print terug



Aan:   De Leden van de Vaste Commissie voor Economische Zaken
Binnenhof 4
2513 AA Den Haag



Betreft:   Algemeen Overleg MVO 28 maart 2007


Amsterdam, 26 maart 2007


Geacht lid van de Tweede Kamer,

Graag wil het MVO Platform, een sinds 2000 bestaand samenwerkingsverband van 36 maatschappelijke organisaties op het gebied van ontwikkeling, mensenrechten, milieu en fair trade alsmede de vakcentrales, u een aantal voorstellen voorleggen in verband met het komende Algemeen Overleg op 28 maart a.s. over MVO.

Het MVO Platform is verheugd te zien dat duurzaamheid en de noodzaak om de ‘race naar de bodem’ in de wereldeconomie tegen te gaan, belangrijke kernbegrippen zijn in het regeerakkoord van de nieuwe regering.
De conclusies en aanbevelingen van het Voortgangsonderzoek MVO dat onlangs onder de titel ‘Terugblikken en vooruitzien’ aan uw Kamer is aangeboden, sluiten daar nauw bij aan. Gepleit wordt voor een ambitieus beleid, waarbij ‘de overheid het voortouw’ neemt en van een meer generiek beleid overstapt naar een beleid op basis van een analyse van ‘grote problemen’ en de mogelijkheden van MVO om daar een bijdrage aan te leveren.
Zelf moet de overheid daarbij als grote marktpartij via duurzaam inkopen een voorbeeldrol spelen. En steeds komt in het rapport de noodzaak terug om een ‘level playing field’ te scheppen voor bedrijven zodat verantwoord gedrag van bedrijven niet door ‘free riders’ wordt ondermijnd. In dat verband kan Nederland, zo stelt het rapport, ook bijdragen aan dat ‘gelijke speelveld’ door handhaving van wetgeving te bevorderen in landen waar Nederlandse bedrijven actief zijn, bijvoorbeeld via afspraken en programma’s gericht op een betere arbeids- en milieu-inspectie. Met het oog op dat ‘gelijke speelveld’ en het belang van doelstellingen van MVO (bijv. op het gebied van milieu, mensenrechten inclusief arbeidsrechten) pleiten de auteurs van het rapport er ook voor om bij het formuleren van de nieuwe kabinetsvisie de discussie over de verhouding tussen vrijwilligheid en verplichting in het MVO beleid niet uit de weg te gaan.

Het MVO Platform wil u graag een aantal voorstellen voorleggen die mede de basis zouden kunnen vormen van het komende kabinetsbeleid op het gebied van MVO.

1. Creëer een bindend normatief kader voor MVO
De nieuwe regering wil terecht een actieve Europese en internationale rol spelen. Op MVO gebied dienen zich daartoe belangrijke mogelijkheden aan binnen de EU, de VN en de OESO. Wij pleiten daarbij voor een mix van vrijwilligheid door bevordering en stimulering van MVO en afdwingbare wetgeving die de ‘ondergrens’ aangeeft van verantwoord ondernemen in het buitenland.
Die ondergrens heeft als reden dat de naleving van internationale arbeids-, mensenrechten- en milieuverdragen, ook in het buitenland, niet vrijwillig of vrijblijvend mag zijn. Het gaat om verdragen die Nederland heeft geratificeerd en waarvan zij mag verwachten dat bedrijven die ook in het buitenland naleven. In dat verband wijzen wij er op dat het Europees Parlement op 13 maart 2007 met grote meerderheid van stemmen een belangrijke resolutie heeft aangenomen waarin zij de Commissie oproept twee belangrijke randvoorwaarden te scheppen voor een ‘gelijk speelveld’ op MVO-gebied. Het betreft preventie door het instellen van een ‘zorgplicht’ (‘director’s responsibilities’) en schadevergoeding aan slachtoffers van schendingen door Nederlandse ondernemingen in het buitenland, door deze slachtoffers toegang te verlenen tot het Nederlandse rechtssysteem (‘foreign direct liability’).
Daarnaast vereist een aanpak van de grote maatschappelijke problemen, van klimaatverandering tot verbeteren van mensenrechten, dat het kabinet een beleid formuleert dat bedrijven stimuleert om daaraan meer bij te dragen dan het naleven van internationale normen vereist.

