Landelijke India Werkgroep


India: Wet buitenlandse financiering gebruikt om 25 organisaties te intimideren

“Stop misbruik FCRA-wet om vrijheid van organisatie in te perken”


Human Rights Watch, 8-11-2016



(Delhi) - De weigering van de Indiase centrale overheid om licenties voor buitenlandse financiering van 25 NGO's te vernieuwen zonder geldige redenen is in strijd met hun recht op vrijheid van meningsuiting en vereniging, aldus Amnesty International India en Human Rights Watch.

Op 5 november 2016 haalden berichten in de media niet nader genoemde ambtenaren van het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan die zeiden dat NGO’s toestemming werd ontzegd om buitenlandse financiering te ontvangen op grond van de Foreign Contribution Regulation Act (FCRA) - dit is de wet die buitenlandse financiering voor NGO’s regelt -, omdat hun activiteiten niet in "het nationaal belang zijn". Hoewel de regering de lijst van betrokken groeperingen niet heeft gepubliceerd, lijkt het ook te gaan om een aantal mensenrechtenorganisaties.

"De mogelijkheid om buitenlandse financiering te ontvangen is een integraal onderdeel van het recht op vrije vereniging en meningsuiting, dat alleen onder strikt gespecificeerde redenen kan worden beperkt", aldus Aakar Patel, directeur van Amnesty International India. "De beslissing van het Ministerie van Binnenlandse Zaken om zonder gegronde redenen NGO’s te verbieden buitenlandse financiering te ontvangen is onbegrijpelijk. Het ministerie moet kunnen aantonen dat deze beperkingen noodzakelijk en proportioneel zijn."

Afwijzing ondanks gelijk bij rechtbank
Op 29 oktober bracht het Centre for Promotion of Social Concerns (Centrum voor de Bevordering van Sociale Belangen), een prominente Indiase mensenrechtenorganisatie vooral bekend door haar programma-eenheid People's Watch, naar buiten dat haar verzoek om verlenging van haar vergunning voor buitenlandse financiering op grond van de FCRA was geweigerd. De FCRA-website meldde: "Op basis van een rapport van een field agency heeft de bevoegde autoriteit besloten te de aanvraag [van People's Watch] voor vernieuwing van haar licentie te weigeren." Er werden geen andere redenen gegeven.

De vorige centrale regering richtte zich ook tegen People’s Watch, in 2012 en 2013, waarbij de FCRA-licentie tot drie keer voor een totale periode van 18 maanden geschorst werd, en de bankrekeningen van de organisatie werden bevroren. People's Watch vocht toen de beslissing van de regering aan, waarna het Hooggerechtshof te Delhi de organisatie in maart 2014 in het gelijk stelde.

Op 21 oktober weigerde het Ministerie van Binnenlandse Zaken zonder opgaaf van redenen ook een verzoek van het Indian Social Action Forum (INSAF), een netwerk van NGO's en maatschappelijke bewegingen, voor vernieuwing van haar FCRA-licentie. Een e-mail van het ministerie aan INSAF meldde slechts: "Uw aanvraag is om de volgende redenen geweigerd: ‘Uw aanvraag voor verlenging is afgewezen’". INSAF’s FCRA-licentie werd in april 2013 ook opgeschort, maar het Hooggerechtshof in Delhi vernietigde de schorsing in september van dat jaar.

Op 28 oktober 2016 zond het Ministerie van Binnenlandse Zaken ook een éénregelige e-mail aan de NGO Hazards Centre, een afdeling van de Sanchal Foundation, waarin gemeld werd dat hun aanvraag voor verlenging was geweigerd "op basis van een field agency rapport".

Meer dan tienduizend vergunningen ingetrokken
Op 3 november zei het Ministerie van Binnenlandse Zaken dat het de FCRA-licenties van 11.319 NGO's, die de verlenging van hun licentie niet vóór de sluitingsdatum van 30 juni hadden aangevraagd, had geannuleerd. Het zei verder dat de aanvragen van nog eens 1.736 NGO's waren "afgewezen vanwege het niet indienen van (volledige) documenten". Deze NGO's kregen een kans om verdere verklaringen in te dienen vóór 8 november.

Opeenvolgende regeringen hebben de FCRA gebruikt als een politiek instrument om groepen die kritisch staan ten opzichte van overheidsstandpunten en -maatregelen te dwarsbomen, aldus Amnesty International India en Human Rights Watch.

