terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd in De Gelderlander, 24-7-2010

door:
Joost Bosman en Monique Prins

Bedelen


Geven of niet?


De vakantie begint en we verheugen ons op verre trips naar Azië, Afrika of Zuid-Amerika. Mooie dingen zien en flink genieten. Maar tegelijk is er die ongemakkelijke ervaring: de confrontatie met armoede. Hoe

Een oude Chinese vrouw met ingezwachtelde voeten
bedelt in de straten van Shanghai. (foto Qilai Shen/HH)
ga je daar als reiziger mee om? Geven of niet geven, blijft een eeuwig dilemma.

Je loopt als toerist door pakweg Kathmandu en twee jongetjes vragen in vloeiend Engels of je poedermelk wilt kopen voor hun jonge zusje. "We vragen juist niet om geld, want dat is slecht", voegt een van hen er nog aan toe. Haast euforisch denk je: zo moet het! Totdat dezelfde avond iemand vertelt, dat je er met open ogen bent ingetuind. De truc: je betaalde voor de poedermelk de dubbele prijs en de jongetjes hebben het spul weer terugverkocht aan de winkeleigenaar, die natuurlijk in het complot zit. De winkelier wint, de jongetjes mogelijk een beetje en jij verliest. Bedelen is een beroep, en de beoefenaars ervan zullen de argeloze reiziger altijd een stap voor zijn in de kunst hem tot geven te bewegen. Maar hoe werkt dat principe? De Bengalese Nobelprijswinnaar Muhammad Yunus, de geestelijk vader van de microkredieten, zei ooit dat hij nooit geeft aan bedelaars. Dat dwingt hem na te denken over een werkelijk structurele oplossing van de armoedeproblematiek. "Als ik geef, doe ik dat alleen voor mijn eigen gemoedsrust", stelde de ‘bankier van de armen’. "Ik wil de pijn van de bedelaar voelen."
Maar Yunus heeft een organisatie van 50.000 mensen achter zich en kan dus een werkelijk verschil creëren tussen leven in gebrek en de ontsnapping daaraan. Wat moet de individuele reiziger als hij met armoede wordt geconfronteerd? Het voornaamste wapen dat de bedelaar hanteert, is medelijden. Op het gevoel spelen van de rijke westerling die zich, eenmaal door armoede omgeven, geneert. ‘Embarrassement of richness’, noemt hoogleraar Ontwikkelingssamenwerking Paul Hoebink dat. "We zijn verlegen met onze eigen rijkdom. We kunnen iemand een week te eten geven voor een bedrag dat we zelf nauwelijks missen."
In Sri Lanka zag Hoebink een jongetje dat zijn beentjes in alle standen kon buigen. "Dat was zó zielig om te zien, dat hij er veel geld mee op wist te halen." Maar volgens directeur Gerard Oonk van de Landelijke India Werkgroep, die zich met campagnes, voorlichting en onderzoek al dertig jaar inzet voor de kansarmen in India, is dat juist de reden om terughoudend te zijn met het geven van geld. Sommigen ‘verdienen’ met bedelen een heel aardige boterham, soms nog wel beter dan in loondienst. En dus houd je bedelen aantrekkelijk. En de vraag is ook of je geld uiteindelijk goed terecht komt. Oonk erkent dat het heel lastig is. "Vaak zit er achter een bedelend kind een georganiseerde bende. Daarom geef ik eigenlijk nooit, want het geld verdwijnt meestal in verkeerde zakken. Maar het is wél verwarrend, want het kind dat je ziet, heeft echt een ellendig leven", schetst Oonk het dilemma.
De vraag is hoe je weet of je geld wel echt naar de bedelaar gaat. Volgens Oonk is dat nooit zeker en daarom kun je gewoon beter niet geven, hoe moeilijk dat soms ook is. Hij suggereert dat het beter is bij thuiskomst te doneren aan een organisatie, waarvan je zeker weet dat die het geld goed besteedt. Hoebink vindt ook voorlichting vooraf belangrijk: "Informeer je goed voordat je op reis gaat. Niet alleen over de bezienswaardigheden, maar ook over de leefomstandigheden van de bevolking. Veel landen kennen geen sociaal stelsel. Wie niet werkt, heeft niets."
Maar Oonk schetst een breder bezwaar: door te geven, maak je regeringen lui. Als die zien dat de toeristen voor de bedelaars ‘zorgen’, kunnen ze zelf achterover leunen. "Je krijgt dan een permanente klasse van bedelaars waarvoor een regering niets doet."