Ook in VN verband wordt gewerkt aan verdere normering en operationalisering van MVO door een Speciale Vertegenwoordiger (John Ruggie) van de SG van de VN op het terrein van mensenrechten en multinationale ondernemingen. In zijn recente rapport schetst Ruggie de onvermijdelijkheid van een internationaal juridisch kader dat de verplichtingen van ondernemingen op het gebied van mensenrechten definieert. Wij vragen de Nederlandse regering dringend, ook via de EU, actiever aan deze ontwikkeling van zo’n kader bij te dragen dan het vorige kabinet heeft gedaan teneinde de eerder genoemde ‘race naar de bodem’. De (draft) VN Normen inzake bedrijven en mensenrechten zouden een goede basis voor een dergelijk juridisch kader kunnen zijn. Dit is momenteel de meest omvattende standaard inzake mensenrechten en bedrijfsleven.

2. Transparantie
Transparantie – een van de drie punten op uw agenda - is essentieel om de voortgang van MVO inspanningen te kunnen beoordelen en de MVO prestaties van bedrijven met elkaar te kunnen vergelijken. De bovengenoemde resolutie van het Europees Parlement stelt dat het aantal sociale en milieurapportages stagneert en dat een minderheid van de rapportages conform internationale standaarden wordt opgesteld. Bestaande wetgeving kan volgens het Parlement gebruikt worden om naast financiële rapportages ook sociale en milieurapportages te verplichten.
Het MVO Platform is van mening dat de Nederlandse overheid bedrijven moet verplichten om te rapporteren over hun sociale, ecologische en mensenrechten impact, inclusief over de herkomst van de producten.

3. Duurzaam inkopen
De vorige regering heeft de Tweede Kamer toegezegd om in 2010 in 100% van de bestedingen van de overheid duurzaamheid als ‘zwaarwegend criterium’ te hanteren. Voor de lagere overheden geld een percentage van 50%. Het MVO Platform vindt het belangrijk dat ook voor deze overheden een percentage van 100% geldt. Zij zijn immers een belangrijke aanbesteder als het gaat om bouwprojecten, infrastructuur etc.
Op dit moment worden de criteria - voor het eerst ook sociale criteria - nader uitgewerkt. Welke inhoudelijke en operationele criteria gehanteerd gaan worden door de overheid voor haar inkopen en aanbestedingen is van groot belang: niet alleen voor de ‘overheidsmarkt’ van € 30 miljard maar ook als voorbeeld voor de markt als geheel.
Cruciaal is dat bij het nieuwe beleid ook de economische dimensie een belangrijke rol speelt: de kosten die de producent – veelvuldig buitenlandse leveranciers in de uitbestedingsketen – maakt om sociaal en ecologisch verantwoord te produceren moeten worden verdisconteerd in de prijs van het product dat wordt geleverd. MVO is geen gedrag dat sterke marktpartijen ‘gratis’ kunnen afdwingen van hun leveranciers in de keten.

4. Ketenverantwoordelijkheid
Ketenverantwoordelijkheid staat centraal in het huidige MVO debat. Hoewel in bepaalde sectoren (kleding, hout etc.) belangrijke ervaringen zijn opgedaan, wordt de discussie in het algemeen nauwelijks inhoudelijk gevoerd. Gevolg is dat over de invulling van deze verantwoordelijkheid (reikwijdte, rollen, controle, verificatie etc.) weinig duidelijkheid bestaat. Wij vragen u in vervolg op het eerdere SER advies ‘De winst van waarden’ uit 2001, de staatssecretaris te vragen om een adviesaanvraag betreffende ketenverantwoordelijkheid bij de SER neer te leggen. Ook maatschappelijke organisaties zouden bij de opstelling zo’n advies betrokken moeten worden.
Overigens bepleit het MVO Platform om naast de al bestaande goede multi-stakeholder initiatieven ook nieuwe initiatieven op het terrein van ketenverantwoordelijkheid te bevorderen. Het Ethical Trading Initiative in het V.K. kan daarbij als voorbeeld dienen.

