terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd in: Zuivel(export)krant, oktober 1987      


Operatie Vloed: voortzetten of afbouwen

Het in 1970 gestarte EG-zuivelhulpprogramma aan India, Operatie Vloed, is het meest grootscheepse en ambitieuze ontwikkelingsprojekt dat de EEG ooit heeft uitgevonden. Tot voor kort werd dit projekt in Europa als zeer suksesvol beschouwd en werd het als model voor andere ontwikkelingslanden aangeprezen.
In de zomer van 1986 werd in opdracht van de Europese Kommissie een onafhankelijke onderzoeksmissie ingesteld. Een aantal resultaten van het nog steeds niet openbaar gemaakte rapport van deze missie lekte dit voorjaar uit. De hoofdkonklusie van de missie loog er niet om: de zuivelhulp en de kommerciële eksport van zuivel naar India moeten worden stopgezet, want ze schaden de verdere opbouw van de Indiase zuivelkoöperaties!


Ambitieuze doelstellingen
In het kader van het in 1970 ingestelde voedselhulpprogramma onder de naam Operatie Vloed ontving India 366.000 ton magere melkpoeder en 86.700 ton boterolie uit de EEG.
Met Operatie Vloed zou India in 1985 zelfvoorzienend moeten zijn. De levensomstandigheden van tien miljoen gezinnen van melkproducenten zou moeten verbeteren. Doordat er meer melk per hoofd van de Indiase bevolking beschikbaar zou komen kon Vloed een bijdrage leveren aan een evenwichtiger voedselpatroon. In eerste instantie was de zuivelhulp gericht op de arme bevolking van India's vier grootste steden en aanvulling van het zuiveltekort in de droge periode. In een tweede fase werd Vloed een nationaal ontwikkelingsproqramma voor heel India.
Uit de opbrengst van de tot melk verwerkte zuivelhulp werd een infrastruktuur voor de voorziening van de steden opgezet. Er werden zuivelfabrieken en koelcentra qebouwd, de opslagcapaciteit werd uitgebreid en men schafte tankwagens aan voor het transport van de melk.
Een kruisingsprogramma van inheemse koeien met westerse rassen moest zorgen voor een stijging van de melkproduktie in India zelf.
Doordat het projekt vertraging opliep werd het ook na 1985 voortgezet.

Goede techniese resultaten....
Mede dankzij Operatie Vloed steeg de totale melkproduktie in India van 22,5 miljoen ton in 1971-72 tot ongeveer 38,7 miljoen ton in 1984-85. Daarmee is de beschikbare hoeveelheid melk per hoofd van de bevolking flink gestegen. De kommerciële invoer van melkpoeder kon worden beëindigd en de eksterne bijdrage in de totale melkproduktie is afgenomen.
Daarnaast verschafte het zuivelhulpprogramma werk aan een groot aantal mensen. In maart 1985 waren er ruim 4 miljoen gezinnen betrokken bij het inzamelingssysteem van de melk.

Maar de honger blijft
Was Operatie Vloed vooral gericht op de kleine boeren en landloze arbeidersfamilies, in de praktijk zijn het vooral de grotere boeren die hebben geprofiteerd. De koöperaties die in de plannen een centrale rol moeten vervullen, worden meestal beheerst door de rijken. Bovendien zijn de kleine melkproducenten vaak niet gebaat bij de kapitaalsintensieve aanpak die het zuivelhulpprogramrna kenmerkt.
Ook het kruiskoeprogramrna is vooral op de grotere bedrijven toegesneden. Voor een kleine boer(in) is een kruiskoe niet alleen een dure, maar ook een riskante onderneming. Deze koeien zijn namelijk veel vatbaarder voor tropiese ziekten dan inheemse runderen. Daar komt nog bij, dat de kruiskoeien minder geschikt zijn voor het leveren van de op het platteland zo belangrijke trekkracht, terwijl ze meer veevoer nodig hebben.
Ook het ontbreken van een konsekwent prijsbeleid voor de inheemse melk zorgt voor nogal wat problemen. De zuivelhulp houdt de melkprijs voor boer(inn)en in het noorden en oosten van het land laag. Daardoor blijft het aanbod laag en de hulp nodig. In de deelstaat Maharashtra, waar de regering wel voor een lonende melkprijs heeft gezorgd, is sprake van overproduktie. Er worden zelfs regelmatig enorme hoeveelheden melk in zee geloosd. De doelstelling van het bieden van een betere voeding aan de stedelijke armen heeft men laten vallen. Die groep is namelijk te arm om melk te kunnen kopen. Het grootste deel van de melk komt nu bij de middenklasse en elite terecht.
Bovendien verkopen de plattelandsgemeenschappen die vroeger zelfvoorzienend waren nu bijna al hun melk via de koöperaties. Illustratief voor de gevolgen daarvan is de situatie in de deelstaat Gujararat, het meest suksesvolle zuiveldistrikt waar een kwart van de Operatie Vloed-fondsen terecht komt. Zes van de tien kinderen lijden er aan ondervoeding en de kindersterfte behoort er tot de hoogste van India.

