terug
Onderstaand artikel is gepubliceerd in Het Onderwijsblad, 10 februari 2007

door:
Samuel Grumiau


Onderwijsbonden in armste land van Europa proberen kinderarbeid terug te dringen



Tienduizenden kinderen in Albanië werken in plaats van naar school te gaan. De Albanese onderwijsbonden vragen hun leden huisbezoeken af te leggen om de families ervan te overtuigen dat het beter is voor de toekomst van hun kinderen om onderwijs te volgen. De afgelopen twee jaar hebben 450 kinderen op die manier de weg naar school teruggevonden. De AOb steunt het project.

Projecten

Het project van de AOb en de Albanese onderwijsbonden wordt financieel ondersteund door FNV Mondiaal. Ook van de Nationale Onderwijstentoonstelling kwam onverwachte steun. Deelnemers aan de innovatieprijzen die de NOT organiseerde, moesten 300 euro inschrijfgeld betalen. De opbrengst was bestemd was voor een goed doel. Bij de opening van de NOT kon Stavri Liko, voorzitter van het kinderarbeidproject van de Albanese onderwijsbonden, een cheque in ontvangst nemen van 17.500 euro. “Dit is een enorme steun in de rug voor ons doel: kinderen die werken weer naar school halen.” Voor meer informatie over het werk van FNV Mondiaal zie www.fnv.nl/mondiaal. Over projecten die FNV Mondiaal steunt: www.fnvprojecten.nl.
AOb en FNV Mondiaal zijn zeer actief in de strijd voor goed onderwijs en tegen kinderarbeid. Samen met Hivos en de Landelijke India Werkgroep voeren ze een campagne onder titel ‘Stop kinderarbeid, school de beste werkplaats’. Meer over deze campagne staat op www.stopkinderarbeid.nl.

De kleine Neim Hamzash, 12 jaar oud, was erg teleurgesteld aan het begin van het nieuwe schooljaar: zijn oom en grootouders hadden besloten dat hij niet meer naar school zou gaan. Deze Roma-familie uit de regio Fieri, ongeveer 80 kilometer van de hoofdstad Tirana, kon de kosten voor Neims school niet meer opbrengen, boeken, kleding, enz. “De andere kinderen hebben mooiere kleren dan die van ons en ze krijgen ook zakgeld om wat lekkers te kopen”, vertelt Neims oom, die zorgt voor zes kinderen van hemzelf en twee neefjes. “Wij willen het liefste dat al onze kinderen naar school gaan, dat is onze diepste wens, maar we willen niet dat ze worden vernederd omdat we arm zijn. Een ander probleem is de afstand naar school: het is een half uur lopen. In de winter is dat voor een kind een hele afstand te voet, zonder warme kleren, langs een gevaarlijke weg. En het openbaar vervoer is te duur.”
Het voorbeeld van Neim staat voor de situatie van duizenden andere kinderen in Albanië. Toch heeft hij een beetje geluk gehad. Na een bewustwordingsseminar over kinderarbeid dat de Albanese onderwijsbonden hadden georganiseerd, hebben de onderwijzers van zijn school een groepje gevormd dat op huisbezoek gaat bij kinderen die niet meer naar school komen. Het groepje bestaat voornamelijk uit onderwijzers en ouders van leerlingen. “We hebben contact opgenomen met de Roma-vereniging en zij hebben ons begeleid toen we de familie van Neim bezochten”, vertelt Arpile Bitri, onderwijzer in Fieri. De vereniging heeft veel invloed en doet er alles aan om Roma-kinderen naar school te
Voetballen

Albanese scholen hebben te lijden onder het grote financieringstekort van de regering van Albanië, een van de armste landen in Europa. De infrastructuur is vaak erbarmelijk slecht en moedigt leerlingen niet aan om naar school te blijven komen. De Albanese onderwijsbonden willen de scholen graag helpen om aantrekkelijker te worden voor kinderen. Ze willen dat doen door meer recreatieve activiteiten aan te bieden buiten de lessen. Ze zoeken daarom goede voetballen waarmee de kinderen tijdens het speelkwartier en de gymlessen lekker kunnen spelen. Als u de vakbonden kunt helpen met een paar ballen, neem dan contact op met FNV Mondiaal (iz@vc.fnv.nl), die ervoor kan zorgen dat de ballen op de juiste bestemming terechtkomen.

krijgen. Na een paar bezoeken hebben we Neims oom overgehaald om hem weer naar school te laten gaan. Ook hebben we oude schoolboeken van het afgelopen jaar aangeboden. Tien dagen nadat hij was vertrokken, kwam hij weer naar school en ik hoop dat hij de hele winter blijft komen".
Neim is erg blij nu hij weer naar school gaat. “Ik wil goed leren lezen en schrijven, dat is belangrijk voor mijn toekomst. Ik ga graag naar school en ik vind het leuk om mijn vriendjes te zien."