5. Nationaal Contactpunt OESO Richtlijnen
Wat betreft het eerste punt op uw agenda, herziening van het Nationaal Contactpunt (NCP) voor de OESO Richtlijnen, is het Platform van mening dat met de nieuwe aanpak goede voorwaarden zijn gecreëerd voor naar een beter functionerend NCP. Enkele daarvan zijn de onafhankelijkheid en de ruime interpretatie van de zgn. ‘investeringsnexus’. Met dat laatste is een belangrijke stap gezet om naast MVO in geval van investeringen ook MVO in handelsrelaties aan de orde te stellen. Het is bekend dat er juist in de groeiende internationale uitbestedings- en handelsketens van Nederlandse ondernemingen regelmatig sprake is van schending van arbeids-, mensenrechten- en milieunormen.
Het vraagstuk op welke wijze verantwoord ondernemen in handelsrelaties bevorderd kan worden is echter nog niet opgelost. De vorige regering heeft een discussie over dit onderwerp binnen de OESO geëntameerd. Dit vraagt om een serieus vervolg. Het MVO Platform vraagt u daarom er bij de nieuwe regering op aan te dringen om deze discussie binnen de OESO en in andere relevante internationale gremia actief te entameren en daar afspraken over te maken.

6. MVO en handelsmissies
Al een aantal jaren wordt MVO als onderwerp ‘meegenomen’ in handelsmissies. Daarnaast heeft het Ministerie van Economische Zaken vorig jaar een zestal MVO Toolkits laten maken om bedrijven te informeren hoe zij verantwoord kunnen ondernemen in resp. Brazilië, China, India, Rusland en Zuid Afrika.
Het is nu tijd om daarin een volgende stap te zetten om de integratie van bevordering van handel en investeringen concreter te integreren met de bevordering van MVO en daarmee buitenlandse missies ook daadwerkelijk een instrument te maken van bevordering van MVO.
Dit is mogelijk door MVO onderdeel te maken van zowel de voorbereiding, de uitvoering als de follow-up van met name handelsmissies maar ook andere economische en politieke contacten van de overheid met buitenlandse overheden en bedrijven. De kern daarvan zou moeten zijn dat ‘interactieve dossiers’ per sector en land worden opgebouwd. Deze moeten gaan over de uitdagingen waarmee bedrijven in derde landen op MVO gebied worden geconfronteerd, wat ze daar zelf aan doen, hoe ze daarin met anderen samenwerken (bijvoorbeeld in multistakeholderinitiatieven) en welke uitdagingen er nog liggen. Dergelijke zich ontwikkelende kennis per land per sector, waaraan ook NGO’s en vakbonden moeten kunnen bijdragen, geeft concrete ‘voeding’ voor de voorbereiding, uitvoering en follow-up van handelsmissies en andere politieke en economische missies. Een dergelijke procesbenadering maakt het ook makkelijker om buitenlandse overheden én economische partners te betrekken bij het zoeken van oplossingen. Dat geld bijvoorbeeld voor het bevorderen van een betere milieu- en arbeidsinspectie ter plekke.
Het MVO Platform stelt voor om enkele proefprojecten naar bovenstaand model op te zetten.

Wij hopen dat het beleid op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen door uw bijdrage in de Kamer een belangrijke nieuwe impuls zal krijgen.


Met vriendelijke groet,

Gerard Oonk en Marlies Filbri
woordvoerder resp. voorzitter van het MVO Platform


cc. staatssecretaris F. Heemskerk van Economische Zaken




info@mvo-platform.nl   www.mvo-platform.nl
Keizersgracht 132, 1015 CW Amsterdam
Tel.: + 31 (0)20 639 12 91 - Fax"+31 (0)20 639 13 21

Landelijke India Werkgroep - 27 maart 2007