Cultuuromslag bij ouders en beschikbaarheid van goede scholen, daarin liggen oplossingen voor kinderarbeid. Kinderen met scholing zijn immers mondiger en minder kwetsbaar. Ze kunnen beter in opstand komen tegen onrechtvaardige werkomstandigheden en zo zichzelf en hun land verder helpen.
Kinderarbeid. Wereldwijd zijn er zo'n 250 miljoen kinderen in
de leeftijd van 5 tot 14 jaar die werken voor de kost. Tientallen miljoenen van hen verkeren in omstandigheden die een gevaar zijn voor hun leven. Anders dan de meeste mensen denken en media doen vermoeden, werkt maar vijf procent van de kinderen in fabrieken die exportproducten voor het westen leveren. De overgrote meerderheid van de kinderen werkt op straat, thuis, op het land, in het huishouden of in fabrieken voor de binnenlandse markt. De internationale arbeidsorganisatie van de Verenigde Naties (ILO) schat dat meisjes onder de 16 jaar die in het huishouden werken, de grootste categorie vormen.
Maar het bestaan van kinderarbeid heeft meerdere redenen. Kinderen moeten vaak ook werken om de schulden van hun ouders af te betalen. Het is echter niet zo dat mensen veel kinderen hebben om hen te kunnen laten werken, maar omdat ze slechts gebrekkige toegang tot en kennis van anticonceptiemiddelen hebben. Ervaring van de Landelijke India Werkgroep in een land als India leert dat bestaande sociale normen, uitsluiting van groepen en niet of slecht functionerend basisonderwijs de belangrijkste redenen zijn waarom kinderen werken en niet naar school gaan. Hogere opbrengsten Kinderen die werken lijken een belangrijke bijdrage te leveren aan het gezinsinkomen. Maar in werkelijkheid maakt kinderarbeid een gezin juist armer. Nu zijn kinderen, omdat ze goedkoper zijn, concurrenten van hun ouders. Zonder kinderarbeid kunnen volwassenen ook hogere lonen bedingen. De levensstandaard gaat dan juist omhoog. In een onlangs afgeronde studie stelt de ILO dat het uitbannen van kinderarbeid ongeveer zeven keer zoveel opbrengt als het kost. Het stoppen van kinderarbeid zorgt ervoor dat kinderen naar school kunnen (en dat zorgt op termijn voor economische groei omdat de bevolking beter is opgeleid en zo bijvoorbeeld de productie efficiënter kan maken) en een betere gezondheid. Een land krijgt een betere kans. Organisaties als Unicef ondersteunen diverse projecten, zoals in Bangladesh, waar een spaarsysteem is opgezet voor de kinderen die eerst in de textielindustrie werkten en nu naar school gaan. Bovendien worden de vrijgekomen arbeidsplaatsen aan hun familieleden vergeven, waardoor het geld in de familie blijft. Dit beeld geeft extra kracht om bij bedrijven te bevorderen dat ze maatschappelijk verantwoord ondernemen en bereid zijn om regeringen te helpen investeren in onderwijs en gezondheidszorg. Eerlijke-handelsorganisaties kunnen niet zorgen voor schoolvoorzieningen maar als ze er zijn, kunnen ze wel stimuleren, dat ze gebruikt worden. Het gaat er vooral om de combinatie van werk en scholing mogelijk te maken, zodat alle kinderen naar school kunnen. Ook Gerard Oonk, coördinator van MVO-platform en de Landelijke India Werkgroep, legt hierop de nadruk: "Kinderen overal ter wereld dienen in ieder geval naar school te gaan; eventueel kunnen ze daarnaast een beetje werken." Naast scholing moeten oplossingen voor kinderarbeid ook gezocht worden in de ondernemershoek, door strenge wetten, een goed inspectieapparaat en betere arbeidsvoorwaarden voor volwassenen.
|
terug |
LIW IN 'T NIEUWS |
SCHONE KLEDING |
HOME Landelijke India Werkgroep |