De positie van vrouwen
In de Indiase zuivelsektor wordt het meeste werk door vrouwen verricht. Omdat de man bijna altijd de wettige eigenaar van land en vee is, bestaat echter niet meer dan 10 % van de leden van de koöperaties uit vrouwen. Daarnaast heeft het zuivelwerk als gevolg van de suksesvolle kommerciële aanpak een hogere sociale status gekregen en is het voor de mannen aantrekkelijker geworden de relatief grote bedragen die wekelijks of maandelijks door de koöperaties worden uitbetaald te innen. De mannen besteden dat geld vaker voor zichzelf, waardoor er in de huishoudens minder te besteden overblijft.
De Nationale Zuivelontwikkelingsraad, die Operatie Vloed uitvoert, heeft geen strategie ontwikkeld om de positie van vrouwen in de zuivelsektor veilig te stellen.

Goed voor Philips
Tot voor kort wilde de Europese Kommissie de zuivelhulp aan India wel voortzetten. Cheysson, EG-kommissaris voor Ontwikkelingssamenwerking, noemde Operatie Vloed 'een ideale manier van ontwikkelingssamenwerking' en vond het een nette manier om van de EG-zuiveloverschotten af te komen. Joris Schouten en Maarten de Heer van het Landbouwschap lieten zich in het spoor van Claus en Beatrix rondleiden in Gujarat. In deze deelstaat is de zuivelproduktie al veel verder ontwikkeld dan in de rest van India. Hier konden ze met eigen ogen zien hoe goed Operatie Vloed werkt. En de vorige minister van Ontwikkelingssamenwerking, Eegje Schoo zag wel brood in het beschikbaar stellen van geld voor de aankoop van Nederlands stierenzaad en diepvriesapparatuur van Philips.

Voortzetten of afbouwen?
Ondertussen is er in toenemende mate kritiek op Vloed ontstaan, zowel in Europa als in India. Deze kritiek heeft er voor gezorgd, dat in maart 1986 de beslissing over nieuwe zuivelhulp aan India werd uitgesteld. In opdracht van de Europese Kommissie toog in de zomer van 1986 een onafhankelijke onderzoekskommissie naar India om Operatie Vloed grondig te evalueren. Het rapport van deze kommissie is al lang klaar, maar wacht nog steeds op publikatie. Er is echter toch informatie uitgelekt. Daaruit blijkt dat het rapport een aantal zeer kritiese kanttekeningen bevat.
Zo vinden de onderzoekers dat er te weinig aandacht is besteed aan de organisatie. Ook is gebleken dat de positie van de vrouwen die in de zuivel sektor werken als gevolg van Operatie Vloed is verslechterd. De belangrijkste konklusie luidt, dat er een moratorium voor alle zuivelimporten in India ingesteld zou moeten worden. De levering van melkpoeder en boterolie zou slechts moeten plaatsvinden als er daadwerkelijk tekorten zijn.
De Groene Fraktie in het Europees Parlement heeft inmiddels een resolutie ingediend. Daarin wordt gevraagd om beëindiging dan wel drastiese wijziging van de hulp en een volledige openbaarmaking van het onderzoeksrapport. In een vervolgresolutie hebben de Europese Ontwikkelingsorganisaties in april 1987 gepleit voor de besteding van een belangrijk deel van de huidige en eventueel nieuwe fondsen aan het versterken van de positie van vrouwen en landloze armen in de koöperatieve zuivelsektor.
Tijdens het officiële bezoek aan India heeft premier Gandhi de heren Lubbers en van den Broek gevraagd om Nederlandse steun in het EG-kader voor voortzetting van de zuivelhulp met 5 jaar. Minister Bukman heeft zich dit voorjaar positief uitgelaten over een dergelijke voortzetting, al vindt hij dat de voorwaarden nog ter diskussie moeten staan. Ook de andere EG-lidstaten zijn bilateraal door de Indiase regering benaderd om hun steun te geven aan het verzoek om meerjarige zuivelhulp.
Al met al lijkt het erop, dat de afzonderlijke EG-lidstaten een belangrijke rol zullen gaan spelen bij de beslissing òf en onder welke voorwaarden India nieuwe hulp voor Operatie Vloed moet krijgen. Voorwaar geen gemakkelijke beslissing, want het gaat niet alleen om de relatie met een ekonomies steeds aantrekkelijker wordend India, maar ook om een geloofwaardig ontwikkelingsbeleid.

Met dank aan de Landelijke India Werkgroep




LIW IN 'T NIEUWS

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Kinderarbeid & Onderwijs

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 19 augustus 2003