terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd in: Hoofddorper Courant, 27-3-1986      


Honger Hoeft Niet: het geval India

Vorig jaar bundelden groepen uit de Derde Wereldbeweging, milieu- en boerengroepen hun krachten tijdens een actieweek onder de naam Honger Hoeft Niet. In die week brachten zij de oorzaken en gevolgen van de ongelijke verdeling van de wereldrijkdom onder de aandacht van het hele land. Die week werd een succes. Daarom vindt er van 12-19 april van dit jaar weer zo'n week plaats. Het COSH en diverse vrijwilligersgroepen in de Haarlemmermeer doen ook aan die week mee. De komende weken willen we u vertellen waarom.
Het gaat er vreemd aan toe in de wereld van de voedselproductie. Europa en Amerika hebben elk jaar weer grotere overschotten aan graan, vlees en zuivel. Die worden, meestal ver onder de kostprijs, op de wereldmarkt verkocht, aan ontwikkelingslanden bijvoorbeeld. Mooi meegenomen zou je denken, die ontwikkelingslanden hebben toch een tekort aan voedsel en geld. Wat is er nou mooier voor ze dan voedsel kunnen kopen tegen lage prijzen? Op zich is daar natuurlijk niks op tegen. Maar helaas zit de werkelijkheid iets anders in elkaar. Laten we maar eens kijken naar het voorbeeld van India.


Sinds 1970 loopt in dat land een zuivelprogramma Operatie Vloed. De kern van dat programma is het verschaffen van een beter inkomen aan melkproducenten. Dat moet gebeuren door de verkoop in de steden te verhogen. Voor dat doel worden de melkveehouders georganiseerd in coöperaties die zorgen voor de inzameling, transport, verwerking en verkoop van de melk. In melkfabrieken wordt een deel van de melk verwerkt tot melkpoeder en boterolie om seizoenstekorten op te vangen. Geen slecht plan op papier. Maar zo'n omvangrijk programma kost natuurlijk veel geld. Dat werd gevonden in de EEG. Die was sowieso al van plan 20 duizend ton boter uit de boterberg aan de Indiase regering te schenken. Zo'n schenking komt een regering altijd goed uit om in voorkomende gevallen politieke onrust te dempen.
Maar het Indiase Nationale Zuivelschap zag er terecht een dreiging in voor haar eigen markt. Het zuivelschap kwam met Operatie Vloed op de proppen: de schenkingen van de EEG worden in India door het zuivelschap verwerkt en verkocht; met de opbrengst worden de fabrieken en de andere delen van het programma gefinancierd. Iedereen is dik tevreden met dit plan. Het zuivelschap met het vooruitzicht binnen een jaar of vijf een zelfstandige, moderne zuivelsector in India te hebben die de bevolking van melk(produkten) kan voorzien. De EEG is blij verlost te zijn van een flink deel van zijn melkplas.
Van 1970 tot 1985 heeft India in totaal 312.000 ton magere melkpoeder en 118.000 ton boterolie gekregen uit Europa. De EEG maakt goeie sier met het project: nu wordt eindelijk eens een keer niet zo maar een overschot gedumpt ten koste van de plaatselijke melkveehouders, maar als productieve investering. Maar toch is er iets mis gegaan met die plannen die er op papier zo mooi uitzagen. Het doel om de arme stedelijke bevolking een betere voeding te geven, heeft men laten varen: zij hebben er eenvoudigweg het geld niet voor.
Alleen de kleine klasse van beter betaalden in de steden kan nu inderdaad melk kopen tegen redelijke prijzen. Op het platteland blijken vooral de grote boeren profijt te hebben van Operatie Vloed, kleine boeren veel minder. De landloze arbeiders hebben zo goed als niks aan het programma. Werkgelegenheid in de dorpen verdwijnt doordat de verwerking nu plaatsvindt in grootschalige fabrieken.
Het doel van een zuivelsector die zelfstandig in zijn eigen behoefte kan voorzien is al helemaal niet gehaald. Integendeel, India importeert meer zuivelhulp dan tevoren. De ingevoerde poedermelk wordt namelijk zo goedkoop aan de fabrieken doorverkocht dat aanmaakmelk goedkoper is dan verse melk. Melkveehouders op het platteland kunnen daardoor minder melk in de steden afzetten, waardoor de zuivelimporten juist weer toenemen. Zo is India in een vicieuze cirkel van afhankelijkheid van EEG-melkoverschotten terecht gekomen.

Maar er is meer. Koeien, varkens en pluimvee in Europa worden steeds meer gevoederd met veevoer waarin produkten uit Derde Wereldlanden verwerkt zijn. Uit India bijvoorbeeld. Jaarlijks exporteert India 1,5 miljoen ton veevoer met een waarde van 750 miljoen gulden. Nederland alleen al nam in 1984 voor 57 miljoen af. Maar de Indiase melkboeren kampen intussen wel met een tekort aan veevoer voor hun eigen runderen. Dat is natuurlijk een grote belemmering voor de groei van de inheemse zuivelsector. Als India al het uitgevoerde veevoer voor zijn eigen vee zou gebruiken, dan zou daarmee tien keer zoveel melk geproduceerd kunnen worden dan het nu via de EEG zuivelhulp krijgt.
Voor de Landelijke India Werkgroep waren deze ontwikkelingen aanleiding om een campagne te gaan voeren onder het motto: "Melk India niet uit". Doel van de campagne is te komen tot stopzetting van de EEG zuivelhulp aan India en van de invoer van veevoer uit India naar Europa. In de Honger Hoeft Niet-week in april zal ook uitgebreid aandacht worden getrokken voor deze campagne. Wie meer wil welen over de gang van zaken rond de Indiase melk kan bij het COSH terecht. In het documentatiecentrum is het boekje 'India als melkkoe van de EEG', een uitgave van de Landelijke InIdia Werkgroep in te zien. Verder zijn er aktiemanifesten met steunbriefkaarten verkrijgbaar. En uiteraard meer informatie over India in het algemeen.
.....




LIW IN 'T NIEUWS

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Kinderarbeid & Onderwijs

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 12 augustus 2003