Het gebruik van algemene en vage termen als "algemeen belang" en "nationaal belang" binnen de wet biedt de mogelijkheid tot misbruik. In mei heeft de regering Modi tijdelijk de FCRA-status van het Lawyers Collective, een organisatie opgericht door de bekende advocaten Anand Grover en Indira Jaising, opgeschort, daarbij verwijzend naar vermeende schendingen onder de FCRA. De aanklacht leken politiek gemotiveerd vanwege hun werk om regelmatig mensen te vertegenwoordigen in zaken tegen de huidige regering, waaronder Priya Pillai van Greenpeace India en Teesta Setalvad, een activist strijdend voor recht voor de slachtoffers van het communale geweld in Gujarat in 2002.

In gevallen dat organisaties hun schorsing onder de FCRA aanvochten, hebben de rechtbanken over het algemeen in hun voordeel geoordeeld. De rechtbanken hebben ook herhaaldelijk de regering eraan herinnerd dat in een democratie verschil van mening niet mag worden gemuilkorfd. Het Hooggerechtshof van Delhi zei, bij de uitspraak met betrekking tot Greenpeace India activist Pillai, die een verbod had om naar Londen te reizen om haar bezorgdheid over een kolencentrale aan de orde te stellen: "Veel burgerrechtenactivisten geloven dat zij het – als burgers – bij het rechte eind hebben om de ongerijmdheid van het ontwikkelingsbeleid van de overheid naar buiten te brengen. De overheid hoeft weliswaar niet de standpunten van de burgerrechtenactivisten te accepteren, maar dat op zichzelf kan geen voldoende reden zijn om afwijkende meningen uit bannen."

Internationaal recht én nationale wetten recht genegeerd
Het recht op vrijheid van vereniging en meningsuiting is vastgelegd in verdragen als de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, en het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, waarbij ook India partij is. Ze worden ook gegarandeerd door de Indiase grondwet. Volgens het internationaal recht moeten beperkingen van vrije vereniging en meningsuiting om redenen van nationale veiligheid strikt worden omschreven, en noodzakelijk en naar verhouding zijn om een legitieme bedreiging aan te pakken. Hoewel het passend is om financiële zaken van non-profitorganisaties en NGO’s te reguleren en te onderzoeken om corruptie en legitieme nationale veiligheidsproblemen aan te kunnen pakken, is de FCRA te ruim en maakt zij onnodig inbreuk op de activiteiten van organisaties die zich bezighouden met sociale kwesties in India.

In april 2016 publiceerde de Speciale VN-Rapporteur inzake Vrijheid van Vergadering en Vereniging een juridische analyse waarin werd beweerd dat de FCRA niet in overeenstemming was met het internationaal recht, principes en normen. In juni 2016 deden de Speciale VN-Rapporteurs inzake Mensenrechtenverdedigers, Vrijheid van Meningsuiting en Vrijheid van Vereniging een beroep op de Indiase regering om de FCRA in te trekken, omdat die wet volgens hen "meer en meer wordt gebruikt om organisaties de mond te snoeren die betrokken zijn bij het bepleiten van burgerlijke, politieke, economische, sociale, ecologische of culturele kwesties die verschilden van de standpunten van de regering".

Human Rights Watch en Amnesty: ‘Trek FCRA in’
Hoewel de autoriteiten de FCRA gebruiken om beperkingen voor niet-gouvernementele groepen aan te scherpen, wijzigde de regering in maart de wet teneinde met terugwerkende kracht de financiering door buitenlandse instanties aan politieke partijen te legaliseren. Dit amendement is vooral ironisch gezien het feit dat de FCRA in eerste plaats werd aangenomen om te verbieden dat politieke partijen, politici en verkiezingskandidaten buitenlandse steun aanvaarden. Dit om te voorkomen dat buitenlandse belangen van invloed zijn op de Indiase verkiezingen.

De Indiase overheid moet de FCRA intrekken dan wel wijzigen, zodat deze geen barrières opwerpt voor het recht op vrijheid van meningsuiting en vereniging, en niet kan worden misbruikt voor politieke redenen om de vreedzame activiteiten van NGO’s te beperken, aldus Amnesty International India en Human Rights Watch.

"Terwijl India buitenlandse investeringen in belangrijke industriesectoren actief aanmoedigt, probeert ze financiering te verhinderen van pogingen om de meest kwetsbare en gemarginaliseerde groepen te steunen", zegt Meenakshi Ganguly, directeur Zuid-Azië van Human Rights Watch[. "De overheid zou zich moet bezighouden met de hervorming van de rechten en de positie van deze groepen, in plaats van kritiek te beschouwen als een bedreiging die moet worden onderdrukt."


[vertaling: Landelijke India Werkgroep]




Landelijke India Werkgroep - 19 december 2016