terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd in: Landbouwmaand 13-4, najaar 1984      

Voedselproduktie in India belemmerd

Veevoer wordt weggekocht

door:
Gerard Oonk

"Het is een misdadige verkwisting om jaarlijks meer dan 300.000 ton perskoeken als veevoer te exporteren uit een land dat lijdt onder eiwittekort". Dit zegt M.P. Rajan, direkteur van een federatie van koöperaties in de Indiase deelstaat Madhya Pradesh, in het blad India Today van 30-9-1984. Leden van deze koöperaties verbouwen zelf sojabonen voor de veevoederexport. India exporteert, ondanks grote schaarste in eigen land, de laatste jaren voor rond de 400 miljoen gulden aan veevoedergrondstoffen. Ook de Nederlandse landbouw is daarvan een grote afnemer: in 1983 voor bijna 87 miljoen gulden.

Veevoedertekort
In India zijn alle veeteeltdeskundigen, ook van regeringsinstituten, het er over eens dat het grote tekort aan veevoer een van de grootste belemmeringen is voor de groei van de melkproduktie. Het preciese tekort is niet bekend, maar een voorzichtige schatting van enkele jarcn geleden voorspelde in 1985 een tekort van 20 procent aan ruwvoer (gewasresten), 40 procent aan groenvoer en 50 procent aan krachtvoer. Juist dit krachtvoer wordt voor een deel geëxporteerd.
Krachtvoer bestaat in India vooral uit de bijprodukten van allerlei gewassen zoals: perskoeken en andere 'afvallen' van koolzaad, zonnebloempitten, pinda's, salvruchten, sojabonen, rijst, tarwe en peulvruchten. Ook wordt veel katoenzaad en graan voor veevoer gebruikt.
De veevoederschaarste wordt in de laatste jaren nog verergerd door het op grote schaal kruisen van Indiase koeien met westerse rassen, met de bedoeling hun melkproducerend vermogen te vergroten. Onderzoek heeft echter uitgewezen dat dit het tekort aan groenvoer en krachtvoer sterk zal vergroten, omdat hoogproduktief melkvee veel van dit veevoer nodig heeft. Voor trekdieren, welke zeer belangrijk zijn in de Indiase landbouw en tot voor kort nog de helft van het krachtvoer opaten, zal minder voer beschikbaar zijn evenals voor inheems melkvee. Zelfs de melkproduktie zal door het kruisingsprogramma niet groter worden. Er is namelijk berekend dat deze groter zou zijn bij een gelijke verdeling van het beschikbare veevoer, dan bij het voeren van het meeste krachtvoer aan de gekruiste koeien.

Indiase export-Nederlandse import
De export van veevoer uit India schommelt al sinds het begin van de jaren zeventig rond de één miljoen ton (de 300.000 ton uit het begincitaat betreft een deel van de export). Wel was het seizoen april 1982-maart 1983 een recordjaar, met een export van 1,05 miljoen ton tegen een opbrengst van ca. 450 miljoen gulden. India exporteert gemiddeld eenderde van de geproduceerde perskoeken oftewel ongeveer 6 procent van alle krachtvoer.
Waarom wordt zoveel Indiaas veevoer uitgevoerd terwijl er toch een groot tekort is? Een belangrijke reden is dat de prijzen die door westerse importeurs betaald worden, in het algemeen hoger liggen dan de marktwaarde in India. Een andere oorzaak is het feit dat veel grootschalige veevoederfabrieken bij de steden zijn gevestigd. Dit is ook door de Indiase regering bevorderd. Vroeger vond de voedselverwerking en veevoerproduktie veel meer in de dorpen plaats. Door de koncentratie in de steden hebben de exporteurs en de stedelijke melkproducenten een groot deel van het schaarse krachtvoer naar zich toe getrokken.

De laatste jaren is de Nederlandse invoer van veevoer uit India sterk toegenomen: van 29 miljoen gulden in 1981 tot resp. 48 en 87 miljoen gulden in 1982 en 1983. In de eerste helft van 1984 werd voor ruim 28 miljoen ingevoerd. De toename van de import van Indiaas veevoer sinds 1982 bestaat vooral uit perskoeken van raap- en koolzaad. In 1981 werd nog slechts voor 1 miljoen ingevoerd, in 1983 was dit opgelopen tot 58 miljoen.

Voedsel en veevoer
In de Indiase landbouw vullen voedselproduktie en veehouderij elkaar gedeeltelijk aan. Vee als trekdier voor de ploeg en als bron van bemesting voor het land ondersteunt de landbouw. Ook kunnen voor mensen onverteerbare gewasresten door vee in melk, trekkracht en eventueel vlees omgezet worden. Voedselproduktie en veehouderij zijn wel konkurrerend als het gaat om het gebruik van grond. Omdat bijna alle beschikbare grond in India al in kultuur is gebracht, moet het één wel ten koste van het ander gaan. Nu wordt groenvoer op ca. 5 procent van de grond verbouwd.

De gevolgen van de import van Indiaas veevoer
De invoer van Indiaas veevoer in Nederland schaadt de voedselvoorziening in India en de positie van kleine veehouders. Meer invoer in Nederland betekent minder melk in India, het betekent ook een impuls voor de produktie van sojaperskoeken in plaats van voedsel. De eerste ladingen sojakoeken zijn dit jaar in Nederland gearriveerd. Ten slotte heeft het ook tot gevolg dat veevoer voor de armere veebezitters steeds duurder en onbereikbaarder wordt.
De vraag of deze het veevoer niet beter zelf kunnen gebruiken wordt, verrassend genoeg, ook positief beantwoord in een evaluatierapport van 1980 van het Wereld Voedsel Programma: "Deze (de perskoeken) zouden gebruikt kunnen worden voor de binnenlandse veeteeltontwikkeling. Het algehele voordeel van een kwalitatief betere veevoedervoorziening zou ruim op kunnen wegen tegen de verliezen in buitenlandse valuta".

De auteur is medewerker van de Landelijke India Werkgroep




LIW IN 'T NIEUWS

Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Kinderarbeid & Onderwijs

HOME Landelijke India Werkgroep

Landelijke India Werkgroep - 30 november 2004