Moed
Tijdens de seminars, die zijn georganiseerd met steun van de AOb, werden in totaal meer dan honderd onderwijzers geschoold, allemaal leden van de vakbonden FSASH en SPASH. De scholing ging over kwesties rond kinderarbeid en werd gegeven in vier regio’s in Albanië. Vervolgens hebben de onderwijzers vergaderingen in hun eigen scholen gehouden om honderden anderen bewust te maken van de problematiek en hen te overtuigen van de noodzaak actie te ondernemen als een kind niet meer naar school komt. Dankzij dit project, dat twee jaar geleden is begonnen, zijn 450 Albanese kinderen teruggekeerd naar de schoolbanken en zijn 950 andere kinderen op school gebleven. De laatste groep waren kinderen die het risico liepen uit te vallen. Hun onderwijzers hebben contact opgenomen met de families om ervoor te zorgen dat dat niet zou gebeuren.
De onderwijzers moeten veel moed verzamelen om vrijwillig en buiten werktijd gezinnen te bezoeken die ze niet goed kennen. “Vóór het bezoek winnen we informatie in over het gezin, we proberen een inschatting te maken of het de ouders of de kinderen zijn die niet naar school willen, benadrukt Dilaver Lena, een onderwijzer van 58 jaar oud die actief is in een buitenwijk van Tirana. “Als de kinderen niet gemotiveerd zijn, dan vraag ik of een van de beste leerlingen van mijn klas, Asqeri Peshka, met me meegaat. Voor hem is het gemakkelijker woorden te vinden om een kind van zijn eigen leeftijd te overtuigen weer naar school te komen. Als ik bij de mensen thuiskom, vraag ik eerst hoe het met ze gaat, wat hun situatie is, enzovoort. Gewoonlijk geven ze me dan koffie en dan beginnen we over school te praten. De ouders begrijpen dat ik het niet voor mezelf doe, maar in het belang van hun kind, dus ze staan positief tegenover mijn initiatief.”

Gewaardeerd
Vaak moeten onderwijzers doorzetten en meer dan één huisbezoek afleggen voordat het kind terugkeert naar de schoolbanken. “Ik herinner me twee meisjes die in mijn klas zaten en op een gegeven moment niet meer naar school
Mbarime Latifi, 26 jaar, moeder van twee Roma-kinderen

“Mijn zoon Luan is tien jaar oud. Hij zou eigenlijk al in groep 6 moeten zitten, maar hij is twee keer blijven zitten en zit nog steeds in groep 4. Ik vind het moeilijk hem naar school te sturen. Behalve de problemen met de kleding - ik heb niet genoeg geld om winterkleren te kopen - wonen we met zijn drieën in een eenkamerwoning. Het is dus moeilijk voor hem om huiswerk te maken en ik moet ook vragen of Luan thuisblijft om op zijn zusje te passen als ik overdag uit werken ga. Mijn man woont in Griekenland om te werken, maar hij heeft het ook moeilijk. Hij kan niet altijd geld sturen. Na school gaat mijn zoon iedere dag twee tot drie uur naar de stortplaats. Hij zoekt materialen die gerecycled kunnen worden en die hij kan verkopen. Op vrije dagen is hij er vier tot vijf uur per dag. Op een goede dag kan hij zo 100 Leks (0,8 euro) verdienen. De onderwijzers en de Roma-vereniging komen wel eens op bezoek en zeggen dat ik hem regelmatig naar school moet sturen. Dat is ook mijn liefste wens, want ik ben zelf maar acht jaar naar school gegaan. Maar in onze situatie kan ik me dat niet altijd veroorloven.”

kwamen”, vertelt Dilaver Lena. In een periode van twee maanden ben ik zes of zeven keer bij het gezin geweest, voordat ze uiteindelijk weer naar school kwamen. Zo hebben ze de basisschool kunnen afmaken. Maar ik betwijfel of ze daarna nog door hebben geleerd: hun ouders komen uit Noordoost-Albanië, een regio waar veel mensen vinden dat een meisje wier lichaam zich begint te ontwikkelen, niet meer naar school hoeft. Vaak zeggen ze dat hun dochter niet naar school gaat omdat de weg naar school onveilig is, maar dat is meestal een smoesje. Trouwens, als mensen zich echt zorgen maken over de veiligheid van hun kind, dan proberen we een klein groepje kinderen te organiseren die uit dezelfde buurt komen en die samen naar school lopen. Ik kan ook vragen of een ambtenaar meegaat als ik de ouders opnieuw bezoek om ze gerust te stellen en uit te leggen dat de politie een oogje in het zeil houdt.”
Dilaver Lena besteedt drie tot vier uur per week aan schoolverlaters of aan kinderen die dat dreigen te worden. “Ik ontvang er geen extra geld voor, mijn salaris blijft gewoon 20.600 Leks (166 euro) per maand, maar ik ben erg gemotiveerd. Enerzijds vind ik kinderarbeid onaanvaardbaar. Kinderen die de school verlaten, gaan meestal werken. Ze verkopen sigaretten op straat, wassen auto's, komen terecht in de bouw of iets dergelijks. Anderzijds geeft het een goed gevoel als ik erin slaag een kind terug te krijgen naar school en als het goede punten haalt. Dan voel ik me erg gewaardeerd als onderwijzer.”


terug LIW in de pers Kinderarbeid & Onderwijs HOME Landelijke India Werkgroep


Landelijke India Werkgroep - 12 april 2010