terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd door MO.be, 9-7-2007


Dalits raken niet hoger op maatschappelijke ladder

9 juli 2007 (MO*) — Mensenrechtenorganisaties ijveren al jaren voor de opwaardering van de Dalits, de kastenlozen, in India. De Indiase overheid zelf doet af en toe een geste naar de Dalit-bevolking toe, maar politiek en vooral maatschappelijk blijft de bevolkingsgroep lijden onder discriminatie op alle vlakken.

Er lijkt voor de Indiase Dalits nooit een einde te komen aan de stroom inbreuken op hun rechten. Afgelopen week kwam in de Oost-Indiase deelstaat Bihar een vrouw in de gevangenis terecht nadat ze uit zelfverdediging haar verkrachter vermoordde. Enkele dagen eerder werden in de noordelijke staat Punjab een vroedvrouw en een zwangere vrouw urenlang vastgehouden door de plaatselijke politie en ondervraagd zonder enige aanleiding. In het zuiden van India werd tegelijkertijd een boer vermoord teruggevonden op zijn veld na een ruzie over land. De misdaden, allemaal op Dalits, zijn maar de meest recente aanslagen op de menselijkheid van de Indiase Dalits.

Benadeeld op alle vlakken

De Dalits of ‘benadeelden’, zoals de enorme groep van bijna 170 miljoen mensen zichzelf noemt, vallen buiten het hiërarchische kastensysteem van het hindoeïstische India. Ondanks de formele afschaffing van de kasten in 1950, worden Dalits op basis van hun lage sociale positie politiek, maatschappelijk en menselijk achtergesteld. De Indiase overheid slaagt er niet in om de basisrechten van deze bevolkingsgroep te garanderen. Dalits hebben nauwelijks toegang tot werk, woningen, publieke voorzieningen, onderwijs en bezit van land. Ze oefenen vaak de meest vuile jobs uit, passend bij hun zogenaamde ‘onreine’ positie, zoals het met de hand opruimen van menselijke uitwerpselen of het schoonmaken van riolen. "De positie van vooral de Dalit-vrouwen is verschrikkelijk slecht," zegt Jolanda Beerendonk van het Dalit Netwerk Nederland [en Landelijke India Werkgroep]. "Ze kampen met een dubbele discriminatie, als Dalit én als vrouw. Ook binnen hun eigen gemeenschap worden ze gediscrimineerd." De daders van Dalit-moorden en verkrachtingen worden zelden bestraft. Op 5 juli verklaarde een Dalit-onderzoekscommissie in de deelstaat Karnataka in een rapport dat slechts 2 procent van de beschuldigden een straf krijgt.

Overheid levert halfslachtig werk

De overheid erkent de achtergestelde positie van de Dalits. Al een halve eeuw hanteert ze het principe van de positieve discriminatie, maar die maatregel stuit nog altijd op hevig protest van hogere kasten. "De andere kasten klagen dat het reserveringssysteem selecteert op afkomst en niet op kwaliteit," zegt Beerendonk. "Het systeem is niet 100 procent correct, maar het alternatief, geen voorkeursbehandeling, zou betekenen dat Dalits geen enkele job van waarde kunnen bemachtigen." Ondanks de positieve discriminatie-maatregel onderneemt de Indiase overheid volgens Beerendonk nauwelijks stappen om de sociale positie van Dalits te verbeteren. "De regering ontkent dat er een schending van mensenrechten plaatsvindt. De politici beweren dat de achterstelling van de Dalits voortvloeit uit het Indiase sociaal-culturele systeem, iets wat volgens hen wel met de tijd zal veranderen."

Uitzondering die de regel bevestigt

Alle hoop van de Dalit-gemeenschap ligt momenteel bij Mayawati, de eerste Dalit-premier van een deelstaat en ook nog eens een vrouw. Mayawati is in de deelstaat Uttar Pradesh een groot voorbeeld voor de Dalits, maar ze krijgt ook veel kritiek. "Mayawati heeft al veel concessies gedaan aan de andere kasten, om aan de macht te kunnen blijven," aldus Beerendonk. Niet alleen bij de Dalits is Mayawati populair, maar ook bij de Brahamen-kaste (priesters en onderwijzers), die weigeren een eerbiedwaardige (spirituele) machtspositie aan Dalits toe te kennen. "Mayawati is de uitzondering die de regel bevestigt dat Dalits van de andere kasten geen hoge maatschappelijke posten mogen innemen," zegt Beerendonk.


terug LIW in de pers Dalits / Kastelozen HOME Landelijke India Werkgroep


Landelijke India Werkgroep - 16 februari 2011