Bedelaars wekken vaak irritatie, weet ook Hoebink. Vooral bij Nederlanders. "Zij ergeren zich sowieso veel te snel. Mensen kunnen zich niet inleven in bepaalde situaties. ‘Ga toch werken voor je geld’, wordt zo makkelijk geroepen. Ik hoor mensen soms trots vertellen dat ze nooit wat geven aan bedelaars. Dat is zo hard. Waar is jullie medemenselijkheid, denk ik dan." Oonk blijft er echter bij, dat je beter niet kunt zwichten voor bedelaars, al moet je dat altijd op een respectvolle manier doen, vindt hij. "Sommigen willen aan ieder bedelkind wel wat geven. Maar je kunt ook aan de andere kant doorslaan en alle bedelaars als criminelen behandelen. Terwijl ze echt een beroerd leven leiden."
Volgens hem komt irritatie bij reizigers mede voort uit een gevoel van machteloosheid: "Als je geeft, houd je het systeem in stand. Geef je niet, dan krijg je als toerist het gevoel dat je je er gemakkelijk vanaf maakt. Die tegenstrijdigheid wekt wrevel."
Echte vooruitgang, via onder meer ontwikkelingshulp, gaat volgens Hoebink in kleine stapjes. En die hulp staat bovendien politiek ter discussie. De PVV wil ontwikkelingshulp afschaffen, de VVD de hulp halveren. "Mensen zullen hun lot vooral zelf moeten verbeteren. Maar dat duurt decennia. Het is de vraag of die bedelende moeder met kind dan niet al lang dood is gegaan van de honger."
Trucs van bedelaars
  • Bedelaars gebruiken diverse trucs om meer geld op te halen. In grote steden van Marokko en India zijn makelaars aan de slag die kinderen huren van arme gezinnen en deze kinderen doorverhuren aan bedelaars. Want met een kind naast zich haalt de bedelaar meer op.
  • Gehandicapte kinderen doen het beter dan een gezond kind, en ook een viezig kind in lompen is een goudmijn.
  • Sommige kinderen krijgen slaapmiddelen toegediend, zodat ze er extra lamlendig bijhangen want dat levert nog meer op.
  • Soms laten bedelaars ook een medicijnendoosje zien, waarmee ze willen zeggen: ik moet dringend nieuwe medicijnen hebben, geef mij geld.
  • Vroeger slikten bedelaars zeep in om bloed uit hun neus te laten lopen, anderen smeerden zich in met verdunde paardenmest, zodat het leek alsof ze aan geelzucht lijden.
  • Er zijn bedelaars die hun kinderen al bij de geboorte dermate verminken dat ze alleen nog maar het bedelpad kunnen kiezen.
  • Bij kinderen die door Roemeense criminelen naar Groot-Brittannië werden gesmokkeld, werden doelbewust de armen en benen gebroken om meer succes te hebben bij het bedelen. De wreedheden kwamen april dit jaar aan het licht. Het ging om 168 zigeunerkinderen, tussen 8 en 15 jaar, die werden ingezet voor zakkenrollen en winkeldiefstallen, en om te bedelen. Ze schrokken er niet voor terug om hun ‘eigen’ kinderen aan te pakken.
  • Tips
  • Blijf altijd vriendelijk, word niet boos en behandel de bedelaar met respect. Met irritatie verraad je juist je kwetsbaarheid.
  • Gaat het om kinderen, maak dan een geintje met ze. Dat zijn ze niet gewend en je hebt daardoor de kans dat ze ‘vergeten’ dat ze aan het bedelen waren.
  • Draag een zonnebril. Bedelaars zijn altijd op zoek naar oogcontact, alvorens ze de toerist aanspreken.
  • Zorg dat je altijd iets eetbaars bij je hebt, liefst iets gezonds zodat de bedelaar er iets aan heeft. Weigert de bedelaar, dan weet je meteen dat hij niet bedelt omdat hij echt honger heeft.
  • Besef dat je niet iedereen kunt helpen. Als je liever geeft aan organisaties die bedelaars helpen, probeer dat de bedelaar af en toe ook uit te leggen (al zal hij daar niet altijd een boodschap aan hebben).

    Geen oogcontact met zonnebril

    Koop iets eetbaars, iets gezonds

  • terug LIW in de pers Kinderarbeid & Onderwijs HOME Landelijke India Werkgroep


    Landelijke India Werkgroep - 12 augustus 2010