het noordoosten van India. Tientallen mensen, inclusief vrouwen en kinderen, raken gewond en worden naar ziekenhuizen in West-Bengalen overgebracht. Met onmiddellijke ingang krijgen sommige treinen van en naar Assam extra politiebewaking, en worden andere om Bihar heengeleid.
Het geweld volgt op berichten dat Assamese jongeren Bihari's hebben tegengehouden bij hun sollicitatie voor banen bij de Indiase Spoorwegen in Assam. Hoewel de banen weinig aanzien genieten, is de belangstelling ervoor groot vanwege goede sociale voorzieningen. Bihari's tegenhouden bij sollicitaties is discriminatie op grond van afkomst, en dat is verboden volgens de Indiase Grondwet.
In een brief aan premier Vajpayee en president Qalam in New Delhi stelt de All Assam Students' Union (AASU) echter, dat discriminatie niet Bihari's maar Assamezen ten deel valt. Volgens de AASU krijgen niet-Assamezen (concreet gaat het dan vooral om Bihari's) bij sollicitaties bij de spoorwegen in Assam voorrang ten opzichte van Assamezen. Dit zou passen bij pogingen van de landelijke overheid om Assam (en het hele noordoosten van het land) meer bij India in te lijven. Bovendien zou de landelijke minister voor spoorwegen Nitish Kumar, zelf Bihari, zijn invloed hebben aangewend om Bihari's te bevoordelen bij sollicitaties in Assam, aldus de AASU. In Assam reageert de rebellengroep United Liberation Front of Assam (ULFA) door te dreigen Hindi-sprekers uit de deelstaat te verdrijven als ze niet onmiddellijk zelf zouden vertrekken. Paresh Barua, leider van de gewapende tak van ULFA, kondigt grootscheepse vergeldingsacties aan voor de aanvallen op Assamese treinpassagiers in Bihar. De deelstaatregering van Assam zegt daarop alles in het werk te stellen om de veiligheid van alle in Assam verblijvende Indiase burgers te waarborgen.
Er is dus veel aversie tegen de dominantie van het centrale gezag. De Bihari's in Assam zijn in ULFA's ogen een concrete uitingsvorm van die dominantie. Zij zouden met hun aanwezigheid de etnische balans in de regio verstoren. Het Indiase leger is allang actief in de regio, om rebellengroepen als ULFA te bestrijden. ULFA is actief sinds 1979, maar ook lang daarvoor streden dergelijke groepen voor meer autonomie. Vóór de Britten lukte het geen enkel rijk om het gebied onder controle te krijgen, en was de regio onafhankelijk. Toen het gebied werd ingelijfd bij Brits India en later bij het onafhankelijk India, besloten diverse groepen de wapens op te pakken. Door onderling botsende belangen bestreden ze soms meer elkaar dan het centrale gezag. Alleen al sinds de jaren tachtig zijn meer dan tienduizend mensen omgekomen in het geweld, voor een deel burgers.
Op 19 november komen bij verschillende aanvallen binnen Assam zeker 25 mensen om, vooral Bihari's. Honderden woningen gaan in vlammen op. Hoewel de aanvallen niet officieel worden opgeëist, twijfelt niemand aan betrokkenheid van ULFA. Binnen 24 uur lijkt de stationering van extra troepen effect te hebben. Er zijn geen grote geweldsincidenten meer. Uitgaansverboden worden weer ingetrokken om zo min mogelijk nadrukkelijk militair aanwezig te zijn. De spanning houdt echter aan. Kort daarop laait het geweld weer op. Er vallen tientallen doden. Eind november slaan rond de twintigduizend Bihari's op de vlucht en komen terecht in aparte opvangkampen.
Van de totaal tienduizend soldaten die Bhutan telt, wordt de helft ingezet in de strijd tegen de rebellen. Het Indiase leger biedt ondersteuning door transport van gewonde Bhutaanse soldaten te verzorgen naar Indiase ziekenhuizen. Die soldaten strijden hoofdzakelijk tegen drie rebellengroepen, namelijk ULFA, National Democratic Front of Bodoland (NDFB), en Kamtapur Liberation Organisation (KLO). ULFA strijdt voor Assam's onafhankelijkheid van India, terwijl NDFB en KLO aparte tribale thuislanden willen binnen Assam. Bij elkaar zouden zo'n drie duizend rebellen vanuit Bhutan opereren. In een succesvolle actie vernietigt het Bhutaanse leger bijna alle van de dertig bases die de rebellen gebruiken. Om te voorkomen dat de rebellen massaal de grens naar India oversteken, sluit het Indiase leger de grens hermetisch af. Een aantal rebellen weet toch weg te komen uit Bhutan, maar de meeste anderen vluchten naar de bossen in het westen van Bhutan. Ook daar gaat het Bhutaanse leger in de aanval, gedeeltelijk met succes. Maar het gebied is onoverzichtelijk en dat maakt het voor rebellen eenvoudiger zich er schuil te houden. De rebellen vragen het Rode Kruis om een veilige doortocht naar India voor families van rebellen te realiseren. Het Indiase leger wil dit niet toelaten uit vrees dat rebellen de wapens zullen verstoppen en zich dan bij
![]() Generaal Vij van het Indiase leger zegt begin januari 2004 dat sinds de start van de gezamenlijke militaire operatie langs de Indiaas-Bhutaanse grens zeker 650 rebellen gedood of gevangen genomen zijn. Ze hebben zware verliezen geleden, maar lijken - in elk geval numeriek - niet uitgeschakeld. De voornaamste gevangene is de oprichter van ULFA, de 79-jarige Bhimkanta Buragohain, van wie eerder was gemeld dat hij gedood was in de actie. Hij wordt op de Indiase televisie vertoond. De boodschap die hij heeft voor de rebellen is opmerkelijk: 'Persoonlijk denk ik dat het pad dat we gevolgd hebben, verkeerd is geweest. Gewapende strijd kan geen onafhankelijkheid brengen.'
Deze oproep uit zijn mond om een dialoog met de Indiase regering te beginnen, is een teken dat de rebellengroepen een zware slag is toegebracht. Of dat werkelijk zo is, en of de militaire operatie behalve tijdelijke verzwakking van de rebellen ook een oplossing voor de onderliggende problemen is, moet de tijd uitwijzen. xxx |
![]() |
![]() |
![]() |
