door: Joost Bosman en Monique Prins
Bedelen
Geven of niet?
De vakantie begint en we verheugen ons op verre trips naar Azië, Afrika of Zuid-Amerika. Mooie dingen
zien en flink genieten. Maar tegelijk is er die ongemakkelijke ervaring: de confrontatie met armoede. Hoe
Een oude Chinese vrouw met ingezwachtelde
voeten bedelt in de straten
van Shanghai. (foto Qilai Shen/HH) |
| ga je daar als reiziger mee om? Geven of niet geven, blijft een eeuwig dilemma.
Je loopt als toerist door pakweg Kathmandu en twee jongetjes vragen in vloeiend Engels of je poedermelk wilt kopen
voor hun jonge zusje. "We vragen juist niet om geld, want dat is slecht", voegt een van hen er nog aan toe. Haast euforisch denk je: zo moet het! Totdat dezelfde avond iemand vertelt, dat je er met open ogen bent ingetuind.
De truc: je betaalde voor de poedermelk de dubbele prijs en de jongetjes hebben het spul weer terugverkocht
aan de winkeleigenaar, die natuurlijk in het complot zit. De winkelier wint, de jongetjes mogelijk een beetje en jij verliest. Bedelen is een beroep, en de beoefenaars ervan zullen de argeloze reiziger altijd een stap voor zijn
in de kunst hem tot geven te bewegen. Maar hoe werkt dat principe? De Bengalese Nobelprijswinnaar Muhammad Yunus, de geestelijk vader van de microkredieten, zei ooit dat hij nooit geeft aan bedelaars. Dat dwingt hem na te denken
over een werkelijk structurele oplossing van de armoedeproblematiek. "Als ik geef, doe ik dat alleen voor mijn eigen gemoedsrust", stelde de ‘bankier van de armen’. "Ik wil de pijn van de bedelaar voelen."
Maar Yunus heeft een organisatie van 50.000 mensen achter zich en kan dus een werkelijk verschil creëren tussen leven in gebrek en de ontsnapping daaraan. Wat moet de individuele reiziger als hij met armoede wordt geconfronteerd? Het voornaamste wapen dat de bedelaar hanteert, is medelijden. Op het gevoel spelen van de rijke westerling die zich, eenmaal door armoede omgeven, geneert. ‘Embarrassement of richness’, noemt hoogleraar
Ontwikkelingssamenwerking Paul Hoebink dat. "We zijn verlegen met onze eigen rijkdom. We kunnen iemand een week te
eten geven voor een bedrag dat we zelf nauwelijks missen."
In Sri Lanka zag Hoebink een jongetje dat zijn beentjes in alle standen kon buigen. "Dat was zó zielig om te zien, dat hij er veel geld mee op wist te halen." Maar volgens directeur Gerard Oonk van de Landelijke India Werkgroep, die zich met campagnes, voorlichting en onderzoek al dertig jaar inzet voor
de kansarmen in India, is dat juist de reden om terughoudend te zijn met het geven van geld. Sommigen
‘verdienen’ met bedelen een heel aardige boterham, soms nog wel beter dan in loondienst. En dus houd je bedelen aantrekkelijk. En de vraag is ook of je geld uiteindelijk goed terecht komt. Oonk erkent dat het heel lastig is. "Vaak zit er achter een bedelend kind een georganiseerde bende. Daarom geef ik eigenlijk nooit, want het
geld verdwijnt meestal in verkeerde zakken. Maar het is wél verwarrend, want het kind dat je ziet, heeft echt een ellendig leven", schetst Oonk het dilemma.
De vraag is hoe je weet of je geld wel echt naar de bedelaar gaat. Volgens Oonk is dat nooit zeker en
daarom kun je gewoon beter niet geven, hoe moeilijk dat soms ook is. Hij suggereert dat het beter is
bij thuiskomst te doneren aan een organisatie, waarvan je zeker weet dat die het geld goed besteedt.
Hoebink vindt ook voorlichting vooraf belangrijk: "Informeer je goed voordat je op reis gaat. Niet
alleen over de bezienswaardigheden, maar ook over de leefomstandigheden van de bevolking. Veel landen kennen geen sociaal stelsel. Wie niet werkt, heeft niets."
Maar Oonk schetst een breder bezwaar: door te geven, maak je regeringen lui. Als die zien dat de toeristen
voor de bedelaars ‘zorgen’, kunnen ze zelf achterover leunen. "Je krijgt dan een permanente klasse van bedelaars waarvoor een regering niets doet."
