origineel artikel   pdf   print terug

26 juni 2018

India: Slachtoffers van foltering vragen om verantwoording


Verklaring ter gelegenheid van de Internationale Dag ter Ondersteuning van Slachtoffers van Marteling

26 juni staat elk jaar in het teken van de Internationale Dag ter Ondersteuning van Slachtoffers van Marteling. De Asian Human Rights Commission (AHRC) werkt nauw samen met slachtoffers van foltering via haar netwerk van partnerorganisaties in de landen waar ze actief is. In India wordt het ‘bastion’ van AHRC’s werk om martelingen te voorkomen gevormd door haar (lokale) partnerorganisaties Nervazhi Human Rights Protection Council (Thrissur, Kerala), MASUM (West-Bengalen), Human Rights Alert (Manipur) en People's Watch (Madurai, Tamil Nadu). Het niet-aflatende werk van deze organisaties ter plaatse heeft ertoe bijgedragen dat misdrijven door de overheid en vrijheidsberoving en het voortdurende gebruik van foltering door overheidsinstanties aan het licht zijn gebracht.

Het werk van de AHRC en deze organisaties door de jaren heen heeft aangetoond dat marteling doorgaans en vaak wordt gebruikt als instrument voor onderzoek, vergelding en bestraffing door overheidsinstanties. Het gebruik van foltering is impliciet en expliciet toegestaan - en zelfs aangemoedigd - zowel door de staat als door het publiek. Het idee dat beklaagden en criminelen 'het verdienen' onderworpen te zijn aan geweld, geeft ook aanleiding tot de manier waarop mensen van verschillende kwetsbare groepen en identiteiten behandeld worden. Dit resulteert in foltering die hen met de minste macht het zwaarst treft.

In Kerala zijn recent verschillende gevallen van foltering aan het licht gekomen. De meest opvallende is de zaak uit 2017 van een jonge Dalit-jongen, Vinayakan, die zelfmoord pleegde nadat hij in gevangenschap was gemarteld, ogenschijnlijk vanwege zijn 'funky' kapsel bestempeld als iemand met criminele neigingen. Onlangs stierf een andere jongeman, Sreejith, in het ziekenhuis, opnieuw vanwege foltering door de politie, en naar verluidt de vijfde persoon die sinds mei 2016 in hechtenis overlijdt. Nervazhi heeft andere gevallen van marteling gedocumenteerd die niet de krantenkoppen of het nationale nieuws halen. In al deze gevallen is weinig vooruitgang geboekt om ervoor te zorgen dat de schuldige functionarissen worden gestraft worden voor misdaden die ze hebben begaan volgens het Indiase wetboek van strafrecht en andere strafwetten.

In West-Bengalen dient MASUM regelmatig klachten in bij de National Human Rights Commission (NHRC) over gevallen van marteling door grensbewakingsfunctionarissen en politieagenten, van dorpelingen die in de grensdorpen wonen, inclusief aantijgingen van corruptie en het totale onvermogen om tot een eerlijk proces te komen. Het is buitengewoon moeilijk om recht te garanderen voor deze slachtoffers van foltering, aangezien het hoogst onwaarschijnlijk is dat grensbewakings- of legerfunctionarissen voor deze misdaden zullen worden vervolgd.

Het hardnekkige en moedige werk van grassroots-organisaties zoals MASUM helpt de strijd tegen foltering en de strijd voor krachtige verantwoordingsmechanismen in leven te houden. Het wijdverbreide gebruik van marteling en de uiterst lage aantal veroordelingen van overheidsfunctionarissen die van foltering worden beschuldigd, toont aan dat politiehervorming in India een mislukt project is. Een reeks maatregelen die volgden op de Prakash Singh-zaak zijn verwaterd in deelstaten als Kerala, of in veel andere deelstaten volledig afwezig. India heeft effectieve en betrouwbare mechanismen nodig om recht te garanderen voor slachtoffers van foltering. Op deze 26 juni herhaalt de AHRC haar oproep aan de Indiase overheid om werk te maken van gerechtigheid voor slachtoffers van marteling door het invoeren van krachtige manieren om verantwoording daarover af te leggen en ervoor te zorgen dat overheidspersoneel dat martelen wordt gestraft. Dit is essentieel en urgent om de straffeloosheid te verminderen en de normalisatie van het gebruik van geweld binnen het strafrechtelijk systeem aan te pakken. Ten slotte moet de Indiase overheid wetgeving uitvaardigen die marteling verbiedt en het VN-Verdrag tegen folteren ratificeert.


[vertaling: Landelijke India Werkgroep; origineel artikel: http://www.humanrights.asia/news/ahrc-news/AHRC-STM-036-2018 ]


Landelijke India Werkgroep - 27 juni 2018