NEW DELHI - Staatssecretaris Van Dok (Economische Zaken) weigert zich uit te spreken tegen een Indiaas keurmerk voor tapijten dat wordt gesteund door de Indiase overheid. Tegenstanders van het keurmerk menen dat het niet onafhankelijk en niet geloofwaardig is, en dat het onvoldoende garantie biedt dat tapijten met dit keurmerk zonder kinderarbeid tot stand zijn gekomen.
Van Dok heeft gisteren in de Indiase hoofdstad New Delhi een ontmoeting gehad met vertegenwoordigers van het zogeheten Rugmark. Dat is een keurmerk voor kinderarbeidloze tapijten, dat in Nederland zonder meer de steun heeft van de FNV en de Landelijke India Werkgroep (LIW). De vertegenwoordigers van Rugmark zijn tegenstander van het zogeheten Kaleen keurmerk, dat is opgezet door de Indiase Raad voor de bevordering van de export van tapijten, een semi-overheidsorgaan. Ingezonden brief van staatssecretaris Van Dok n.a.v. dit artikel (Trouw, 17-10-1996): De berichtgeving in Trouw van 16 oktober onder de kop 'Van Dok steunt omstreden keurmerk' wekt de indruk als zou ik een keuze hebben gemaakt tussen twee initiatieven die door keurmerken te verlenen kinderarbeid behoren te bestrijden. Er zijn twee initiatieven, één van Rugmark en één van Kaleen, dat door de Indiase overheid wordt gesteund. Ik vind dat keurmerken in het algemeen een nuttige functie hebben, omdat zij consumenten de keuze geven om goederen (tapijten) te kopen die zonder kinderarbeid zijn vervaardigd. Elk initiatief op dit gebied - juist die van 'probleemlanden' zelf - verdient een positieve houding. Die heb ik ook getoond. Tijdens mijn bezoek aan India heb ik met vertegenwoordigers van Rugmark gesproken en daardoor mijn steun laten blijken. Daarnaast heb ik een bezoek gebracht aan een van de opvangcentra voor slachtoffers van kinderarbeid.
Dat ik mij niet wil uitspreken tégen een ander keurmerk lomt omdat ik vind dat alle kansrijke initiatieven om kinderarbeid tegen te gaan, een kans moeten krijgen. Den Haag, Anneke van Dok
staatssecretaris Economische Zaken Reactie op deze ingezonden brief door Gerard Oonk (LIW / Rugmark) (Trouw, 18-10-1996): Het feit dat staatssecretaris Van Dok (brief 17 oktober) niet wenst te kiezen tussen de keurmerken Rugmark en Kaleen wekt zeer veel bevreemding. Zij motiveert deze niet-keuze met het argument dat elk initiatief een positieve houding verdient en een kans moet krijgen. Dat is ongetwijfeld juist. Het probleem is echter dat het verwarrend en misleidend is om zo'n initiatief een keurmerk te noemen als het niet voldoet aan de voorwaarden van een keurmerk. De meest voor de hand liggende voorwaarde voor een keurmerk is een onafhankelijke en geloofwaardige controle. Niemand heeft me in de Indiase 'tapijtregio' duidelijk kunnen maken of en hoe het controlesysteem van Kaleen in de praktijk functioneert. Alle exporteurs die ik sprak waren wat dat betreft negatief. Ook zeiden ze dat het geld dat de exporteurs verplicht moeten betalen voor een welzijnsfonds voor tapijtwevers op de bank blijft staan. Het is de taak van de regering om de wet te handhaven die kinderarbeid in de tapijtindustrie verbiedt.
Juist omdat de Indiase regering dat onvoldoende doet, is een onafhankelijk keurmerk nodig dat haar daartoe stimuleert. Kaleen verwart en misleidt de consument. Utrecht, Gerard Oonk
Rugmark |
![]() LIW IN 'T NIEUWS |
![]() Maatschappelijk verantwoord ondernemen |
![]() Kinderarbeid & Onderwijs |
![]() HOME Landelijke India Werkgroep |