Bedelaars wekken vaak irritatie, weet ook Hoebink. Vooral bij Nederlanders. "Zij ergeren zich sowieso
veel te snel. Mensen kunnen zich niet inleven in bepaalde situaties. ‘Ga toch werken voor je geld’,
wordt zo makkelijk geroepen. Ik hoor mensen soms trots vertellen dat ze nooit wat geven aan bedelaars.
Dat is zo hard. Waar is jullie medemenselijkheid, denk ik dan." Oonk blijft er echter bij, dat je beter
niet kunt zwichten voor bedelaars, al moet je dat altijd op een respectvolle manier doen, vindt hij. "Sommigen willen aan ieder bedelkind wel wat geven. Maar je kunt ook aan de andere kant doorslaan en alle bedelaars als criminelen behandelen. Terwijl ze echt een beroerd leven leiden."
Volgens hem komt irritatie bij reizigers mede voort uit een gevoel van machteloosheid: "Als je geeft, houd je het systeem in stand. Geef je niet, dan krijg je als toerist het gevoel dat je je er gemakkelijk vanaf maakt. Die tegenstrijdigheid wekt wrevel."
Echte vooruitgang, via onder meer ontwikkelingshulp, gaat volgens Hoebink in kleine stapjes. En die hulp staat bovendien politiek ter discussie. De PVV wil ontwikkelingshulp afschaffen, de VVD de hulp halveren. "Mensen zullen
hun lot vooral zelf moeten verbeteren. Maar dat duurt decennia. Het is de vraag of die bedelende moeder met kind dan niet al lang dood is gegaan van de honger."
Trucs van bedelaars
Bedelaars gebruiken diverse trucs
om meer geld op te halen. In grote
steden van Marokko en India zijn
makelaars aan de slag die kinderen
huren van arme gezinnen en
deze kinderen doorverhuren aan
bedelaars. Want met een kind
naast zich haalt de bedelaar meer
op.
Gehandicapte kinderen doen het
beter dan een gezond kind, en ook
een viezig kind in lompen is een
goudmijn.
Sommige kinderen krijgen slaapmiddelen
toegediend, zodat ze er
extra lamlendig bijhangen want dat
levert nog meer op.
Soms laten bedelaars ook een medicijnendoosje
zien, waarmee ze
willen zeggen: ik moet dringend
nieuwe medicijnen hebben, geef
mij geld.
Vroeger slikten bedelaars zeep in
om bloed uit hun neus te laten lopen,
anderen smeerden zich in
met verdunde paardenmest, zodat
het leek alsof ze aan geelzucht
lijden.
Er zijn bedelaars die hun kinderen
al bij de geboorte dermate verminken
dat ze alleen nog maar het bedelpad
kunnen kiezen.
Bij kinderen die door Roemeense
criminelen naar Groot-Brittannië
werden gesmokkeld, werden doelbewust
de armen en benen gebroken
om meer succes te hebben
bij het bedelen. De wreedheden
kwamen april dit jaar aan het
licht. Het ging om 168 zigeunerkinderen,
tussen 8 en 15 jaar, die werden
ingezet voor zakkenrollen en
winkeldiefstallen, en om te bedelen.
Ze schrokken er niet voor terug
om hun ‘eigen’ kinderen aan te
pakken.
|
|
Tips
Blijf altijd vriendelijk, word niet
boos en behandel de bedelaar met
respect. Met irritatie verraad je
juist je kwetsbaarheid.
Gaat het om kinderen, maak dan
een geintje met ze. Dat zijn ze
niet gewend en je hebt daardoor
de kans dat ze ‘vergeten’ dat ze
aan het bedelen waren.
Draag een zonnebril. Bedelaars zijn
altijd op zoek naar oogcontact, alvorens
ze de toerist aanspreken.
Zorg dat je altijd iets eetbaars bij
je hebt, liefst iets gezonds zodat
de bedelaar er iets aan heeft. Weigert
de bedelaar, dan weet je meteen
dat hij niet bedelt omdat hij
echt honger heeft.
Besef dat je niet iedereen kunt helpen.
Als je liever geeft aan organisaties
die bedelaars helpen, probeer
dat de bedelaar af en toe ook uit
te leggen (al zal hij daar niet altijd
een boodschap aan hebben).
Geen oogcontact met zonnebril
| Koop iets eetbaars, iets gezonds
|
|
|
|